Scholen maken nationaal en internationaal steeds dezelfde
onderwijskeuzes.
Deze keuzes zijn te groeperen in een viertal domeinen:
Authentiek leren:
|
Leerlingen leren beter in
situaties dichtbij de werkelijkheid, omdat de leerinhoud relevant is.
|
Flexibel leren:
|
Het onderwijsaanbod past
beter bij wat een specifieke leerling op een specifiek moment nodig heeft.
|
Inzicht in leren:
|
Leraren, leerlingen en
ouders volgen beter hoe en wat leerlingen leren, in plaats van alleen naar
resultaten te kijken.
|
Inzet op vaardigheden:
|
Leerlingen zijn beter
voorbereid op het leren, leven en werken van de toekomst, rekening houdend
met de balans tussen kennis, houding en vaardigheden.
|
Bij het uitvoeren van onderwijsvernieuwing loopt men tegen diverse
vraagstukken aan:
- Innoveren op basis van wetenschappelijke inzichten of durven ze
te experimenteren?
- Hoe intensief willen scholen leerlingen volgen? Weinig of veel
monitoren?
- Hoe moet de verhouding zijn tussen digitaal en niet-digitaal?
- Centraal of decentraal?
Die tegenstellingen maken gesprekken op scholen vaak ingewikkeld.
In realiteit gaat het echter niet om contrasten, maar juist om een spectrum
waarop elke school, in zijn eigen perspectief, zijn eigen positie bepaalt.
Wat vinden we echt belangrijk?
Wat vinden we belangrijk in het onderwijs en tijdens de les? Waar
gaan we voor tijdens het lesgeven?
Feedback
|
De feedback die het best werkt, informeert leerlingen over hoe
ze hun prestatie kunnen verbeteren en vooropgestelde doelen beter kunnen
behalen, en motiveert hen tegelijkertijd om dat te doen. Dergelijke feedback
kan zowel van de leraar als van andere leerlingen komen, en kan zowel
mondeling, schriftelijk of digitaal worden aangeboden. De grootste kost die
hiermee gemoeid is het investeren in de professionele deskundigheid van
leerkrachten om goede feedback te leren geven en zichzelf op dat vlak te
leren monitoren (en dat is een rode draad die ook bij de andere
topmaatregelen blijkt terug te komen…)
De docent bespreekt het (huis)werk en eventuele moeilijkheden.
De docent geeft leerlingen feedback op de kwaliteit van hun werk en op de
wijze waarop er gewerkt is. De docent evalueert / checkt of het doel van de
les door alle leerlingen is bereikt. Gewenst gedrag van leerlingen wordt
benoemd en beloond middels positieve feedback (complimenten).
|
Verlengde brugklas
|
Een tweejarige brugperiode (T2-TH2-HV2-V2).
Groei in de verlengde brugklas naar jouw niveau.
|
Talentontwikkeling
|
Meer talentontwikkeling en autonomie
In de laatste jaren staat talentontwikkeling op de agenda van
een toenemend aantal VO scholen. Bijvoorbeeld begaafdheidsprofielscholen,
scholen met specifieke mogelijkheden voor topsport, musici en dansers,
scholen met tweetalig onderwijs, technasia, en scholen met vwo-plusklassen
cq. Da Vinci klassen. Op deze scholen kunnen getalenteerde leerlingen extra
uitdagingen aangaan.
|
Motivatie
|
In toenemende mate hebben scholen te maken met een afname van de
motivatie van leerlingen om te leren naarmate leerlingen ouder worden. Een
van de oorzaken voor de dalende motivatie is dat er onvoldoende aansluiting
is tussen de onderwijsbehoeften van leerlingen en het leeraanbod op school.
Vanuit onderzoek naar de self-determination theory blijkt dat demotivatie
afneemt wanneer er een leeromgeving wordt gecreëerd die recht doet aan de
drie psychologische basisbehoeften:
1 - autonomie / keuzevrijheid.
2 - relatie / het uiten van waardering voor de leerling.
3 - competentie / de structuur waarbij er heldere doelen en verwachtingen
worden gesteld aan leerlingen waardoor zij beter in staat zijn een
leeractiviteit uit te voeren.
|
Differentiëren en Mastery learning
|
Differentiëren. De
docent is alert op de leerbehoefte van de individuele leerlingen. Docent
verkent het startpunt van de leerlingen. Weet (o.a. op basis van een RTTI
analyse) wat de speciale leerbehoeften van de individuele leerlingen zijn.
Differentieer tijdens de verschillende fasen van de les en geeft
gedifferentieerde instructie tijdens de les.
De docent weet wie de sterke leerlingen in de groep zijn. Zorgt
ervoor dat zij extra uitgedaagd worden en weet welk deel van de verwerking
relevant voor hen is.
