zondag 1 februari 2015

Samenwerkend leren - Coöperatief leren

Samenwerkend leren is in de vijftiger jaren als cooperative learning ontstaan in de Verenigde Staten van Amerika (Johnson en Johnson), toen in het onderwijs naar vormen gezocht werden om leerlingen te laten samenwerken. Samenwerkend leren onderscheid zich onder meer van ongestructureerde samenwerking door (leer)doelgerichte groepssamenstelling, gedeeld leiderschap en aandacht voor sociale vaardigheden en groepsprocessen.

https://www.leraar24.nl/leraar24-portlets/servlet/document?id=89e2522a-a6b9-41ba-8035-d7a57b3539d9.

Samenwerkend leren noemen we pas werkelijk samenwerkend leren als aan vijf sleutelbegrippen is voldaan:

https://www.youtube.com/watch?v=r_8uzEA0oWo

Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Hiermee wordt bedoeld dat leerlingen elkaar echt nodig moeten hebben. Succesvol afsluiten in je eentje moet onmogelijk zijn. Dat kan door organisatie/verdelen van taken, bronnen of rollen. Dat laatste is een krachtig middel, bijvoorbeeld door een schrijver, op-zoeker, materiaal-chef, rekenaar enzovoorts aan te wijzen.
Individuele aanspreekbaarheid
Wanneer dit niet door leerlingen gevoeld wordt, doet zich vaak 'liften' voor: Meedoen zonder medeverantwoordelijkheid of bijdrage, er maar een beetje bijhangen. Taken en rollen voorkomen dit al enigszins, maar het moet leerlingen ook duidelijk zijn dat individuele leerwinst vereist is, bijvoorbeeld door een combinatie met individuele presentatie of toetsing. Een sterk middel is als leerlingen er aan gewend zijn dat de docent altijd willekeurig een groepslid aanwijst om te rapporteren.
Directe interactie
Daaronder wordt verstaan dat men met de neuzen tegen elkaar zit. Dat betekent meestal schuiven met de tafeltjes, zo dat alle leerlingen van de groep elkaar zonder moeite aan kunnen kijken. Drie op een rij past daar niet bij.
Sociale vaardigheden
Aandacht voor sociale vaardigheden speelt een grote rol bij samenwerkend leren. Uit onderzoek blijkt dat samenwerkend leren effectiever verloopt wanneer leerlingen over sociale vaardigheden beschikken.
Reflecteren op inhoud, leerproces en groepsproces
Het is van belang om na afloop van de samenwerking, de groepsleden met elkaar bespreken hoe zij de samenwerking ervaren hebben. Wat ging er goed en wat zou er in de toekomst beter kunnen? De leerlingen zijn verantwoordelijk voor zowel het eigen als het gezamenlijke leerproces en groepsproces. Samenwerkend leren ontstaat wanneer leerlingen samenwerken om doelen te bereiken. En reflecteren maakt de leerling bewust van het leerproces. Wanneer de leerling reflecteert op sociale vaardigheden kan dit inzicht geven in zijn of haar sterke en zwakke punten.

Drie veelgebruikte samenwerkingsvormen die wel alle kenmerken van effectief samenwerken in zich dragen, gemakkelijk te organiseren zijn en met enige variatie docenten een breed repertoire geven zijn:

Check-in-duo’s

Deze samenwerkingsstructuur is vooral geschikt voor opdrachten met eenduidige antwoorden, bijvoorbeeld bij huiswerk correctie. De leerlingen vergelijken hun antwoorden, worden het eens en vergelijken eventueel nogmaals met een duo voor of achter hen. De leerkracht bespreekt vervolgens alleen die antwoorden die problemen opleveren.

Denken-delen-uitwisselen

Deze samenwerkingsstructuur is meer op begrijpen dan op weten gericht, en ook geschikt als er meer dan één goed antwoord is. De docent wil hardop denken faciliteren. De stappen zijn individueel –in stiltedenken/noteren, hardop delen in tweetal, uitwisselen met de groep met de docent als gespreksleider. Het is belangrijk de stappen zorgvuldig en elk afzonderlijk vorm te geven, anders dreigt ongestructureerde samenwerking als wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid niet voelbaar zijn. Bij deze twee vormen is regelmatig wisselende duo’s aan te bevelen.

Eenvoudige experts

Experts gaat over het verdelen van de inhoud of taken in ongeveer gelijke delen, waarna de groepsleden verantwoordelijk zijn voor hun deel, afzonderlijk van elkaar daaraan werken en vervolgens de opbrengst binnen hun groep delen/overdragen. De wederzijdse afhankelijkheid en individuele aanspreekbaarheid zijn het grootst als iedereen verondersteld wordt alle (deel) inhouden na afloop te kennen/kunnen. Eenvoudige experts kan de snelle simpele vorm hebben van alle vier in de groep ‘even’ een andere som oefenen en elkaar vervolgens uitleggen, maar ook complexer zijn met bijvoorbeeld verschillende taken in een grotere opdracht. De docent is dan minder sturend en als procesbegeleider op de achtergrond aanwezig.




http://innovatie.kennisnet.nl/wp-content/uploads/2014/02/RapportGripSamenwerkendLeren_def.pdf