zondag 1 februari 2015

Motiverende werkvormen

Werkvorm:
Beschrijving van de werkvorm:

Voorbeeld/nabespreking
Vier hoeken
De vier hoeken werkvorm werd ontwikkeld om leerlingen erover na te laten denken en te beargumenteren, welke van vier gegeven antwoorden op een vraag (of oplossingen voor een probleem) de juiste is. De antwoorden of oplossingen zouden zo geformuleerd moeten zijn, dat zij allemaal correct zouden kunnen zijn en niet een duidelijk beste antwoord bevatten. De antwoorden worden op een groot blad papier geschreven en in de vier hoeken van het klaslokaal opgehangen. De leerlingen krijgen aansluitend de vraag of het probleem te horen en worden gevraagd dat antwoord of die oplossing te kiezen, die hun op dit moment de beste lijkt te zijn. Aan de leerlingen zou uitgelegd moeten worden, dat een keuze niet betekent, dat ze de andere antwoorden of oplossingen fout vinden, maar niet zo goed als die, waarvoor zij hebben gekozen. Om tot een besluit te komen hebben leerlingen enkele minuten de tijd nodig. Nadat de leerlingen een van de hoeken hebben gekozen, wordt aan de vier groepen gevraagd, om argumenten aan te dragen om het antwoord of de oplossing te onderbouwen.

Leerlingen, die het moeilijk vinden met één van de gegeven antwoorden of oplossingen eens te zijn, kunnen in het midden van de klas een groep vormen en hun standpunt onderbouwen. Zij zouden dan tot een eigen antwoord of oplossing moeten komen.

Dit voorbeeld werd voor de aardrijkskundeles ontwikkeld en het richt zich op ruimtelijke patronen. Geen enkel van de voorgestelde patronen is helemaal juist, maar allemaal wel een beetje, afhankelijk van de gezichtspunten van de kaartlezer.

Het thema van de lessenreeks is: Is familie in Europa belangrijk?

Het lesonderwerp is: Heeft men in Europa een voorkeur voor minder kinderen?

De volgende kaarten kunnen gebruikt worden:
http://www.atlasofeuropeanvalues.eu/map.php?id=182&lang=nl 
(Een vrouw moet kinderen krijgen om aan haar bestemming te voldoen.)
http://www.atlasofeuropeanvalues.eu/map.php?id=566&lang=nl  
(Een man moet kinderen krijgen om aan haar bestemming te voldoen.)

Nabespreking
1.  Hoe ben je tot het besluit gekomen, welk patroon het beste overeenkomt met de kaart?
2.  Hoe heb je de argumenten ontwikkeld om je keuze te onderbouwen?
3.  Voor welk doel is het verstandig om patronen te gebruiken?
4.  Wat kunnen patronen niet?
2-20-200




Diamond ranking
Leerlingen krijgen twaalf of negen uitspraken die een reeks van opvattingen weergeven en moeten de uitspraken in een ruit (diamant) rangschikken. Het belangrijkste of meest kenmerkende item of de uitspraak, waarmee men het meeste eens is, komt bovenaan te staan. Vervolgens komen de aspecten, die op de tweede rang staan en tenslotte wordt onderaan in de ‘diamond’ het statement geplaatst, waarmee men het minste mee eens is, of dat het minst belangrijk of kenmerkend is. In een tweede stap leggen de leerlingen de eigen ‘diamond ranking’ aan andere leerlingen uit en onderbouwen hun keuze met argumenten. Eventueel kan ook een groeps- of klassen- “diamond” worden gemaakt.

Na de eerste stap:
- Was het gemakkelijk om de “diamond ranking” in te vullen?
- Waar was het moeilijk en waarom?
- Kon je goede argumenten aanvoeren om je “diamond ranking” te onderbouwen?
- Heb je goede argumenten van andere leerlingen gehoord, waaraan je zelf niet hebt gedacht?

Als er een groeps “diamond” wordt gemaakt:
- Hoe kwam je tot overeenstemming?
- Was het moeilijk/onmogelijk om tot een gezamenlijke “diamond” te komen?

Na de tweede stap:
- Ben je van mening veranderd, nadat je de statements van Marit en Anup hebt gehoord? Waarom (niet)?

