Dr. Eric Kluijfhout spreekt met dr. Gino Camp over effectieve leerstrategie.
Dhr. Gino Camp noemt in de masterclasslezing ‘Effectieve leerstrategieën’ onderstaande tien leerstrategieën gebaseerd op een monografie van Dunlosky, Rawson, Marsh, Nathan en Willingham (2013) met beschrijvingen en onderzoeken rondom (de effectiviteit van) tien leerstrategieën onder basisschoolleerlingen, scholieren en studenten (adolescenten). Het doel van de monografie is om de lerenden aan te sporen tot de meest geschikte, effectieve leerstrategie(ën) voor een (specifieke) leertaak. Deze auteurs hebben in een meta-analyse om de effectiviteit van de tien leerstrategieën te bepalen, de bruikbaarheid en (potentiële) beperkingen per strategie gegeneraliseerd over vier categorieën, namelijk leermaterialen, leercondities, student karakteristieken en criterium taken, onder diverse doelgroepen.
Leerstrategieën. Effectiviteit
1. Spreiden van leer- en oefenmomenten over de tijd. ++
2. (Zichzelf) Toetsen: het ophalen van de eerder geleerde stof uit het geheugen. ++
3. Zelfverklaren: hardop uitleggen van nieuwe stof aan jezelf of anderen. +
4. Elaboratieve ondervraging: uitleggen waarom een bepaald feit waar is. +
5. Variatie in vraagtypen door verschillende soorten problemen en materialen tijdens het oefenen. +
6. Visualiseren: een mentale voorstelling vormen van de stof tijdens het lezen of luisteren. -
7. Samenvatting schrijven van de lesstof. -
8. Arceren / Onderstrepen van mogelijk belangrijke informatie. -
9. Herbestuderen van de lesstof. -
10. Kernwoorden of sleutelbegrippen genereren over de stof. -
http://portal.ou.nl/web/topic-effectieve-leerstrategieen/blog/-/asset_publisher/UcI9/blog/id/31701495
1. Spreiden van leer- en oefenmomenten over de tijd. ++
2. (Zichzelf) Toetsen: het ophalen van de eerder geleerde stof uit het geheugen. ++
3. Zelfverklaren: hardop uitleggen van nieuwe stof aan jezelf of anderen. +
4. Elaboratieve ondervraging: uitleggen waarom een bepaald feit waar is. +
5. Variatie in vraagtypen door verschillende soorten problemen en materialen tijdens het oefenen. +
6. Visualiseren: een mentale voorstelling vormen van de stof tijdens het lezen of luisteren. -
7. Samenvatting schrijven van de lesstof. -
8. Arceren / Onderstrepen van mogelijk belangrijke informatie. -
9. Herbestuderen van de lesstof. -
10. Kernwoorden of sleutelbegrippen genereren over de stof. -
http://portal.ou.nl/web/topic-effectieve-leerstrategieen/blog/-/asset_publisher/UcI9/blog/id/31701495
Effectiveness
|
Method
|
High Effective
|
·
Practice Testing
·
Distributed Learning
|
Moderate
Effectiveness
|
· Elaborate Interrogation
· Self-Explanation
· Interleaved Practice
|
Low Effectiveness
|
· Summarisation
· Highlighting/Underlining
· Keyword mnemonic
· Imagery for Test
· Re-Reading
|
The Ineffective Ones
Hier volgen vijf methoden die een laag rapportcijfer
krijgen omdat ze inefficiënt zijn of alleen nut hebben bij bepaalde vormen
van leren en wanneer de stof slechts korte tijd onthouden hoeft te worden.
Naar eigen zeggen hebben de meeste leerlingen de gewoonte de tekst
verschillende keren te herlezen en bepaalde woorden en zinnen te onderstrepen
of te markeren met een viltstift. Deze methoden leiden echter niet in alle
gevallen tot betere studieprestaties en ze houden de leerlingen af van een
meer productieve aanpak. De hier vermelde methoden zijn eigenlijk een vorm
van tijdverspilling.
|
1. Summarization
Samenvatting
|
Students are often
required to learn large amounts of material and summarization is a technique
that involves having students write summaries identifying the main points of
a text and capturing the gist of it while excluding unimportant or repetitive
material. Summarization may boost learning and retention because it involves
attending to and extracting the higherlevel meaning of the material.
