donderdag 28 februari 2019

Doeloriëntatie is een goede voorspeller van studiesucces

Uit onderzoek bij kinderen, adolescenten en studenten in traditioneel onderwijs blijkt doeloriëntatie een goede voorspeller van studiesucces (e.g. Van Yperen, Blaga, & Postmes, 2014; Wigfield & Cambria, 2010).

ARTIKEL: Liever jezelf verbeteren dan de ander verslaan


Doeloriëntatie houdt in dat mensen verschillende motieven kunnen hebben om een bepaald doel te bereiken (Dweck, 1986). 


Bij het stellen van leerdoelen kan men deze richten op zichzelf (‘mastery’ oriëntatie, gericht op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden) of op anderen (‘performance’ oriëntatie, gericht op beter presteren dan anderen), waarbinnen men zich kan richten op het behalen/verkrijgen van succes (approach) dan wel op voorkomen van falen (Elliot & McGregor, 2001). 


Daarnaast kan men ook als oriëntatie hebben een doel te bereiken door zo min mogelijk inspanning te hoeven leveren (Harackiewicz, Durik, Barron, Linnenbrink-Garcia, & Tauer, 2008).




De structuur van doeloriëntaties

Waarde
Normatief
(gericht op de ander)

Intrapersoonlijk
(gericht op zelf)
Positief/succes
Prestatiestreefdoel (performance-approach)


Doel:
Beter presteren dan anderen

Gedragingen:
-Zelf effectiviteit laag

Leerstreefdoel
(mastery-approach)


Doel:
Beheersen van de stof

Gedragingen:
-Zelf effectiviteit hoog
-Veel strategieën bij het oplossen van een
probleem

Negatief/falen
Prestatievermijddoel (performance-avoidance)


Doel:
Slechter presteren dan
anderen vermijden

Gedragingen:
-Minder moeite doen bij falen
-Zelf effectiviteit laag
-Falen komt door
gebrek aan vaardigheid

Leervermijddoel
(mastery-avoidance)


Doel:
Niet beheersen van de stof vermijden

Gedragingen:
-Faalangst
-Uitstelgedrag
-Zelf effectiviteit hoog
-Lage zelfstandigheid
-Hogere emotionaliteit