Waarom is dit een goede werkvorm?

Deze werkvorm helpt leerlingen inzicht in hun eigen standpunten te verkrijgen, wat een belangrijke stap is. Ze roept discussie op en laat op een gemakkelijke manier zien, dat opvattingen of houdingen in de meeste groepen divergeren: er zullen nauwelijks 20 dezelfde ‘diamond rankings’  in één groep zijn. Verder ontwikkelen de leerlingen in de toelichting van de eigen ranking hun argumentatieve vaardigheden.

Croquis
Ruimtelijke verschillen in de EU
A. Voordat je begint moet je de volgende vragen beantwoorden:
B. Informatie verzamelen
C. Informatie rangschikken
D. Het organiseren van de legenda van de croquis in rubrieken
E. Afmaken van de legenda en de croquis


Waarden kwadrant

(Opinielijn)
Deze werkvorm moedigt leerlingen aan, opvattingen van anderen nader te onderzoeken en naar redenen van deze opvattingen te zoeken. Hiervoor besluiten ze eerst, hoe een aantal uitspraken op een horizontale “meningslijn” gepositioneerd kunnen worden. De horizontale lijn maakt deel uit van een waardenkwadrant. In een tweede stap moeten de leerlingen namelijk de uitspraken nog eens lezen en proberen, achter de beweegredenen voor de ingenomen standpunten te komen. Deze redenen worden op de verticale as van het waardenkwadrant afgezet.

Voorbeeld (van de werkvorm in de praktijk)

Het thema van de lessenreeks is: Welke opvattingen hebben Europeanen over migranten? 
Nabespreking

- Wat versta je onder een negatieve of positieve houding ten opzichten van migranten?
- Hoe heb je besloten, dat de redenen, die de jongeren gaven, economisch of cultureel van aard waren?
- Was het moeilijk om de standpunten in het waardenkwadrant te plaatsen?
- Welke informatie zou je verder nog nodig hebben, om de houding van de jongeren beter te begrijpen? Wat zou je hen willen vragen?
- Wat heb je geleerd over de vraag, waarom mensen bepaalde opvattingen over migranten hebben?
- Hoe ga je met het geleerde om?

Waarom is dit een goede werkvorm?

Het onderzoeken van opvattingen en houdingen is belangrijk en de werkvorm ‘waardenkwadrant’ maakt dit mogelijk. Zij geeft leerlingen de mogelijkheid andere mening te begrijpen en te waarderen, maar ook hun eigen standpunt te bepalen. De werkvorm maakt het ook mogelijk om conflictoorzaken van verschillende groepen te onderzoeken.

Bij deze werkvorm zijn de kaarten van de Atlas of European Values zijn goed te gebruiken.

Sneeuwbal
Bij deze werkvorm werken leerlingen in het begin alleen en kiezen 9 van de 16  redenen, waar ze het meest mee eens zijn.  Vervolgens verminderen de leerlingen in tweetallen het aantal redenen naar 6. Tenslotte komen de leerlingen in een groep van 4 leerlingen tot overeenstemming over 3 redenen.

Deze werkvorm moedigt leerlingen aan, hun begrip van een onderwerp te bediscussiëren en hun opvattingen in samenspel met anderen te verkennen en te verdedigen. De werkvorm stimuleert groepsdiscussie. De kaarten van de AoEV kunnen als inspiratie voor het construeren van een sneeuwbal gebruikt worden, of naderhand, om de leerlingen hun antwoorden te laten onderbouwen of te controleren.

Voorbeeld (van de werkvorm in de praktijk)

Het thema van de lessenreeks is: Is familie in Europa belangrijk?

Het lesonderwerp is: Hoe belangrijk is het voor Europeanen om kinderen te hebben?

Nabespreking

1.            Toen je gekozen hebt, welke redenen de meest toepasbare zouden zijn, heb je
daarbij aan je eigen warden over familie gedacht?
2.            Hoe gemakkelijk was het om rekening te houden met de waarden van anderen?
3.            In hoeverre heb je dat, wat je over andere Europese landen weet, gebruikt en heeft
het je geholpen?
4.            Welke informatie zou je nodig hebben om te controleren, of je ideeën, waarom
mensen het hebben van kinderen zouden waarderen, correct zijn?

