woensdag 31 maart 2021

Feedback en formatief toetsen

Feedback


We verdelen feedback door docenten als door leerlingen in drie subcategorieën:

 

1 - Feed up (vooraf duidelijk wat je moet doen)

2 - Feedback (waar sta je nu)

3 - Feed forward (welke stappen moet je nog ondernemen om verder te komen)


 

 

Feed up

Feedback

Feed forward

 

Is het de leerling  duidelijk wat hij/zij moet doen? Waar werkt de leerling naartoe?

Waar is de leerling nu?

Welke stappen moet de leerling nog ondernemen om verder te komen? Hoe komt de leerling naar de gewenste situatie?

Docent

Leerdoel en succescriteria duidelijk maken, delen en begrijpen.

Realiseren van effectieve discussies, taken en activiteiten voor leren.

 

Feedback geven gericht op verder leren.

Medeleerling

Activeren van leerlingen als belangrijkste informatiebronnen voor elkaar.

 

Leerling

Activeren van leerlingen door het stimuleren m.b.t. het eigen leren.

 


Verder zijn er zeven essentiële punten voor het geven van feedback:

1 - Feedback moet verwijzen naar een doel.

2 - Feedback moet tastbaar en transparant zijn.

3 - Feedback moet actiegericht zijn.

4 - Feedback moet gebruiksvriendelijk zijn.

5 - Feedback moet vlot en tijdig worden gegeven.

6 - Feedback moet voortdurend formatief zijn, dus inzicht geven in het leerproces van de leerling.

7 - Feedback moet consistent zijn; de normen zijn duidelijk en gelijk voor iedereen. 



Formatief toetsen

Formatieve toetsen worden tijdens het onderwijsleerproces ingezet om te meten hoe ver leerlingen gevorderd zijn in het behalen van bepaalde doelen. Deze toetsen geven tevens inzicht in de vervolgstappen die ondernomen kunnen worden om alsnog de gestelde doelen te behalen of nieuwe doelen te formuleren.

In tegenstelling tot summatief toetsen, heeft formatief toetsen dus als primair doel leerlingen inzicht te geven in hun eigen leerproces en hun onderwijs op maat te geven. 

Toetsen met een formatieve functie zorgen ervoor dat de docent helder heeft waar de leerling naartoe werkt (feed up), een goed beeld krijgt waar de leerling staat (feedback) en de docent weet hoe hij de leerling naar de gewenste situatie kan leiden (feed forward).

Doordat de docent aan het einde van zijn les vragen stelt over de behandelde stof en over de te behandelen lesstof, krijgt de docent inzicht waar zijn leerlingen staan in hun leerproces:

- Hebben ze de behandelde stof voldoende begrepen?
- Kan hij de volgende les inderdaad aan nieuwe lesstof beginnen?
- Of blijkt dat leerlingen ook die stof beheersen?
- Hebben slechts enkele leerlingen extra instructie nodig?

Op basis van de uitkomst is het voor de docent mogelijk om in te spelen op wat zijn leerlingen nodig hebben en om eventueel zijn lesinstructies en leeractiviteiten de volgende les bij te stellen.

Het formatief toetsen leggen we uit in drie verschillende stappen. Waarbij we gebruik maken van de begrippen feed up, feedback en feed forward:

1 - Doel          – waar werkt de leerling naar toe?    - (feed up)
2 - Toets         – waar staat de leerling nu?              - (feedback)
3 - Gevolg      – wat heeft de leerling nog te doen? - (feed forward) 


Stap 1

Doel 

Waar werkt de leerling naar toe?

(feed up)

 

Bij formatief toetsen stel je eerst vast wat het doel is van de les.

 

Stap 2

Toets 

Waar staat de leerling nu?

(feedback)

 

 

In deze stap maak je zichtbaar wat al geleerd is met een toets.

 

Een toets kun je hier ruim opvatten, als een quiz, maar ook allerlei andere vraagvormen om de kennis of vaardigheden van leerlingen te toetsen.