Mastery learning staat
voor een gedifferentieerde aanpak, waarbij leerlingen stapsgewijs de leerstof
onder de knie krijgen en pas mogen doorstoten naar het volgende pakketje
leerstof als ze het vorige hebben verworven. Dat leidt er bijvoorbeeld toe
dat sommige leerlingen extra oefening en begeleiding krijgen bij de
basisstof, terwijl andere leerlingen al uitbreidingstaken uitvoeren. “Mastery learning appears to be particularly
effective when pupils work in groups or teams and take responsibility for
supporting each other’s progress.” Ook hier
is er variatie in de effectgroottes, wat aantoont dat het goed
geïmplementeerd moet worden door leraren om het echt goed te doen werken
(daar zit dan ook de kost). Het is ook opvallend dat kortere interventies
(rond specifieke leerstofgehelen of doelen) beter werken dan langere periodes
van mastery learning.
|
Flexibiliteit
|
Invoeren van flex-uren. Leerlingen meer de regie geven.
|
Intervisie & lesson study
|
Lesson study is een vorm van teamleren. Teamleden werken daarin
samen door stelselmatig te werken aan het verbeteren, vernieuwen en/ of
verder ontwikkelen van het onderwijs. Lesson Study is een expliciete
werkwijze, waarbij docenten samenwerken aan het planmatig ontwerpen en
uitvoeren van een les, waarbij het leren van de eigen leerlingen centraal
staat. Volgens onderzoek is Lesson Study en het leren van en met
collega’s is zeer effectief.
|
Zelfregulerend leren
|
Zelfgestuurd leren houdt in dat de leerling zelfstandig en met
zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de leerprocessen in handen
neemt. Maar leren is niet vrijblijvend. Leerlingen moeten voortdurend
waakhond spelen over hun eigen leerproces. Ze bewaken hun eigen leerproces en
reflecteren over hun aanpak. “Ben ik goed bezig?” is een vraag die nooit
veraf is.
Om zijn eigen leerproces te sturen moet een leerling beschikken
over verschillende leerstrategieën. Metacognitieve kennis en vaardigheden,
cognitieve vaardigheden, organisatie vaardigheden, motivatie en zelfreflectie zijn daarbij de nieuwe
ordewoorden. Het zelfregulerend leren c.q. het effectiever leren met
leerstrategieën wordt uitgebreid beschreven in het boek ‘Effectiever leren
met leerstrategieën’ van sociaal psycholoog Pieternel Dijkstra.
|
Ouderbetrokkenheid
|
Een goede samenwerking tussen school en ouders is
essentieel. Uit diverse onderzoeken
blijkt namelijk dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor opvoeding en
onderwijs waarbij ouders en school samen optrekken, de kans op betere
onderwijsresultaten en goed sociaal functioneren van jongeren vergroot en de kans op voortijdige
schooluitval juist verkleint. Met name
spontane activiteiten, die min of meer vanzelf tot stand komen – in
tegenstelling tot aangespoorde activiteiten – hangen positief samen met
leerprestaties. Ouders en school
hebben, met andere woorden, een gemeenschappelijk belang en samen kunnen ze
meer dan ieder voor zich. Samen kunnen ze gunstigere omstandigheden creëren
voor de ontwikkeling en het leren van jongeren.
|
Meer tijd voor mentoraat en begeleiding
|
Te weinig tijd en toerusting voor het mentoraat, begeleiding en coaching.
De mentor fungeert binnen de school als eerste aanspreekpunt voor de
leerling en houdt zicht op de
ontwikkeling van de leerling. Voor een optimale begeleiding van
leerlingen dienen mentoren en (leer)coaches meer begeleidingstijd toegewezen
te krijgen binnen de jaartaak.
|
Meer maatwerk
|
We bieden onvoldoende maatwerk in de les/klas. Meer maatwerk in onderwijs
moet derhalve zorgen voor meer kansen van onze leerling. Maatwerk zijn die
activiteiten van docenten die aansluiten op de leerbehoefte van individuele
leerling gericht op het positief beïnvloeden van het leren van de leerling.
Hoe kunnen we docenten beter te laten inspelen op de onderwijsbehoefte
van hun leerlingen.
Eerst met zijn allen het begrip maatwerk definiëren. Iedereen kijkt op
een andere manier naar dingen.
Door die gegevens over leerlingen systematisch te ontsluiten en te
analyseren, kunnen docenten beter inspelen op de onderwijsbehoefte van hun
leerlingen.
Het doel is dat alle docenten hun lessen voorbereiden op basis van de
onderwijsbehoefte van de leerlingen.
