Tijdens de puberteit (de overgang van kind naar volwassene) is het belangrijk om een stevige identiteit te krijgen en een eigen plek in de maatschappij te vinden.
Pubers stellen daarbij vragen:
- wie ben ik, |
Bij de vraag ‘wie ik ben’ staat centraal hoe de puber
denkt, doet en voelt. De vraag ‘wie ben ik’ leidt naar meer bewustwording
over de eigen identiteit. |
- wie wil ik zijn en |
Een puber experimenteer en zoekt uit wie hij of zij is
of wil zijn. De puber gaat zijn eigen weg. Gaat worden wie hij of
zij is of wil zijn. Vormt zijn identiteit. |
- hoe zien anderen mij. |
Veel pubers zijn onzeker en hebben weinig
zelfvertrouwen. Puberteit is een tijd van veel veranderingen en onzekerheid. Dat
is normaal en het hoort bij de ontwikkeling. De puber stelt zich vaak de
vraag ‘hoe zien anderen mij’. Hoe krijgt de puber meer zelfvertrouwen? |
Nadenkend over zichzelf en experimenteren met verschillende rollen. Pubers vormen door de tijd heen een coherent beeld van zichzelf. Pubers vinden dan hun plek in de samenleving en voelen zich door anderen aanvaard om wie ze zijn.