Waarom is dit een goede werkvorm?

Er zijn vele redenen, waarom mensen een groter of kleiner gezin zouden willen hebben. Deze redenen kunnen cultureel, economisch of religieus van aard zijn. Redenen kunnen ook tussen landen verschillen. De sneeuwbal werkvorm helpt leerlingen erover na te denken, welke waarden zij van toepassing vinden. Ze zorgt ervoor, dat leerlingen kennis opfrissen en hun argumentatie ontwikkelen. Ze zullen in de discussie voorwaarden, veronderstellingen en tegenargumenten moeten formuleren. Leerlingen zullen leren, hun eigen positie te verdedigen. Het groepswerk helpt hun met andere argumenten om te gaan, waarover ze misschien nog niet hadden nagedacht. 
Als de videoclips, waarin jongeren uit verschillende landen over dit thema praten, in de les gebruikt worden, kan de leraar verschillende visies in de les naar voren laten komen. Dit maakt het voor de leerlingen ingewikkelder maar helpt hun juist, om hun argumentatie verder te ontwikkelen. Tijdens de activiteit is het raadzaam om leerlingen aan te moedigen erover na te denken, wat zij al over verschillende Europese landen weten en zo met verschillende standpunten rekening te kunnen houden.

Stoplicht
Stoplicht maakt het voor leerlingen mogelijk hun mening uit te drukken en tegelijkertijd te zien, of de medeleerlingen dezelfde opvattingen hebben of niet.

Voor Stoplicht heft iedere leerling 3 gekleurde kaartjes nodig:
•             groen voor “Ik ben het ermee eens”
•             geel voor “Ik weet het niet”
•             rood voor “Ik ben het ermee oneens”

Leerlingen krijgen dan achter elkaar een aantal stellingen. Na elke stelling worden de leerlingen gevraagd die kaart te tonen, die hun mening weergeeft. Het aantal kaarten wordt geteld en opgeschreven. Na de stellingen bediscussiëren de leerlingen de resultaten.

Stoplicht kan aan het einde van de les of een leseenheid herhaald worden. Dat geeft niet alleen de leraar de mogelijkheid om te zien, of de leerlingen van mening veranderd zijn, maar geeft de leerlingen ook de kans hun eigen leerproces te evalueren.

Voorbeeld (van de werkvorm in de praktijk)

Het thema van de lessenreeks is: Leren kinderen in Europa dezelfde waarden?

Het lesonderwerp is: Leren kinderen in Europa goede manieren, verantwoordelijkheid, tolerantie en fantasie?
Nabespreking

1.       Wat heeft je beslissing tijdens Stoplicht beïnvloed?
2.       In hoeverre hebben de kaarten je geholpen om het onderwerp beter te begrijpen?
3.       Wat voor informatie zou je nog nodig hebben om meer betrouwbare uitspraken te
kunnen doen?


Waarom is dit een goede werkvorm?
Stoplicht is geweldig om leerlingen een stem te geven bij controversiële zaken. Omdat iedereen tegelijkertijd zijn mening toont is het ook voor meer timide leerlingen gemakkelijker deel te nemen. Tevens heeft de leraar de kans te zien, wat de leerlingen denken.

Toekomstboom

Jij wordt als professional (leraar aardrijkskunde) weer helemaal zelf verantwoordelijk voor de lessen. Er is geen druk meer van buiten, geen verplichtingen, geen examen. Wat er geleerd wordt, hoe getoetst wordt, dat bepaal jij. De enige voorwaarde is, dat jij goede lessen geeft en dat jij deze kunt verantwoorden. Bij de wortels schrijf je op, wat je voor het realiseren van die goede lessen nodig hebt. Bij de takken zet je, hoe je goede lessen eruit zien, en bij de kleine takken, wat daarvan weer het gevolg is, en daarvan weer het gevolg is enz. Jouw fantasie zijn geen grenzen gezet :).


VN-spel

Jullie zijn als experts verkozen om een advies uit te brengen over de agenda van de volgende algemene vergadering van de VN. De volgende VN-conferentie is gereserveerd voor het bespreken van belangrijke vraagstukken. Jullie bereiden voor, welke punten op de agenda moeten, hoe de stand van zaken is en welke actiepunten eventueel genomen moeten worden.

