Door het
motivatiecontinuĆ¼m van Deci & Ryan wordt duidelijk dat motivatie meer is
dan alleen de uitersten van totaal niet gemotiveerd zijn (amotivatie) en juist
heel erg gemotiveerd zijn (intrinsieke
motivatie) om iets te doen. In de Self-Determination Theory (SDT) leggen Deci
& Ryan uit dat er drie belangrijke pijlers zijn om tot intrinsieke
motivatie te komen. Deze drie pijlers, of psychologische voorwaarden, zijn:
Competentie
Competentie (vaak opgevat als structuur waarbij er heldere doelen en verwachtingen worden gesteld aan leerlingen waardoor zij beter in staat zijn een leeractiviteit uit te voeren / competent voelen / vraag: waar was dit kind goed in?). Leren verloopt makkelijker als de leerling voelt dat hij/zij vooruitgaat en competenter wordt. (Ik kan iets, ik heb succeservaringen, ik kan zelf het verschil maken). |
•Te vertellen over hoe de les eruit ziet, •en welke leerstof aan bod komt, •Aan te geven wat er van leerlingen wordt verwacht, •en hoe ze dat kunnen bereiken, •Werkwijzen die worden ingezet toe te lichten, •Duidelijke instructie/uitleg te geven en oplossingswijzen voor te doen, •Te checken wat leerlingen zelf al weten, •Leerlingen te laten reflecteren op wat ze hebben geleerd, •Zich responsief, vragend op te stellen naar leerlingen, |
Autonomie
Autonomie (vaak opgevat als keuzevrijheid / zelf doen / vraag: waarin werd het kind belemmerd?) Leren verloopt makkelijker als veel autonomie / psychologische vrijheid wordt aangeboden. (Zelf in handen hebben, geen hulpeloosheid, mezelf mogen zijn, niet faken). |
•Leerlingen ruimte te geven opdrachten op hun eigen manier te maken, •Waar mogelijk aan te sluiten bij eigen interesses van leerlingen, •Een actieve leerhouding te stimuleren, •Leerlingen altijd (de mogelijkheid tot) ondersteuning te geven bij het uitvoeren van (zelf gekozen) opdrachten, •Leerlingen aan te moedigen in groepen naar eigen keuze te werken, •Leerlingen uit te nodigen kritisch en creatief na te denken over opdrachten, |
Relatie
Relatie (vaak opgevat als het uiten van waardering voor de leerling / samen met anderen / vraag: wat had dit kind nodig?). Leren verloopt makkelijker als de leerling gesteund door anderen = ervaren van warmte en een hechte band (Ik kan rekenen op anderen, ik ben niet alleen, ik krijg erkenning). |
•Te laten merken het leuk te vinden aan alle leerlingen van de klas les te mogen geven, •Op de hoogte te zijn van bijzondere gebeurtenissen van leerlingen, •Te weten wat voor een leerling belangrijk is, •Interesses van leerlingen kennen, •Aandacht te hebben voor alle leerlingen in de klas, •Namen van leerlingen kennen, •Leerlingen te vertrouwen op hun inzet. |
Leraren die hierin een goede balans weten te creƫren en
daarmee aan alle drie de basisbehoeften van
leerlingen tegemoet komen zullen bij hun leerlingen meer taakbetrokkenheid en eigenaarschap van het leren (engagement)
realiseren.