Leerstrategieën zijn concrete manieren van leren die leerlingen bewust kunnen inzetten om het leren zo soepel mogelijk te laten verlopen – ze leren daardoor ‘hoe’ ze moeten en kunnen leren. Deze strategieën helpen leerlingen zelfstandig te leren, nu en in de toekomst, en het beste uit zichzelf te halen. Uit vele onderzoeken blijkt dat leerlingen aanzienlijk beter presteren als ze leerstrategieën inzetten in hun leerproces.
Leerstrategieën zet een leerling actief en bewust in. Denk bijvoorbeeld aan het plannen van een opdracht, het terugkijken op fouten en het verbinden van zelfbedachte voorbeelden aan de leerstof. Dat vereist allemaal een actieve, bewuste inspanning. Elke keer weer moet de leerling een afweging maken: wat ga ik doen? Welke leerstrategie kan ik nu het best inzetten?
Studievaardigheden of leerstrategieën?
Studievaardigheden
Studievaardigheden zijn bijvoorbeeld een kaart leren lezen of iets opzoeken op internet. In het begin kost dat wel moeite, maar naarmate leerlingen het vaker doen, gaat het steeds meer vanzelf. Verwar leerstrategieën niet met studievaardigheden, die leerlingen vaak automatisch of onbewust uitvoeren.
Veertien leerstrategieën
Uit onderzoek blijkt dat er veertien leerstrategieën zijn die leerlingen kunnen inzetten om hun leren in goede banen te leiden (de belangrijkste strategieën zijn gecursiveerd en vet). Deze leerstrategieën kunnen worden onderverdeeld in vijf clusters (metacognitieve kennis, metacognitieve vaardigheden, cognitieve vaardigheden, organisatie-vaardigheden en de motivatie).
Cluster
|
Leerstrategieën
|
Omschrijving
|
Tips
|
Metacognitieve kennis
|
Overzien
De inzet van algemene metacognitieve kennis.
|
Het inzetten van kennis over leren en hoe je dat het best kunt doen. Het houdt in dat je weet welke leerstrategieën je tot je beschikking hebt om een leertaak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten. Je gebruikt die kennis tijdens het leren.
|
-Strategie-instructie
-Vertellen over leren
-Metacognitieve vragen stellen
-De rollen omdraaien
-Motiveren om metacognitieve kennis te gebruiken
-Faalangst tegengaan
|
Jezelf kennen
De inzet van persoonlijke metacognitieve kennis.
|
Het inzetten van kennis die je over jezelf hebt als het gaat om leren. Je hebt inzicht in je zwakke en sterke punten met kennis betrekking tot school en weet hoe jij het best leert. Je zet deze kennis optimaal in tijdens het leren.
|
-Inzicht in het eigen denken
-Hardop nadenken
-Verwachtingen toetsen aan de realiteit
-Feedback geven
-Een leerlingprofiel gebruiken
-Een portfolio gebruiken
| |
Metacognitieve vaardigheden
|
Vooruitkijken
Plannen
|
Het plannen van leerwerk in termen van taken, tijd en prioriteiten.
|
1 Een stappenplan maken
2 Concrete leerdoelen formuleren
3 Prioriteiten stellen 4 Plannings-instrument gebruiken
|
Bijhouden
Monitoren en controleren
|
Het nagaan en bijhouden van de voortgang in het leren tijdens een leertaak (zowel in termen van resultaten als in termen van concentratie en inzet).
|
1 Vragen stellen en prompts
2 Een logboek bijhouden
3 Helpen bij uitstelgedrag
| |
Terugkijken
Evalueren
|
Het terugkijken op de leertaak en het leerproces en daaruit een conclusie of les trekken.
|
1 Vragen leren stellen
2 Schaalvragen gebruiken
3 Zelfcorrectie
| |
Cognitieve vaardigheden
|
Herhalen
|
Het letterlijk herhalen van de leerstof.
|
1 Onderstrepen
2 Herhaling spreiden
3 De volgorde afwisselen 4 Een definitie toevoegen
|
Verdiepen
Dieper verwerken
|
Actief iets doen met de leerstof en erover nadenken.
|
1 Herhalen met beelden
2 Samenvatten
3 Voorbeelden bedenken
4 Een kapstok gebruiken
5 Verbanden leggen met eerder behandelde stof
6 Inhoudelijke vragen stellen
7 Stelling nemen
8 Een muur- of knipselkrant maken
| |
Structureren
Organiseren
|
Het inperken en organiseren van informatie en leerstof in de vorm van geschreven tekst of visuele weergaven.
|
1 Samenvatten
2 Ideeën in kaart brengen
3 Presenteren met PowerPoint of Prezi
4 Leerdoelen formuleren
5 Grafische weergaven gebruiken
| |
Organisatie-vaardigheden
|
Jezelf organiseren
Zelfmanagement
|
Het in goede banen leiden van de eigen inspanningen ten behoeve van het leren.
|
1 Het innerlijke gas- en rempedaal leren vinden
2 Waarschuwen voor cafeïne
3 Een innerlijk gevoel van controle gaan ervaren
4 Zelfbeheersing trainen
5 Belonen en straffen
6 Stilstaan bij opluchting
7 Implementatie-intenties leren formuleren
|
Omgeving organiseren
Omgeving managen
|
Het creëren van een leeromgeving waarin optimaal geleerd kan worden.
|
1 Informatie leren zoeken
2 Passieve leerlingen activeren
3 De huiswerkomgeving in kaart brengen
| |
Anderen managen
|
Het beïnvloeden van anderen zodat je van hen krijgt wat je nodig hebt om goed te kunnen leren.
|
1 Sociale vaardigheden aanleren
2 Zelfvertrouwen opdoen
3 Prosociaal gedrag stimuleren
| |
De motivatie
|
Jezelf vertrouwen
Zelfeffectiviteit
|
Het hebben of verkrijgen van vertrouwen in het eigen kunnen om een leertaak tot een succes te brengen en dat zelfvertrouwen gebruiken om jezelf te motiveren.
|
1 Letten op wat goed gaat
2 Uitdagende taken aanbieden
3 Verantwoordelijkheid leren nemen voor succes
4 Feedback geven en zoeken
5 Inzet centraal stellen
6 De mogelijkheid tot hulp bieden
|
Het nut zien
Taakwaarde
|
Het verkrijgen van inzicht in de waarde van leerstof of een leertaak en dat gebruiken om jezelf te motiveren.
|
1 Stilstaan bij het nut
2 Betekenis aanreiken
3 De toekomst dichterbij brengen
4 Devaluatie tegengaan
5 Cognitieve dissonantie benutten
| |
Jezelf motiveren
Doeloriëntatie
|
Het aanboren van de eigen (intrinsieke) motivatie voor leren en deze inzetten tijdens het leren.
|
1 Bewust maken van wat wél leuk is
2 Competitie constructief maken
3 Sociale vergelijkingen in goede banen leiden
4 De aandacht op de eigen vooruitgang richten
5 Aandacht besteden aan individualiteit
|