Stap 1: 5 minuten
Bepaal, welke 8 van de onderstaande vraagstukken de meest belangrijke vraagstukken zijn en derhalve op de agenda geplaatst worden. Als er volgens jullie een vraagstuk ontbreekt, dan mag je dat uiteraard inbrengen.
·         Klimaatvraagstuk
·         Watervraagstuk
·         Verstedelijkingsvraagstuk
·         Ontbossingsvraagstuk
·         Bevolkingsvraagstuk
·         Desertificatievraagstuk     
·         Migratievraagstuk
·         Mondialiseringsvraagstuk
·         Verkeersvraagstuk
·         Veiligheidsvraagstuk
·         Mensenrechtenvraagstuk
·         Voedselvraagstuk
·         Gezondheidsvraagstuk     
·         Ontwikkelingsvraagstuk
·         Natural hazard management
·         Afvalvraagstuk

Stap 2: 25 minuten
Bepaal voor de 8 gekozen vraagstukken, hoe het er op dit moment inde wereld voor staat. Hoe positiever, hoe meer de pijl naar groen gaat, hoe slechter, hoe meer de pijl naar rood gaat. Gebruik argumenten om je oordeel te onderbouwen.

Stap 3: 5 minuten
Kies één agendapunt, die jullie reeds besproken hebben. Formuleer drie concrete verbetervoorstellen voor volgend jaar op dat gebied. Beargumenteer, waarom juiste deze stappen belangrijk zijn en effect zullen hebben. Formuleer deze voorstellen SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden).




Zes denkhoeden van Edward de Bono

Een goede techniek om samen tot het juiste besluit te komen, is de zes denkhoeden van De Bono. Hiermee kun je vanuit verschillende perspectieven naar een vraagstelling of probleem kijken. Deze techniek is ontwikkeld door Edward de Bono. Het gaat uit van het idee dat mensen vaak geneigd zijn problemen steeds op eenzelfde manier te benaderen. Door de denkhoeden te gebruiken, word je gedwongen om het probleem ook eens van een andere kant te bekijken.

 

Denkhoeden, wat zijn dat?


Een denkhoed staat voor een manier van denken. Er zijn zes denkhoeden en iedere kleur symboliseert een andere manier van denken. Je kijk op een situatie hangt dus af van de hoed die je op hebt.
Dit zijn de zes denkhoeden van De Bono:
Witte hoed
kale feiten en cijfers
Je gaat uit van objectieve informatie.
Rode hoed
gevoel en intuïtie
Je reageert emotioneel (zonder een reden te hoeven geven).
Zwarte hoed
negatief / pessimistisch
Je bent advocaat van de duivel.
Gele hoed
positief / optimistisch
Je bekijkt het van de zonnige kant en zoekt naar de voordelen.
Groene hoed
Creatief
Je mag freewheelen in je manier van denken (vrij associëren, alternatieven bedenken).
Blauwe hoed
beschouwend, controlerend
Je houdt het proces in de gaten.

Wat houdt de techniek in? Verdeel de denkhoeden tijdens een vergadering. Iedereen krijgt een denkhoed toegewezen en belicht de situatie vanuit de eigen denkhoed.

 