 

Stap 3

Gevolg 

Wat heeft de leerling nog te doen?

(feed forward) 

 

 

In stap 3 bepaal je het gevolg: wat is er nog te leren? En om welke aanpassing van de les vraagt dit?

 

Deze stappen blijf je herhalen als docent, maar ook als leerling.

 

Door de les op deze manier te koppelen aan het doel en aan wat nog te leren is, wordt duidelijk waar de leerlingen naartoe werken.

 



vrijdag 19 maart 2021

Drogredenen

Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt. 



Via https://yourlogicalfallacyis.com/nl kwam ik een mooi overzicht tegen m.b.t. drogredenen.

 

ad hominem

 

Je hebt je tegenstander als persoon of zijn karaktereigenschappen aangevallen om op die manier zijn argumentatie onderuit te halen.

Een ad hominem aanval kan de vorm aannemen van een openlijke aanval op de persoon, of van het meer subtiel twijfel zaaien over de karaktereigenschappen van de persoon als strategie om de argumenten in diskrediet te brengen. Als resultaat van een dergelijke aanval op de persoon kan iemands argumentatie onderuit worden gehaald zonder dat er op de kern van de zaak zelf wordt ingegaan.

 

 

 

Voorbeeld:

Wanneer Saartje een degelijk onderbouwd en overtuigend pleidooi houdt voor een billijker belastingssysteem, vraagt Sam het publiek of het wel een goed idee is om eender wat te geloven van een vrouw die niet getrouwd is, ooit gearresteerd werd en daarenboven een beetje een vreemde geur verspreidt.

 

tu quoque

 

Je vermeed inhoudelijk te antwoorden op kritiek door zelf kritiek te beginnen spuien op de tegenpartij.

Komt uit het Latijn (uitgesproken als toe-kwo-kwee) en betekent letterlijk ‘jij ook’. Deze drogreden is ook bekend als verwijt van schijnheiligheid. Ze wordt veelvuldig gebruikt als afleidingsmanoeuvre omdat het de aandacht weghaalt van het feit dat iemand zijn argumentatie hoort te verdedigen, en de focus verplaatst naar de persoon die kritiek gaf.

 

 

 

Voorbeeld:

Nicole wees Anne erop dat ze een drogreden had gebruikt, maar in plaats van de inhoud van Nicoles bewering aan te vechten, beschuldigde Anne er haar van dat ze eerder in het gesprek zelf een drogreden had gebruikt.

 

persoonlijk ongeloof

 

Omdat je iets moeilijk te begrijpen vindt, of omdat je niet snapt hoe iets werkt, liet je uitschijnen dat het waarschijnlijk niet waar is.

Complexe materies zoals biologische evolutie door natuurlijke selectie vereisen een zekere mate van inzicht alvorens iemand in staat is om een gefundeerd oordeel te vellen over het onderwerp in kwestie; deze drogreden wordt doorgaans gebruikt ter vervanging van dat inzicht.

 

 

 

Voorbeeld:

Dirk maakte een tekening van een vis en een mens en vroeg aan Richard met overduidelijke minachting of hij nu echt dacht dat wij onnozel genoeg waren om te geloven dat die vis op een of andere manier veranderd was in die mens door alleen maar een aantal toevalligheden die door de tijd heen plaats hebben gevonden.

uitzonderingspleidooi

 

Je hebt de doelpalen verplaatst of een uitzondering verzonnen toen werd aangetoond dat je bewering vals was.

