vrijdag 22 maart 2013

Pestprotocol

Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde handelwijze gaan aanpakken.


Uitgangspunten

Een dergelijk protocol kan alleen functioneren als aan bepaalde voorwaarden is voldaan:

1. De school is actief in het scheppen van een veilig, pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als onacceptabel gedrag wordt ervaren.
2. Pesten moet als een probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen; docenten, onderwijsondersteunend personeel, ouders en leerlingen. Met het ondertekenen van het Nationaal onderwijsprotocol laten alle betrokken partijen zien, dat zij bereid zijn tot samenwerking om de problemen rond pesten aan te pakken.
3. Docenten en onderwijsondersteunend personeel moeten pesten kunnen signaleren en vervolgens duidelijk stelling nemen tegen het pesten.
4. De school dient te beschikken over een directe aanpak wanneer het pesten de kop opsteekt (het pestprotocol).
5. De school ontplooit preventieve (les)activiteiten.


De vijfsporenaanpak

Door het ondertekenen van het Nationaal onderwijsprotocol heeft de school zich verbonden aan de vijfsporenaanpak. Dit houdt in:


De algemene verantwoordelijkheid van de school
  • De school zorgt dat de medewerkers voldoende informatie hebben over het pesten in het algemeen en het aanpakken van pesten.
  • De school werkt aan een goed beleid rond pesten, zodat de veiligheid van leerlingen binnen de school zo optimaal mogelijk is waardoor een klimaat ontstaat waarin pesten bespreekbaar gemaakt kan worden.
  • Alle medewerkers van de school vervullen een voorbeeldfunctie bij het signaleren en tegengaan van pestgedrag.

Het bieden van steun aan de jongere die gepest wordt
  • Het probleem wordt serieus genomen.
  • Er wordt uitgezocht wat er precies gebeurt is.
  • Er wordt overlegd over mogelijke oplossingen.
  • Het aanbieden van hulp door de mentor, de leerlingencoördinator/onderwijsteamleider, de 
  • counselor of de schoolmaatschappelijk werker.

Het bieden van steun aan de pester
  • Het confronteren van de jongere met zijn gedrag en de gevolgen hiervan voor de pester. 
  • De achterliggende oorzaken boven tafel proberen te krijgen. 
  • Wijzen op het gebrek aan empathisch vermogen dat zichtbaar wordt in het gedrag. 
  • Het aanbieden van hulp (desnoods verplicht) door de mentor, de leerlingencoördinator/onderwijsteamleider, de counselor of de schoolmaatschappelijk werker.


Het betrekken van de middengroep bij het pesten
  • De mentor bespreekt met de klas het pesten en benoemt de rol van alle leerlingen en die 
  • van de school hierin.
  • Er wordt gesproken over mogelijke oplossingen en wat de klas kan bijdragen aan een 
  • verbetering van de situatie. De mentor komt hier in de toekomst op terug.

Het bieden van steun aan de ouders
  • Ouders die zich zorgen maken over pesten worden serieus genomen.
  • De school werkt samen met de ouders om het pesten aan te pakken. 
  • De school geeft adviezen aan de ouders in het omgaan met hun gepeste of pestende kind.
  • De school verwijst de ouders zo nodig naar deskundige hulpverleners.

Meer informatie over een pestprotocol via: http://focusberoeps.webfactional.com/media/uploaded_files/page_files/pestprotocol.pdf



Enkele voorbeelden van een pestprotocol:

http://www.donboscocollege.com/uploads/file/downloads/dbc_pestprotocol.pdf


http://www.ouders.net/gratis-downloads/voortgezet-onderwijs/protocollen/1073-tien-tips-voor-het-ontwikkelen-van-een-pestprotocol.html


http://www.alexander-college.nl/pdfs/schoolgidsbestanden/Microsoft%20Word%20-%20Pestprotocol..pdf