Centraal kassasysteem of niet? Een voorbeeld


Tijd voor een ingrijpend besluit. Of we een centraal kassasysteem gaan invoeren voor alle aangesloten wijnhandelaren? Dat betekent dat elke winkel met hetzelfde kassasysteem moet gaan werken. Aan tafel zitten het management van de winkelketen en vertegenwoordigers van de winkels.
Tijdens de vergadering besluit de voorzitter de denkhoeden te verdelen. Iedereen krijgt - willekeurig - een denkhoed toegewezen. Na een onderbreking van tien minuten, waarin iedereen zich kan voorbereiden, vraagt de voorzitter om de reacties.
De rode hoed (gevoel en intuïtie) reageert geschrokken; een centraal kassasysteem is een inbreuk op de privacy in de winkel, op zo'n manier kan ALLES in de gaten worden gehouden. Bovendien is er NOOIT extra geld voor de veiligheid van de winkel en vooral het winkelpersoneel.
Vanuit de gele hoed (positief optimistisch) bezien is het een waardevolle investering. Het scheelt een hoop dubbel werk, dat levert geld op en daar kunnen weer andere dingen mee gedaan worden. De zwarte hoed (negatief/pessimistisch) daarentegen ziet het als opportunisme van het management. Gaan de zaken zo goed, dat er zo'n investering kan worden gedaan? En moet er dan niet prioriteit aan een nieuwe bestelbus worden gegeven? Zonder bus kan er straks helemaal geen wijn meer worden bezorgd, en hoe zien de financiën er dan uit?
Degene met de witte hoed (kale feiten en cijfers) haalt de juiste cijfers boven tafel. Hoeveel is beschikbaar? Wat kost de investering? En wat gaat het opleveren? De groene hoed (creatief) denkt aan een verhoging van het werkplezier. Niet meer dat gerommel met die oude kassa, maar een mooi, gelikt computersysteem. Het scheelt tijd in de winkel - meer aandacht voor de klanten - en het stimuleert om netjes en secuur te werk te gaan.
De blauwe hoed (beschouwend/controlerend) tenslotte bekijkt het proces. Wat komt er allemaal bij kijken op zo'n systeem te laten ontwikkelen en centraal in te voeren? Over wat voor periode hebben we het dan? Wie gaat dat proces begeleiden? Wie formuleren de specificaties van het nieuwe systeem? Kan er een pilot worden uitgevoerd?


Meerdere mogelijkheden


Je kunt de denkhoeden ook op andere manieren toepassen. Redeneer bijvoorbeeld allemaal vanuit dezelfde denkhoed. Een grote investering die er al te rooskleurig uitziet... misschien goed om er samen eens met de zwarte hoed op naar te kijken. Of ligt er juist een impulsief plan op tafel? Dan kan de witte hoed voor wat tegenwicht (of juist niet) zorgen.
Soms kun je tijdens een vergadering het gevoel hebben dat er veel is gezegd, er is veel kennis beschikbaar, er zijn veel argumenten over en weer gegaan, maar toch ontbreekt er nog iets. Je kunt er de vinger niet opleggen, maar de tijd voor het besluit lijkt nog niet rijp. In zo'n geval is het goed na te gaan vanuit welke denkhoed iedereen heeft geredeneerd. En welke denkhoeden blijken niet gebruikt te zijn? Vervolg de vergadering nu gericht vanuit de ontbrekende denkhoeden (lees: denkwijzen). Je zult zien dat het verhelderend werkt.

 

Ook belangrijk


De denkhoeden-techniek is bij uitstek een manier om de creativiteit te bevorderen binnen besluitvorming. Vanuit een volledig nieuw gezichtspunt bekijk je de vraagstelling. Dit levert verrassend nieuwe invalshoeken en alternatieven op.
Ook zul je merken dat het makkelijker wordt om over te schakelen naar een andere manier van denken. Ineens begrijp je de argumenten van je collega bijvoorbeeld veel beter. Groot voordeel is ook dat iedereen zich volledig kan concentreren op één ding. Je hoeft je even niet bezig te houden met de andere invalshoeken. Bovendien heeft de techniek een groot strategisch belang. Doordat je een bepaalde pet op zet, kun je dingen denken en zeggen die je anders nooit zou hebben gezegd. (Bijvoorbeeld omdat je niemand wilt beledigen of omdat het je positie niet is.)

http://www.leren.nl/cursus/management/besluiten-nemen/denkhoeden.html

De opdracht:        Hoe kan het wereldvoedselprobleem worden opgelost?

Jullie hebben 5 minuten om argumenten te verzamelen of strategieën te bedenken vanuit de kleur van je hoed. Blijf in de kleur van je hoed, maar ga niet overdrijven. En denk aan de opdracht!

Vervolgens discussiëren jullie volgens de De Bono Methode: rood begint, dan komt geel aan de beurt, dan zwart, dan wit en dan groen en vervolgens door elkaar. Blauw houdt het proces in de gaten en vat op het einde samen. Voor de discussie hebben jullie 15 minuten.