Mensen zijn eigenaardige wezens die ongeveer alles liever doen dan toegeven dat ze het bij het verkeerde eind hebben. In plaats van appreciatie op te brengen voor het voordeel dat je kan hebben door je ideeën bij te sturen op basis van een beter inzicht, zullen velen zich vastklampen aan oude overtuigingen. Een van de meest voorkomende manieren waarop dit wordt toegepast, is om na de feiten een rationele verklaring te bedenken om te staven waarom de oude overtuiging nog altijd waar moet zijn. Het is doorgaans heel eenvoudig om een verklaring te vinden die past in ons kraam, en het vereist daarentegen integriteit en oprechte eerlijkheid tegenover jezelf om je eigen overtuigingen en drijfveren in vraag te stellen zonder als gemakkelijkheidsoplossing je huidige kijk op onszelf en de wereld rondom ons zonder verder nadenken te rechtvaardigen.

 

 

 

Voorbeeld:

Derek beweerde een helderziende te zijn, maar wanneer zijn ‘gave’ getest werd onder wetenschappelijk verantwoorde omstandigheden, bleek die op magische wijze te zijn verdwenen. Derek verklaarde dit door aan te geven dat de gave alleen werkt bij mensen die er in geloven.

beladen vraag

 

Je stelde een vraag waarin een veronderstelling zat verwerkt die ervoor zorgde dat ze niet kon worden beantwoord zonder schuldig te lijken.

Beladen vragen zijn uitermate geschikt om steekhoudende discussies te doen ontsporen omwille van hun licht ontvlambare aard - degene die de beladen vraag voorgeschoteld krijgt, wordt ertoe gedwongen om zichzelf te verdedigen en kan verward overkomen op op het verkeerde been worden gezet.

 

 

 

Voorbeeld:

Zowel Greet als Ellen hadden een oogje op Bart. Op een dag vroeg Greet, goed wetend dat Bart binnen hoorsafstand zat, op onderzoekende toon of Ellen soms een drugsprobleem had.

bewijslast

 

Je zei dat de bewijslast niet ligt bij de persoon die de bewering deed, maar bij iemand anders die maar moest bewijzen dat de bewering niet waar is.

Je zei dat de bewijslast niet ligt bij de persoon die de bewering deed, maar bij iemand anders die maar moest bewijzen dat de bewering niet waar is. Als iemand iets beweert dan ligt de bewijslast bij die persoon zelf, en is het niet iemand anders die moet aantonen dat de bewering vals is. Het onvermogen om een bewering te ontkrachten, of het gebrek aan neiging daartoe, maakt die bewering niet waar en verleent er geen enkele vorm van geloofwaardigheid aan. Het is evenwel belangrijk om voor ogen te houden dat we nooit helemaal zeker van iets kunnen zijn, en dat we daarom elke bewering moeten beoordelen op basis van het beschikbare bewijsmateriaal. Iets meteen afwijzen omdat er geen waterdicht bewijs voor is geleverd, is ook een drogreden.

 

 

 

 

Voorbeeld:

Bertrand beweert dat er, op dit eigenste moment, een theepot zich in een baan om de zon bevindt, tussen de aarde en Mars, en dat zijn claim wel waar moet zijn omdat niemand kan bewijzen dat het niet waar is.

dubbelzinnigheid

 

Je gebruikte opzettelijk woorden met meerdere betekenissen of dubbelzinnige taal om de waarheid te verhullen of verkeerd voor te stellen.

Politici maken zich vaak schuldig aan het gebruik van dubbelzinnigheden om te misleiden, zodat ze er later op kunnen wijzen dat ze technisch gesproken niet echt hebben gelogen als ze onder de loep worden genomen. Dit bestempelen we als drogreden omdat het intrinsiek misleidend is.

 

 

 

Voorbeeld:

Het orakel van Delphi antwoordde op de vraag “Wordt het een jongen of een meisje?” zonder enige vorm van intonatie: “Jongen niet meisje”, zodat niet duidelijk was waar de komma hoorde te staan.

de gokkersdenkfout

 

Je beweerde dat er ‘reeksen' voorkomen in statistisch onafhankelijke fenomenen zoals opeenvolgende rondjes roulette.

