maandag 27 januari 2014

Motivatie

Wat is motivatie? 

Synoniemen van het woord „gemotiveerd‟ zijn “enthousiast en gedreven.” 
Leerlingen die gemotiveerd zijn, zijn dus enthousiast over de opdracht en ze zijn 
gedreven om een opdracht goed te kunnen maken. 

Welke beweegredenen hebben leerlingen waarom ze gemotiveerd of juist ongemotiveerd zijn. 
Wat zijn de huidige beweegredenen van de leerlingen? Wanneer hieruit blijkt dat deze leerlingen op het moment negatieve motieven hebben voor het gedrag dat ze nu in de praktijk laten zien, zal er gezorgd moeten worden dat deze leerlingen een beweegreden krijgen om gemotiveerd gedrag te kunnen laten zien. 

Motivatie bestaat uit twee soorten: intrinsieke en extrinsieke motivatie. Voor intrinsiek gemotiveerde leerlingen is de activiteit op zichzelf lonend. De beweegredenen zijn dan de behoefte om kennis op te doen, zich efficiënt te voelen bij het oplossen van problemen, zelf te kunnen bepalen wat men doet en welke resultaten men wil behalen en zoveel mogelijk succeservaringen na te streven en falen te vermijden. 

Motivatievariabelen
Categorie
Factor
Intrinsieke motivatievariabelen
- persoonlijke interesse
- persoonlijke kwaliteiten
- opvattingen over relevantie
- capaciteiten van leerling in relatie tot schoolvak
- algemeen zelfbeeld van de leerling
- ideeën over moeilijkheidsgraad van het vak
- tijdsdruk
Extrinsieke motivatievariabelen
- invloed van de docent
- invloed van medescholieren
- eisen vervolgstudie
- behaalde resultaten
- schoolsysteem
Keuzegerichte variabelen
- keuzemogelijkheid


Naast intrinsieke motivatie hebben leerlingen vaak ook een extrinsieke motivatie nodig hebben, omdat de taak op zich niet voldoende motivatie opwekt. Extrinsieke motivatie is een beweegreden die buiten de taak zelf ligt, een materiële of sociale beloning die door ouders of 
leerkrachten beloofd wordt. 

Wanneer dus blijkt dat de leerlingen de taak zelf niet lonend genoeg vinden, dus over te weinig intrinsieke motivatie beschikken, zal de leerkracht moeten zorgen voor een extrinsieke beweegreden. 

Hieronder staan een aantal voorbeelden van hoe motivatieproblemen zich kunnen uiten: 
  • Protestopmerkingen tijdens het geven van instructie en het verwerken van de leerstof. 
  • Lichaamstaal, zoals het onderuitgezakt zitten van een leerling, maar ook de gelaatsuitdrukking tijdens het werken. 
  • Treuzelen en niet onmiddellijk aan het werk gaan na de instructie 
  • Vluchtgedrag zoals het langdurig zoeken naar spullen, vaak door de klas lopen of veelvuldig naar de wc gaan. 
  • Eenzijdige keuze bij vrije activiteiten en gebrek aan eigen initiatieven 
  • Vroegtijdig stoppen met werken door op te geven 
  • Een zeer traag werktempo en dromerigheid 
  • Negatieve reacties bij het evalueren van het gemaakte werk.
[bron: Motivatie, je hebt het zelf in de hand. Over het motiveren van leerlingen door je eigen handelen te veranderen - Anne Lommen]


Tips om de motivatie te vergroten
Wat kunnen docent doen om de motivatie van de leerlingen te vergroten. Hier volgen een aantal tips.

Aansluiten bij persoonlijke interesse

Docenten moeten hun leerlingen constant stimuleren om voor hun persoonlijke interesses te durven uitkomen.
Relevantie

Naast interessante weblinks en videomateriaal, zorgt ook aansluiting op de actualiteit voor een toenemend besef van “het nut” van een vak.
Docent

Wanneer docenten hun eigen enthousiasme als inspiratiebron inzetten, nemen hun leerlingen dit enthousiasme over.
Keuzeaspect

‘Kiezen’ geeft de leerling het gevoel van eigenaarschap. In ieder vak kunnen keuzemogelijkheden ingebouwd worden, zodat er het gevoel van eigenaarschap ontstaat.


Tips voor docenten om de motivatie bij leerlingen te vergroten:

- Toon empathie naar leerlingen toe.
- Laat de leerling reflecteren op hun eigen kunnen.
- Geef goede en duidelijke uitleg.
- Bied leerlingen de mogelijkheid om zelf onderwerpen binnen het vak aan te dragen.
- Bied verrijkingsstof aan voor differentiatie.
- Positieve en duidelijke feedback, hierdoor zal de intrinsieke motivatie stijgen.
Tips voor docenten m.b.t. lesmateriaal en werkvormen:

- Werk met concrete voorbeelden dichtbij de eigen belevingswereld.
- Gebruik verschillende werkvormen en test die uit.
- Gebruik praktijkvoorbeelden om verbanden te leggen tussen het leren nu en het gebruik later.

[Bron: Hoe vergroot je de motivatie van de leerling? IVLOS, 2010]