Barak Rosenshine (1930-2017) was een professor van de afdeling 'educational psychology' van het 'College of Education' van de universiteit van Illinois. De voormalige geschiedenisleraar heeft in een jarenlange studie een tiental instructieprincipes opgesteld.
Deze tien instructieprincipes van Barak Rosenshines zijn:
1.Herhaal dagelijks een deel van wat eerder is geleerd |
Herhaling versterkt wat al geleerd is. Het brengt
verbindingen tot stand tussen wat we al wisten en nieuwe kennis. Dagelijks
herhalen is vooral belangrijk voor informatie die vaak gebruikt moet worden.
Herhalen helpt bij het automatiseren: het moeiteloos terughalen uit ons
geheugen van woorden, concepten, procedures enzovoorts die we nodig hebben om
problemen op te lossen, taken uit te voeren en nieuwe leerstof te begrijpen
door ze te automatiseren. |
2. Presenteer nieuw leermateriaal in kleine stappen en
help leerlingen hiermee te oefenen |
Ons werkgeheugen is zeer klein: het kan maximaal zo’n
vijf nieuwe brokken informatie vasthouden. Die brokken worden verwerkt en in
ons langetermijngeheugen opgeslagen als schema’s: het is geleerd. Bied dus
steeds kleine hoeveelheden informatie aan, help leerlingen daarna met het
oefenen daarvan en ga pas naar de volgende stap als de vorige wordt beheerst. |
3. Stel veel vragen |
Vragen helpen leerlingen om te oefenen wat net
gepresenteerd is en om verbindingen te leggen met wat al geleerd was. Vooral
hoe- en waarom-vragen, zogeheten epistemische vragen, prikkelen dit. |
4. Wees een model |
Leerlingen hebben ‘cognitieve’ steun nodig om te leren
taken uit te voeren en problemen op te lossen. Door als model te fungeren en
hardop te vertellen over je denk- en werkstappen kun je laten zien hoe je een
probleem oplost of een taak uitvoert. |
5. Bied scaffolds voor moeilijke taken |
Naast zelf uitleggen (het vorige principe) kun je
leerlingen bij moeilijke taken ook uitgewerkte voorbeelden geven waarin alle
deelstappen die ze moeten volgen om tot een oplossing te komen, zijn
ingevuld. Zo bied je hen een scaffold (steiger) ofwel een tijdelijke
cognitieve ondersteuning. Door steeds meer stappen weg te laten breek je die
steiger af en begeleid je leerlingen geleidelijk naar zelfstandige
uitvoering. |
6. (Bege)leid leerlingen in het oefenen met nieuw
leermateriaal |
Het eenmalig aanbieden van nieuwe lesstof is niet
voldoende. Naast herhaling (het eerste instructieprincipe) is voldoende en
gevarieerde oefening en overhoring nodig. Leerlingen moeten tijd besteden aan
het herformuleren, uitbreiden en samenvatten van nieuwe stof om het goed op
te slaan in hun langetermijngeheugen. |
7. Ga na of leerlingen het echt begrepen hebben |
Effectieve leraren gaan heel vaak na of leerlingen de
nieuwe leerstof ook daadwerkelijk aan het leren zijn. Ze checken niet alleen
het product, maar ook het proces van leren. Ze bevorderen hiermee niet alleen
de verwerking van de stof, ze kunnen ook nagaan of leerlingen wel het goede
leren en of ze de lesstof wel goed begrepen hebben. |
8. Zorg dat uw leerlingen succes tonen |
Effectieve leerkrachten gaan veel en vaak na of hun
leerlingen succesvol zijn. Oefening baart weliswaar kunst, maar alleen als
leerlingen geen fouten oefenen. |
9. Eis en monitor zelfstandige oefening |
Je kunt je leerlingen niet blijvend aan de hand nemen,
uiteindelijk moeten ze het zelf kunnen. Laat ze zelfstandig oefenen en ga na
of ze het echt kunnen of dat er nog meer (al dan niet begeleide) oefening
nodig is. Door zelfstandige oefening wordt kennis geautomatiseerd. |
10. Activeer geleerde kennis regelmatig |
Leerlingen hebben geen eentonige, maar een breed scala
aan oefening nodig, verspreid over de tijd om sterke en rijke schema’s te
ontwikkelen. Hierdoor kunnen ze makkelijker nieuwe dingen leren en eerder
geleerde dingen uit het geheugen terughalen. Door vaak op iets dat al geleerd
is terug te komen – maar wel met de nodige tijd ertussen om nieuwe kennis in
nieuwe situaties op te doen – worden de verbindingen in de schema’s
verstevigd en worden de schema’s uitgebreider en rijker. |
Bron : Tien instructieprincipes die elke leraar zou
moeten kennen - Paul Kerschner