Deze drogreden is zo wijdverspreid dat je kan zeggen dat ze mee heeft geholpen om volledige steden te laten ontstaan, zelfs op onwaarschijnlijke plaatsen, zoals Las Vegas in het midden van de Amerikaanse woestijn. Hoewel in het algemeen de kans op een ‘lange reeks’ erg klein is, toch is elke nieuwe draai van het rad volledig onafhankelijk van de vorige. Er mag dus op zich een heel kleine kans zijn dat bij het opgooien van een munt 20 opeenvolgende keren kop bovenaan zal eindigen, toch blijft bij elke individuele toss de kans 50/50, zonder dat er sprake is van enige beïnvloeding door wat daarvoor gebeurd is.

 

 

 

Voorbeeld:

Bij roulette was zopas voor de zesde opeenvolgende keer het resultaat rood, en dus wist Greg dat het zo goed als zeker was dat het de volgende keer zwart zou worden. Als jammerlijk gevolg van deze denkwijze, was hij al gauw al zijn spaargeld kwijt.

op de kar springen

 

Je verwees naar de populariteit van iets of het feit dat er veel mensen zijn die dat doen als een mogelijk bewijs dat het ook echt waar is.

De fout in deze argumentatie zit in het feit dat er absoluut geen verband is tussen de populariteit van een idee en het al dan niet waar zijn ervan.

Als dat verband er wel zou zijn, dan had de aarde zichzelf wel plat gemaakt gedurende een groot deel van de geschiedenis, om zich zo in lijn te brengen met dit populaire denkbeeld.

 

 

 

 

Voorbeeld:

Sander wees stomdronken naar Marc en vroeg hem om uit te leggen hoe het toch mogelijk was dat zoveel mensen in kabouters geloven als die alleen maar een oud bijgeloof zijn. Marc bleek er echter zelf een paar te veel op te hebben en viel van zijn stoel.

beroep doen op gezag

 

Je zei dat iets waar is enkel en alleen omdat een gezaghebbende figuur er zo over denkt.

Het is wel belangrijk om erop te letten dat deze drogreden niet wordt gebruikt om beweringen van experten of een wetenschappelijke consensus af te wijzen. Een beroep op gezag is geen geldig argument, maar dat geldt evenzeer voor het in de wind slaan van claims van experten die een aantoonbaar diepgaande kennis hebben, tenzij men een gelijkwaardig kennisniveau heeft en/of toegang tot empirisch bewijsmateriaal. Aan de andere kant is het perfect mogelijk dat de opvatting van een persoon of instelling die een zekere autoriteit heeft, fout is; de autoriteit die dergelijke personen of instellingen bezitten, heeft immers geen enkel intrinsiek verband met het al dan niet kloppen van hun beweringen.

 

 

 

Voorbeeld:

Omdat hij er niet in slaagde om zijn standpunt te verdedigen dat evolutie 'niet waar is' zei Bob dat hij een wetenschapper kent die evolutie ook in vraag stelt (en wellicht geen primaat is).

samenstellen/opdelen

 

Je nam aan dat wat geldt voor een onderdeel ook van toepassing is op het geheel of op andere delen; of dat wat geldt voor het geheel, ook opgaat voor de delen.

Vaak klopt het wel dat als iets waar is voor een deel, het dan ook geldt voor het geheel, of vice versa. Maar het cruciale punt zit in het feit of er al dan niet gefundeerd bewijs bestaat dat dit het geval is. Omdat we vaak samenhang zien in allerlei zaken, kan onze manier van denken vooringenomen worden, zodat we samenhang zien waar die er helemaal niet is.

 

 

 

Voorbeeld:

Danny was een vroegrijp kind met een voorliefde voor logica. Hij redeneerde: atomen zijn niet zichtbaar, en ik besta uit atomen, dus ik ben ook niet zichtbaar. Jammer genoeg was hij, ondanks zijn redeneerkunst, de verliezer bij het verstoppertje spelen.

geen echte Schot

 

Je deed een beroep op zoiets als ‘mate van echtheid’ om op die manier relevante kritiek of fouten in je argumentatie af te wimpelen.

