vrijdag 27 juni 2014

Academische Opleidingsschool (AOSL)

Vanuit het Keurmerk Opleidingsschool is voor 2013 – 2016 een subsidie verstrekt door het ministerie van Onderwijs om de samenwerking tussen lerarenopleiding en opleidingsschool te versterken. 

Daarbij zijn vijf thema’s gedefinieerd: 


  • inductie, 
  • ouderparticipatie, 
  • pesten, 
  • omgaan met verschillen en 
  • opbrengstgericht werken.

Inductie
Uit het onderzoek blijkt dat bijna de helft van de leraren in de eerste vijf jaar van hun aanstelling de school verlaat. Er vertrekken meer docenten op eigen initiatief dan vanwege onvoldoende beoordeling. Een goede registratie van verloopcijfers is een belangrijke voorwaarde voor een breed gedragen inductiebeleid. Werving en selectie van nieuwe leraren moet beter. Het aanwezige inductiebeleid is vaak gebrekkig. 
Er bestaat dus een inductieprobleem in het voortgezet onderwijs. Scholen zijn zich te weinig bewust van het inductieprobleem. Of er is wel aandacht voor het inductieprobleem, maar er is geen beleid aanwezig op de scholen.
Intervisie, feedback, observaties zijn nuttige instrumenten, vooral als ze zijn ingebed in een coherent en toegespitst inductieprogramma.
Inductiebeleid komt pas echt tot zijn recht als het onderdeel uitmaakt van een leven lang leren programma voor alle medewerkers van een school. Uit onderzoek blijkt dat er een noodzaak si voor een  schooloverstijgend, systematisch Leven Lang Leren Programma op de VO-scholen, waardoor leraren de mogelijkheid hebben om een goede (levens- en loopbaan)planning te maken binnen of buiten het onderwijs.  

Ouderbetrokkenheid
Ieder kind, iedere leerling heeft recht op een goede samenwerking tussen school en ouders. Ouderbetrokkenheid is daarom een niet-vrijblijvende en gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en school waarin ouders en school vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de (school)ontwikkeling van het kind (de leerling). Ouderbetrokkenheid beoogt slechts één ding: een betere wereld voor het kind/de leerling, de ouders en de school.

Pesten

Pesten komt helaas op iedere school voor. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken. Scholen nemen signalen over pesten serieus, hebben een veelvuldig een incidentenregistratie, pestprotocol, leerlingbegeleider, vertrouwenspersoon en een sociale weerbaarheidstraining. 

Scholen streven er naar, dat als pesten voorkomt, het als probleem wordt gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders. Alleen met elkaar kan een dergelijke probleem opgelost worden. 

Omgaan met verschillen
Goed kunnen omgaan met verschillen is een uitdagende opdracht, die van de docent reflectie op het eigen denken en handelen vraagt. Om ruimte te geven aan de verschillende leerlingen om zich optimaal te ontwikkelen kan men zich als doel stellen het harmoniseren en verbeteren van de interne differentiatie naar verschillende niveaus. 

Opbrengstgericht werken
Opbrengstgericht werken is een speerpunt in het Nederlandse beleid met betrekking tot het voortgezet onderwijs. Een school die opbrengstgericht werkt, zet zich planmatig in voor het verbeteren van de vorderingen van leerlingen. Dit gebeurt door hoge doelen te stellen, gericht hieraan te werken en leerlingen systematisch te volgen in hun vorderingen. En met goed resultaat. Scholen die systematisch hun toetsgegevens analyseren en gebruiken hebben betere resultaten, zo blijkt uit onderzoek van de Inspectie.