dinsdag 23 juli 2019

De biologie van de overtuiging - hoe je gedachten je leven bepalen - Bruce Lipton

Professor Bruce Lipton, celbioloog en oud-docent aan de medische faculteit van de Universiteit van Wisconsin en onderzoeker aan de Stanford University School of Medicine, is inmiddels een prominent en wereldwijd vermaard vertegenwoordiger van de ‘nieuwe biologie’.



Bruce Lipton is bekend om het idee te promoten dat genexpressie kan worden beïnvloed door omgevingsfactoren. Mensen hebben volgens Bruce Lipton een grotere impact op hun gezondheid dan eerder door  onderzoek is vastgesteld. Bruce Lipton komt tot deze bevinding na uitgebreid onderzoek naar de moleculaire processen waarmee cellen informatie verwerken. Daaruit bleek dat het niet de genen zijn die ons gedrag bepalen, maar dat de genen worden aan- en uitgezet door externe factoren. Ze worden getriggerd door onze waarnemingen en onze gedachten en overtuigingen. Professor Lipton toont aan dat overtuigingen, of ze nu waar zijn of niet, positief of negatief, de activiteit op genetisch niveau beïnvloeden en zelfs onze genetische code kunnen veranderen. Het lijkt erop dat we ons bewustzijn zodanig kunnen trainen dat we gezonde overtuigingen kunnen scheppen. Daarmee hebben we de sleutel in handen tot een gezonder en gelukkiger leven. 



maandag 22 juli 2019

De lerende mens - Harold Bekkering en Jurjen van der Helden

Het onderwijs is niet zo effectief als je zou hopen. Harold Bekkering en Jurjen van der Helden van de Radboud Universiteit schreven er een boek over: De lerende mens.


Harold Bekkering, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Radboud Universiteit en Jurjen van der Helden deden veel onderzoek naar leermechanismen. Samen schreven een overzicht over de stand van de wetenschap op het gebied van leren.

De vier belangrijkste lessen uit het boek:
1 - Leren is het vormen van een individueel model van de wereld
2 - Mensen leren het meest van mensen
3 - Context telt net zo hard als het lesje zelf
4 - Belonen en straffen afschaffen


Les 1: 
Leren is het vormen van een individueel model van de wereld

‘Leren gaat in feite over het ontwikkelen van een model van de wereld’, zegt Bekkering. ‘Ieder mens heeft een ander model van de wereld op grond van eerdere ervaringen. Daar moet het onderwijs op aansluiten. En doordat iedereen andere associaties kan hebben bij een woord of een beeld zijn er dus ook verschillende waarheden.’
‘Zo blijkt kennis over het onderwerp de beste voorspeller voor tekstbegrip, meer dan algemene intelligentie of leesvaardigheid’, zegt Van der Helden. ‘Feitenkennis blijft dus belangrijk voor een rijk model van de wereld. Zonder feitenkennis blijf je zoeken en kun je bijvoorbeeld niet goed begrijpend lezen.’

Les 2: 
Mensen leren het meest van mensen

Mensen zijn door en door sociale wezens. Ons individuele model van de wereld ontstaat dan ook vooral in interactie met anderen. ‘Voor goed onderwijs heb je dus voorbeeldfiguren nodig. iPadscholen zullen alleen werken als een mens je intrinsiek motiveert om te leren en de techniek de goede leerkracht bijstaat en niet de leerkracht vervangt. Ouders, docenten en later in de ontwikkeling leeftijdsgenoten, zijn nodig om je denken naar een hoger niveau te tillen, dit zei Vygotsky al aan het begin van de vorige eeuw.’

Digitalisering kan het onderwijs wel beter maken, vinden de auteurs, omdat het de docent kan helpen een goed beeld te krijgen van het niveau en de individuele problemen van een kind. En op maat kan ondersteunen. Kennis staat nooit los van de wereld en je leert veel van fysieke ervaringen’. Dus ook rekenen tijdens de gymles bijvoorbeeld, en je lijf gebruiken in de taalles.

Les 3: 
Context telt net zo hard als het lesje zelf

Belangrijk is dat alles er toe doet in onderwijs. De houding van de docent, de inrichting van de klas, de plaatjes in het rekenboek, alles wat er gezegd wordt. Alles roept associaties op. Taal activeert beelden. En die veelheid aan context werkt vaak tegen het leren, vinden de auteurs. Het lesboek mag veel kaler worden vormgegeven: al die plaatjes leiden maar af, tenzij ze echt de stof ondersteunen. En de tijd dat de docent aan het woord is, moet veel korter.

Les 4: 
Belonen en straffen afschaffen

Belonen en straffen moeten eigenlijk beide worden afgeschaft. Onze intuïtie dat het goed is om een kind te prijzen, klopt niet. Het maakt de intrinsieke motivatie kapot, concluderen Van der Helden en Bekkering, het onderzoek overziend. Zo blijkt dat kinderen die na het maken van een tekening veel geprezen worden, de dagen daarop nog nauwelijks tekenen, in ieder geval veel minder dan kinderen die geen specifieke feedback krijgen.
Veel leertheorieën zijn gebaseerd op belonen, maar die kunnen volgens Bekkering beter genegeerd worden. ‘Geef complimenten op inzet en gedrag en niet over resultaat, want dan houdt het leren op.’

Hetzelfde geldt voor straffen. ‘niet met dat dure apparaat spelen of dan zwaait er wat’, zal eerder geneigd zijn om er tóch mee te spelen, het klinkt als een interessant apparaat. Hoort het kind waarvoor dat apparaat dient dan zal het niet bedenken dat het is om mee te spelen.

Net zo min als opvoeders zouden (digitale) methodes prestaties moeten belonen. Bekkering ziet het misgaan met zijn eigen zoon die nu online blind leert typen. ‘Na elke nieuwe prestatie geeft het programma hem een spelletje. Hij doet zijn oefeningen nu niet meer om te leren typen, maar om die spelletjes te mogen spelen. Als spieken daarbij helpt dan zal hij dit niet laten. Zijn motivatie voor snel en goed typen dreigt te verdwijnen.’


[ Bron: https://www.ru.nl/nieuws-agenda/nieuws/vm/donders/cognitive-neuroscience/2015-0/vier-lessen-lerende-mens/ ]