Bij dit soort redeneerfout blijft men hardnekkig vasthouden aan een zienswijze, hoe overtuigend het bewijs van het tegendeel ook is, door gewoonweg het kader aan te passen zodat die zienswijze alleen van toepassing is bij een zogenaamd ‘echt’ geval. Dit soort rationalisatie na de feiten is een manier om gegronde kritiek op een argumentatie te vermijden.

 

 

 

Voorbeeld:

Angus beweert dat Schotten nooit suiker bij hun havermoutpap doen, waarop Lachlan erop wijst dat hijzelf een Schot is en weldegelijk suiker in zijn pap doet. Razend, als een echte Schot, brult Angus hem toe dat hij dan geen ‘echte’ Schot is.

genetisch

 

Je bestempelde iets als goed of slecht uitsluitend op basis van de plaats, instelling of persoon waar het vandaan kwam.

Deze drogreden gaat de discussie uit de weg door de aandacht te verschuiven naar de afkomst van iets of iemand. Het lijkt op een ad hominem drogreden omdat het bestaande negatieve percepties gebruikt om iemands argument in een slecht daglicht te stellen, zonder echt aan te tonen dat het argument zelf niet deugt.

 

 

 

Voorbeeld:

Nadat hij in het 6 uur journaal was beschuldigd van corruptie en het aannemen van smeergeld, zei het parlementslid dat we heel omzichtig moeten omgaan met wat we horen in de media, omdat we allemaal weten hoe onbetrouwbaar de media kunnen zijn.

zwart of wit

 

Je deed alsof er maar twee alternatieven mogelijk waren, terwijl er in werkelijkheid nog andere mogelijkheden bestaan.

Deze bedrieglijke tactiek, ook bekend als vals dilemma, heeft de uiterlijke schijn van een logische redenering, maar als je er dieper op ingaat dan wordt al snel duidelijk dat er nog andere mogelijkheden zijn dan de twee waaruit men je laat kiezen. Binair, zwart-of-wit denken laat geen ruimte voor de vele verschillende variabelen, toestanden en contexten waarin er meer dan de twee voorgestelde mogelijkheden bestaan. Het plaatst de discussie in een misleidend kader en vertroebelt de kans op een rationeel, eerlijk debat.

 

 

 

Voorbeeld:

Toen hij steun probeerde te verzamelen voor zijn plan om de burgerrechten fundamenteel te ondermijnen, vertelde de Grote Leider aan het volk dat ze ofwel aan zijn kant stonden, ofwel aan de kant van de vijand.

cirkelredenering

 

In je argumentatie was de conclusie al in de premisse vervat: wat nog bewezen moest worden, werd al voor waar aangenomen.

Deze logisch incoherente redenering komt vaak voor in situaties waarbij mensen een overtuiging hebben die dermate diep ingeworteld zit, dat ze die voor een werkelijk gegeven aanzien. Een cirkelredenering is vooral slecht omdat ze niet erg goed is.

 

 

 

Voorbeeld:

De uitspraken van de Grote Zorbo zijn vlekkeloos en perfect. We weten dit omdat het zo geschreven staat in Het Grote en Onfeilbare Boek van Zorbos Beste en Meest Oprechte Dingen die Zonder Twijfel Waar Zijn en Nooit in Vraag Mogen Worden Gesteld.

beroep doen op de natuur

 

Je argumenteerde dat iets waar, verantwoord, onvermijdelijk, goed of ideaal is omdat het 'natuurlijk' is.

Veel 'natuurlijke' dingen worden ook beschouwd als 'goed', en dat kan ertoe leiden dat we vooringenomen worden in ons oordeel; maar het feit op zich dat iets al dan niet natuurlijk is, maakt het niet automatisch goed of slecht. Moord kan je bijvoorbeeld beschouwen als een heel natuurlijk gegeven, maar dat maakt het uiteraard niet goed of verdedigbaar.