Kijk voor meer informatie op de volgende link: https://robsegers.blogspot.com/2014/01/maatwerkgericht-werken.html
|
Samenhang tussen vakken
|
In het voortgezet onderwijs is er nauwelijks verbinding,
samenhang en samenwerking tussen de verschillende vakken. Samenwerken tussen
vakken staat in de belangstelling, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het
vergt immers meer overleg en meer afstemming tussen docenten. Zoek daarvoor
de connectie tussen de verschillende vakken.
|
Vaardigheden om (leer)gedrag (bij) te sturen
|
Leerlingen beschikken over te weinig vaardigheden om hun
(leer)gedrag (bij) te sturen.
Leg hierbij de nadruk op diverse volgende vaardigheden. Zoals de
hogere-orde denkvaardigheden (analyseren, evalueren en creëren), de creatieve
denkvaardigheden (ideeën kunnen genereren, hoeveelheid verschillende ideeën
en originaliteit van ideeën), onderzoeksvaardigheden (vaardigheden om door
stappen van onderzoekscyclus heen te gaan).
Leg ook eens de nadruk op metacognitie en zelfregulatie.
Metacognitie is de kennis en vaardigheden die een leerling nodig heeft om
zijn eigen leergedrag te controleren en aan te sturen. Het gaat om
vaardigheden als het oriënteren op een taak, doelen stellen, plannen, jezelf
monitoren, het resultaat evalueren, en reflecteren op het eigen handelen.
Bij metacognitieve vaardigheden en zelfregulatie is het van
belang om de leerling te het belang van leren te laten inzien. Leerlingen
moeten weten hoe je effectief kunt leren, hoe zij kunnen reflecteren op het
eigen leren en hoe zij hun eigen leerproces kunnen sturen.
Kijk voor meer informatie op de volgende link:
https://robsegers.blogspot.com/2015/09/leerstrategieen.html
|
Mastery learning
|
Leerlingen focussen zich te veel op korte termijn resultaten.
Met andere woorden focussen leerlingen zich te veel op cijfers en toetsen.
Welke alternatieven zijn er:
1 - Focus derhalve meer op het proces.
Maak punten en resultaten minder belangrijk en richt je op het
proces dat de leerling doormaakt. Prijs doorzettingsvermogen, de aanpak van
de leerling en zijn inzet. ‘Jammer dat je niet tevreden bent met die 6 voor
dat vak op je rapport. Want kijk eens: je hebt een “goed” voor inzet! Ik ben
hartstikke trots op je!’ Vraag de leerling regelmatig wat hij/zij geleerd
heeft en laat hem/haar vertellen hoe hij/zij dat voor elkaar heeft gekregen.
2 - Focus op inspanning
Maak de leerling duidelijk dat het er niet om gaat de beste, de
snelste of de slimste te zijn, maar dat het gaat om de inspanning die je
levert om iets te bereiken. Richt je complimenten op hard werken en oefenen: ‘Als je net zo hard blijft oefenen
als vandaag, dan zul je zien dat je dit muziekstuk steeds beter gaat spelen!’
Zorg ervoor dat de leerling op school lesstof krijgt die is afgestemd op zijn
niveau, zodat hij dagelijks kan ervaren dat het leveren van inspanningen
noodzakelijk is om verder te komen. Vertel waar jijzelf moeite voor hebt
moeten doen en wat je daarmee hebt bereikt.
3 - Focus op groei
Laat de leerling zien dat je gelooft in de groeimogelijkheden van
talenten en intelligentie en laat de leerling zijn eigen groei ervaren:
‘Jammer dat je de toets niet hebt gehaald, maar kijk eens: vorige keer had je
er 8 goed en nu 15! Zie je hoe je vooruit bent gegaan door extra hard te
oefenen?’ Zorg dat de leerling zich niet vergelijkt met anderen, maar zich
richt op het verbeteren van zichzelf en het behalen van zijn eigen doelen. En
natuurlijk: ‘vier’ iedere vooruitgang die het kind boekt door hard te werken.
4 - Focus op leren
Sta model voor ‘een leven lang leren’ en vertel de leerling hoe
je jezelf steeds bent blijven ontwikkelen.
Geef de leerling mogelijkheden om nieuwe dingen te leren, zonder
dat hij/zij het gevoel heeft direct de beste te moeten zijn. Geef de leerling
inzicht in de vaardigheden die hij/zij nog moet ontwikkelen (bijvoorbeeld
zich concentreren of hulp durven vragen) en help hem/haar bij het aanleren
hiervan.
5 - Focus op het leren van fouten
Maak van fouten leermomenten. Laat de leerling zien dat ook jij
geregeld fouten maakt en vertel wat je ervan hebt geleerd. Geef de leerling
de kans om fouten te maken, dus ruim niet alle obstakels voor hem uit de weg.
Help de leerling van een fout een leermoment te maken. Zoek samen op welke
fouten de held (sporter, popster e.d.) van de leerling heeft gemaakt in zijn
of haar carrière en ontdek hoe hij of zij daar beter van geworden is.
|