donderdag 25 december 2014

Handelingsgericht werken

De centrale vraag is op welke wijze de methodiek ‘Handelingsgericht werken’ voor onze school een geschikte en haalbare werkwijze kan zijn om onze visie op omgaan met verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen te realiseren?

Handelingsgericht werken

In vier fasen worden zes stappen gezet en bij iedere stap staan enkele vragen genoteerd:

Fase 1 – Waarnemen


1 Verzamelen en analyseren van gegevens in digitaal groepsoverzicht
(systematisch volgen en analyseren van de (leer)ontwikkeling van de leerlingen: toetsen, observaties en gesprekken met leerlingen).

Vragen m.b.t. het verzamelen van gegevens over leerlingen
Welke gegevens over de leerlingen in een groep worden momenteel verzameld?
Het betreft zowel gegevens over de leervorderingen van de leerlingen als gegevens over de sociaal-emotionele ontwikkeling en werkhouding van de leerlingen.
• Hoe verzamelen, analyseren en registreren de leraren deze gegevens?
• Wat doen zij in hun eigen praktijk met deze gegevens?
• Vindt een analyse van de leeropbrengsten plaats?


2 Signaleren van leerlingen die qua leerontwikkeling, gedrag, sociaal-emotionele ontwikkeling en/of werkhouding de komende periode extra aandacht nodig hebben (leerachterstand, leervoorsprong, werkhouding, gedrag en sociaal-emotionele problematiek).

Vragen m.b.t. het signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
• Hoe en door wie worden leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften gesignaleerd?
• Wat zijn de kenmerken van de leerlingen die gesignaleerd worden?
• Zijn er ijkpunten (mijlpalen of criteria) voor het signaleren van leerlingen?
• Worden ook excellente leerlingen gesignaleerd?

Fase 2 – Begrijpen


3 Benoemen van de pedagogische en/of didactische onderwijsbehoeften van de leerlingen die gesignaleerd zijn (pedagogisch en/of didactisch).

Vragen m.b.t. het benoemen van onderwijsbehoeften van leerlingen die gesignaleerd zijn
• Worden de onderwijsbehoeften benoemd van de leerlingen die gesignaleerd zijn?
Zowel in pedagogisch als in didactisch opzicht?
• Door wie en op welke wijze?
• Hebben de leraren zicht op de onderwijsbehoeften van de leerlingen?

Fase 3 – Plannen


4 Op een haalbare en effectieve manier clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften (subgroepjes maken).

Vragen m.b.t. het clusteren van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften
• Hoe komen de leraren in de groep tegemoet aan verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen? Hoe gaan zij in de les om met verschillen tussen leerlingen?
• Zijn er (sub)groepjes leerlingen die extra instructie en verwerking ontvangen óf meer uitdaging of verdieping?

5 Doelgericht opstellen van een (groeps)plan op basis van de gekozen clustering (doelgericht plannen van een aanbod in groepsplan op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gekozen clustering).

Vragen m.b.t. het opstellen van een (groeps-)plan
• Op welke wijze komen de leraren planmatig tegemoet aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen in een groep? Handelingsplannen, groepsplannen, anders?
Zijn de doelen duidelijk die de komende periode nagestreefd worden? Hoe zien de opgestelde plan(nen) eruit? Hoe vaak worden ze per schooljaar opgesteld?

Fase 4 – Realiseren


6 Uitvoeren van het (groeps)plan en na afloop evalueren of de doelen bereikt zijn en wat de resultaten zijn  (uitvoeren van het groepsplan en evalueren of de gestelde doelen bereikt zijn).

Vragen m.b.t. het uitvoeren en evalueren (groeps-)plan
• Worden de opgestelde plan(en) daadwerkelijk uitgevoerd? Op welke wijze?
• Hoe verlopen de instructie, de organisatie en het klassenmanagement in de groep?
• Slagen de leraren erin om hun onderwijs af te stemmen op de verschillen in onderwijsbehoeften?
• Op welke wijze wordt geëvalueerd of de gestelde doelen bereikt zijn?


Vragen m.b.t. groepsbesprekingen
• Hoe vindt in school overleg tussen leraren plaats over de leerlingen in een groep?
• Wie zijn aanwezig bij dit overleg? Wie heeft de regie?
• Wat staat op de agenda van deze besprekingen?
• Op welke wijze werken de leraren, zowel in pedagogisch als didactisch opzicht, met elkaar samen?
• Voeren de leraren gesprekken met leerlingen? Met welk doel en op welke wijze?