 

 

 

Voorbeeld:

De medicijnman kwam de stad binnengereden in zijn huifkar en bood verschillende natuurlijke geneeswijzen aan, zoals heel speciaal gewoon water. Hij zei dat hij het heel natuurlijk vond dat mensen achterdochtig waren tegenover 'kunstmatige' medicijnen zoals antibiotica.

anekdote

 

Je gebruikte een persoonlijke ervaring of een geïsoleerd geval in plaats van een goed onderbouwd argument of overtuigend bewijs.

Het is vaak eenvoudiger om iemands getuigenis te geloven dan zich te verdiepen in complexe data met een eindeloos spectrum aan kleine variaties. Kwantitatieve wetenschappelijke methoden zijn bijna altijd accurater dan individuele waarnemingen en ervaringen, maar we zijn geneigd om datgene te geloven dat tastbaar is, en/of het woord van iemand die we vertrouwen hoger in te schatten dan een meer 'abstracte' statistische realiteit.

 

 

 

Voorbeeld:

Johnny zei dat hij het allemaal wel kon zijn en zo, maar dat zijn grootvader zeker 30 sigaretten per dag rookte en toch 97 was geworden - dus moet je zeker niet alles geloven wat je leest over meta-analyses of methodologisch verantwoorde studies die bewezen oorzakelijke verbanden aantonen.

de Texas scherpschutter

 

Je hebt een deel van de data op zo’n manier geselecteerd dat ze je argumentatie lijken te ondersteunen (cherry picking), of je hebt een vermeend patroon gevonden om je stelling te bewijzen.

Deze 'valse oorzaak' drogreden is genoemd naar een revolverheld die op goed geluk een aantal kogels op de schutting afvuurt en er daarna een schietschijf op schildert met de roos op de plaats waar de meeste kogelgaten zitten, zodat het lijkt of hij echt een goede schutter is. Clusters ontstaan van nature door toeval, en ze wijzen dus niet noodzakelijk op een oorzakelijk verband.

 

 

 

Voorbeeld:

De producenten van Sugarette Candy Drinks zwaaien met onderzoek waaruit blijkt dat van de vijf landen waar de frisdranken van Sugarette het best verkopen, er drie in de top tien staan van de gezondste landen ter wereld, wat betekent dat frisdranken van Sugarette gezond zijn.

middenweg

 

Je beweerde dat een compromis, of een middenweg tussen twee uitersten de waarheid moet zijn.

Je beweerde dat een compromis, of een middenweg tussen twee uitersten de waarheid moet zijn. In veel gevallen ligt de waarheid inderdaad ergens in het midden, maar dit inzicht kan ons vooringenomen maken: soms is iets eenvoudigweg niet waar en dan is een compromis net zo goed niet waar. Halfweg tussen waarheid en leugen is nog altijd een leugen.

 

 

 

Voorbeeld:

Astrid zei dat vaccinaties autisme veroorzaken bij kinderen, maar haar vriend Jan, die veel over wetenschap las, zei dat deze bewering al lang ontmaskerd was als onwaar aan de hand van overduidelijk bewijs. Hun vriendin Els stelde als compromis voor dat vaccinaties wellicht sommige gevallen van autisme veroorzaken, maar niet alle gevallen van autisme.

stroman

 

Je hebt iemands argument verdraaid om het gemakkelijker aan te kunnen vallen.

Door andermans argument te overdrijven, te verdraaien of simpelweg volledig te verzinnen, wordt het veel eenvoudiger om je eigen standpunt als perfect logisch voor te stellen, maar dit soort oneerlijkheid ondermijnt elk eerlijk, rationeel gesprek.

