zaterdag 26 oktober 2024

Neurodiversiteit

Neurodivergentie staat voor alle manieren waarop een individueel brein anders is dan gemiddeld. Daarmee wordt op een neutrale manier beschreven dat veel breinen afwijken van de norm. Dit betekent dat hun brein anders in elkaar zit dan mensen die een gemiddeld of typisch stel hersenen hebben. Denk aan bijvoorbeeld: ADHD, ASS of autisme, dyspraxie, dyslexie, dyscalculie, persoonlijkheidsstoornissen en psychische aandoeningen. 

Neurodiversiteit verwijst naar verschillen in de hersenen in bijvoorbeeld bedrading of organisatie van de hersencellen die resulteren in een andere manier van denken en informatie verwerken. Een andere manier van denken die niet abnormaal is, maar past binnen de diversiteit die je op vele vlakken tussen mensen onderling ziet.

 

Neurotypisch vs neurodivergent

In de wetenschappelijke wereld wordt de term neurodiversiteit regelmatig opgedeeld in twee groepen mensen: de neurotypische en neurodivergente mensen:

Neurotypisch

Neurotypisch zijn diegenen die statistisch gezien een gemiddelde, en dus ‘normale’, hersenontwikkeling of hersenorganisatie hebben.

 

Neurodivergent

Neurodivergent zijn de mensen die in hun hersenontwikkeling of hersenorganisatie afwijken van het gemiddelde.

 

In het onderwijs lopen uiteraard ook veel leerlingen rond met een neurodivergent brein. Naar schatting is tussen de 10 procent van de Nederlandse bevolking neurodivergent.

Toch gaan scholen en onderwijsprofessionals nog vaak uit van één bepaald soort (neurotypische) leerlingen. De onderwijscontext is vooral ingericht op de neurotypische leerlingen – personen die een gemiddeld of typisch stel hersenen hebben. Daardoor lopen neurodivergente leerlingen vaak tegen toegankelijkheidsproblemen aan. Voor inclusief onderwijs is het belangrijk om rekening te houden met ieders ondersteuningsbehoefte.

Daarom is het belangrijk dat je je als onderwijsprofessional blijft verdiepen in hoe je het beste met dit soort leerlingen omgaat. Deze onderstaande TED-talk is bijvoorbeeld een goed begin.

 

Neurodiversity – the key that unlocked my world | Elisabeth Wiklander | TEDxGöteborg

https://www.youtube.com/watch?v=Qvvrme5WIwA

 

 

Rekening houden met

Hoe houd je rekening met neurodivergente leerlingen? Start met de onderstaande tips:

1. Verdiep je in neurodiversiteit

 

- Deel ervaringen en praktijkvoorbeelden met collega’s en maak diversiteit hierbinnen zichtbaar. Een van de belangrijkste bronnen van inzicht in neurodivergentie zijn de mensen om je heen. Zij kunnen je waardevolle perspectieven bieden over hoe ze het beste leren en werken. Luister daarom naar hun ervaringen en behoeften.

- Zorg dat onderwijsprofessionals voldoende kennis hebben van verschillende vormen van neurodivergentie.

 

2. Aanwezigheid van voorzieningen

Maak inzichtelijk welke voorzieningen op school aanwezig zijn. Ga met leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals in gesprek over wat de leerlingen nodig hebben.

 

3. Voorzieningen beschikbaar maken

Maak voorzieningen beschikbaar voor neurodivergente leerlingen die dat nodig hebben. Ook als zij (nog) geen diagnose hebben. Veel leerlingen moeten wachten op de diagnose, waardoor de ondersteuning voor de leerlingen te laat komt.