Toetsen worden van oudsher gebruikt om te evalueren wat iemand weet of kan. Zo meten we hoe goed een student de leerstof beheerst aan het einde van een onderwijsonderdeel.
Vanuit de cognitieve leerpsychologie weten we inmiddels dat toetsen ook het leren zelf kunnen versterken. Dit is het zogeheten testing effect.
Testing effect
Het testing effect is een cognitief psychologisch fenomeen dat langzamerhand zijn weg vindt naar de onderwijspraktijk. Het effect is het gemakkelijkst uit te leggen aan de hand van een voorbeeld.
Stel je voor: je bestudeert de acht stappen van een bepaalde procedure met als doel deze stappen te onthouden. Nadat je deze stappen een tijdje bestudeerd hebt leg je ze weg om ze later nog eens te bestuderen.
Beter zou zijn om de procedure weg te leggen en even later te proberen de acht stappen uit je geheugen op te halen - jezelf te testen dus. Deze oefening zal je geheugen voor die acht stappen waarschijnlijk meer versterken dan het nogmaals bestuderen van de acht stappen.
Veel studenten hebben overigens de neiging om te kiezen voor herstuderen, zelfs als ze weten dat testen beter werkt.
Onderzoek naar het testing effect
Het testing effect is al vaak experimenteel onderzocht. In deze experimenten krijgen proefpersonen bijvoorbeeld een lijst woordparen Swahili - Engels te leren. Daarna krijgt de ene helft van de proefpersonen (de testgroep) een toets over die woordparen, en de andere helft bestudeert de woordparen nogmaals (de herstudiegroep).
Het blijkt dat direct na afloop de geheugenprestaties op een test voor beide groepen meestal gelijk zijn. Echter: als beide groepen na een week nog een toets krijgen, scoort de testgroep vaak aanzienlijk beter dan de herstudiegroep.
Testen heeft dus vooral op de langere termijn een positief effect op onze geheugenprestaties.
Het testing effect is niet alleen onderzocht in gecontroleerde experimentele opzetten, maar ook in de onderwijspraktijk. Zo werden er toetsen gegeven na colleges over kunstgeschiedenis, quizzen gedaan in lessen natuurkunde en kregen studenten een formatieve toets na een leesopdracht binnen het domein van de sociale wetenschappen. In alle gevallen werd een voordeel van testen ten opzichte van herstuderen gevonden.
Randvoorwaarden
De randvoorwaarden van het effect zijn ook onderzocht. Zo profiteren we minder of soms helemaal niet van het ophalen van informatie die al veel samenhang van zichzelf heeft. Denk hierbij aan een studietekst met heel veel structuuraanduiders.
Het testing effect is eveneens niet gevonden bij het maken van bepaalde probleemoplostaken.
Ook weten we dat het verstandig is om inhoudelijke feedback te geven na een toets. Het effect is dan sterker en eventuele onjuist herinnerde informatie wordt gecorrigeerd.
Tevens geldt dat hoe meer inspanning het kost om iets op te halen uit je geheugen, hoe meer je beloond wordt voor die moeite: het geheugen wordt extra versterkt. Dit betekent dat je de informatie in de toekomst gemakkelijker kunt ophalen uit je geheugen.
Hierdoor kun je ook weer gemakkelijker nieuwe dingen leren, omdat nieuwe informatie beter gekoppeld kan worden aan de door toetsing versterkte geheugensporen in ons langetermijngeheugen.
Tot slot zijn er aanwijzingen dat juist de wat zwakkere studenten meer profijt hebben van deze leerstrategie dan de studenten die toch al goed presteren.
Verklaring voor het testing effect
Een toets vraagt iets van de lerende. De toets vraagt bijvoorbeeld om kennis op te halen uit het geheugen. Juist dit proces van informatie ophalen uit ons geheugen zorgt ervoor dat ons geheugen voor die betreffende informatie versterkt wordt. Zo kun je dus langer profiteren van wat je geleerd hebt.
Hoe dit proces precies werkt weten we tot op de dag van vandaag niet zeker. Dat het proces de geheugensporen kán versterken, staat echter vast.
Toepassing van het testing effect
Docenten en studenten kunnen hun voordeel doen met deze bevindingen.
Docenten zouden standaard hun les kunnen beginnen met een korte quiz over de lesstof van vorige week of over de stof die studenten moesten doornemen ter voorbereiding van de les.
Het is niet zo dat er altijd formele toetsmomenten moeten worden ingelast hiervoor. Het gaat immers om het proces van het ophalen van informatie uit het geheugen.
Allerlei toetsvormen kunnen dit proces in meerdere of mindere mate uitlokken. Zo kun je een meerkeuzetoets gebruiken maar ook een toets met open vragen. In het laatste geval zullen de studenten waarschijnlijk meer moeite moeten doen om de informatie op te halen uit hun geheugen en zal het effect sterker zijn.
Studenten zouden tijdens het studeren - in plaats van samenvattingen te maken - hun tijd beter kunnen besteden aan het actief herinneren wat ze zojuist hebben gelezen. Als ze dan merken dat ze het nog niet zo goed weten, heeft herstuderen juist een versterkend effect. Dit heet test-potentiated learning.
Maar zelfs zonder herstuderen wordt het geheugen versterkt. Studenten zouden ook zelf toetsvragen kunnen bedenken tijdens het studeren. Als afsluiting van een studiemoment proberen ze dan deze vragen te beantwoorden - zonder te spieken!
[bron: http://lic.avans.nl/service.lic/publicaties/testing-effect]