 

 

 

Voorbeeld:

Nadat Willem had aangegeven dat we meer geld zouden moeten besteden aan gezondheidszorg en onderwijs, antwoordde Walter dat het hem ten zeerste verbaasde dat Willem zo weinig vaderlandslievend was dat hij het land haast onverdedigbaar zou willen laten door te besparen op defensie.

verkeerde oorzaak

 

Je hebt aangenomen dat een echte of vermeende relatie tussen bepaalde zaken meteen ook inhoudt dat het ene de oorzaak is van het andere.

Veel mensen verwarren correlatie (het feit dat dingen tegelijk of opeenvolgend gebeuren) met oorzakelijkheid (het feit dat het ene daadwerkelijk het andere veroorzaakt). Soms berust een correlatie op toeval, of zijn beide zaken toe te wijzen aan een gemeenschappelijke oorzaak.

 

 

 

Voorbeeld:

Met een mooi ogende grafiek toont Roger hoe de gemiddelde temperatuur voortdurend is gestegen in de loop van de voorbije eeuwen, terwijl tegelijk het aantal piraten is blijven dalen; daaruit leidt hij af dat piraten de wereld gekoeld houden en dat de opwarming van de aarde verzonnen is.

beroep doen op emotie

 

Je probeerde een emotionele reactie uit te lokken in plaats van een geldig of overtuigend argument te gebruiken.

Emoties waarop vaak wordt ingespeeld zijn onder meer angst, afgunst, haat, medelijden en trots. Uiteraard kunnen soms ook logisch samenhangende redeneringen emoties uitlokken of een emotioneel aspect bevatten, maar het probleem en de denkfout doen zich voor wanneer uitsluitend emotie de plaats inneemt van logische argumenten, of wanneer emotie gebruikt wordt om te verdoezelen dat er geen overtuigende rationele verklaring bestaat voor iemands standpunt. Iedereen, behalve sociopaten, is vatbaar voor emotie en daarom is het beroep doen op emotie een veelgebruikte en efficiënte argumentatietechniek, maar het blijft wel onjuist, oneerlijk en maakt doorgaans de tegenstander terecht emotioneel.

 

 

 

Voorbeeld:

Lucas wou zijn schapenhersentjes met lever en spruitjes niet opeten, maar zijn vader zei hem dat hij moest denken aan de arme, hongerlijdende kindjes in de derde wereld, die helemaal niets te eten krijgen.

de drogreden-drogreden

 

Je nam aan dat een bewering noodzakelijkerwijze fout is omdat de argumentatie zwak was of omdat er een redeneerfout in zat.

Het is perfect mogelijk om op basis van steekhoudende argumenten een bewering te doen die vals is, net zoals het mogelijk is om een bewering te doen die waar is, maar die te staven met diverse drogredenen en zwakke argumenten.

 

 

 

Voorbeeld:

Op basis van het inzicht dat Amanda een redeneerfout had gemaakt toen ze argumenteerde dat we gezond moeten eten omdat een voedingsdeskundige had verteld dat dit nu eenmaal populair was, concludeerde Alice dat we daarom elke dag XL cheeseburgers hoorden te eten.

hellend vlak

 

Je zei dat als we toelaten dat A gebeurt, dan onvermijdelijk ooit Z zal gebeuren, en dat daarom A niet mag gebeuren.

Het probleem met deze redenering is dat ze niet ingaat op het eigenlijke punt van de discussie, maar de aandacht verplaatst naar extreem hypothetische scenario’s. Aangezien er geen bewijs wordt aangebracht om aan te tonen dat dergelijke extreem hypothetische scenario’s ook effectief werkelijkheid zullen worden, heeft deze denkfout de vorm van inspelen op emotie, omdat ze berust op angst. De discussie wordt in feite onterecht ondermijnd door ongefundeerde vermoedens.

 

 

 

Voorbeeld:

Karel Kasters beweert dat als je het instituut van het huwelijk openstelt voor personen van hetzelfde geslacht, je dan voor je het weet wetsvoorstellen krijgt om huwelijken mogelijk te maken tussen mensen en hun ouders, hun auto’s en zelfs hun huisdieren.