• Samenvatten – Goede summarizing skills
zijn noodzakelijk - de kwaliteit van de samenvatting is uitermate belangrijk
OEFENEN IN HET SAMENVATTINGEN MAKEN (summarization en note-taking hebben wel
effect). Het grootste nadeel van samenvatten is dat het veel oefening vereist
en derhalve vaak niet effect is.
|
2. Highlighting and
Underlining
|
This is one of the
most common techniques used by students and this may be due to the fact it is
simple, does not require training or the investment of much time beyond what
is already required for reading the material. One explanation for the use of
highlighting, points to the ‘isolation effect’ whereby highlighted or
underlined text will be more easily remembered as it is separated from the
rest of the text. The reality is that highlighting does little to boost performance
in tests and in fact in some circumstances it may actually hurt performance!
• Arceren/onderstrepen –(uit onderzoek
blijkt dat het weinig effect heeft, men concentreert te veel op de gearceerde
delen van de tekst)
|
|
3. The keyword
mnemonic
trefwoorden visualiseren
|
This strategy was
originally developed for learning new languages or vocabulary and involves the
learner making a connection between a new word and an image involving a
related word that serves as a "key" to remember the new word. The
technique has been developed to work with many kinds of material. The
downsides of this technique were that it may not produce long-lasting results
and it wasn’t clear whether students would benefit from the technique when
they have to generate the keywords themselves.
• Kernwoorden genereren
|
|
4. Imagery use for
text learning
de tekst visualiseren
|
This technique
involves mentally imagining the content of each paragraph of text using
simple and clear mental images. Developing such images can enhance one’s
mental organisation or integration of information in the text. It was felt
that this technique was only really effective when using text material that
was imagery-friendly.
|
|
5. Rereading
Herlezen
|
Another technique
which is commonly used by students is the rereading of material, whether it is
an entire chapter, or just sections. Theoretically it has been suggested that
rereading may simply increase the total amount of information encoded, whilst
others claim that it increases understanding of the main ideas of the text.
Although there are benefits to rereading text material its benefits in other
contexts is not well documented.
• Herbestuderen
|
|
The Moderately
Effective Ones
De volgende drie methoden hebben ook enthousiaste
aanhangers, maar ze komen toch niet in aanmerking voor de hoofdprijs, in veel
gevallen omdat er te weinig wetenschappelijk bewijs is verzameld om hun
effectiviteit te ondersteunen. Sommige methoden, zoals elaborative
interrogation en self-explanation, zijn onvoldoende getest in
onderwijssituaties in de echte wereld. Een andere methode die de laatste tijd
in opkomst is, de zogeheten interleaved practice, wordt pas sinds kort
systematisch bestudeerd. Niettemin lijken ze wel zo veel potentie te bezitten
dat we ze wel durven aan raden – althans voor bepaalde situaties, die we
hieronder kort zullen behandelen.
|
6. Self-Explanation
Zelf de stof uitleggen
|
The core component
of self-explanation involves having students explain some aspect of their processing
during learning. Similar to elaborative interrogation, self-explanation may
enhance learning by supporting the integration of new information with
existing prior knowledge. This technique has been shown to be effective over
wide age ranges and to have effects on a large range of learning outcomes,
including various measures of memory, comprehension, and transfer. It was
however marked down because it was believed that the effectiveness could be linked
to a learner’s knowledge or ability level.
• Zelfverklaren + Zelfverklaren is aan
jezelf hardop uitleggen waarom je bepaalde dingen aan het doen bent of hoe iets
in elkaar zit. Leerlingen integreren bestaande informatie aan nieuwe
informatie. Het aan anderen uitleggen of vragen stellen aan elkaar heeft
net als zelfverklaren hetzelfde positieve leereffect, koppelen ook bestaande
informatie aan nieuwe informatie.
Het geheugen
is geen bak met losse informatie. Het geheugen is beter te vergelijken met een
structuur die bestaat uit verbindingen. Hoe meer verbindingen je legt bij het
opnemen van nieuwe informatie, hoe makkelijker de informatie weer op te halen
is. Dat leggen van verbindingen kun je actief doen, door voorbeelden te
bedenken, links te leggen met je dagelijkse ervaring en met wat je al weet.
|
7. Elaborative
Interrogation
Blijven doorvragen
|
Elaborative
interrogation (EI) is concerned with asking ‘why’. Humans have a natural
tendency to be inquisitive and ask questions. Elaborative interrogation is a
technique which attempts to capitalise on this inherent drive for
understanding and there is much evidence to suggest that explanatory
questioning can promote learning. It is a simple strategy that involves, for example,
reading a fact and asking ‘Why would that be true’ and then trying to
generate or find out the answer. The explanation for why this technique is
successful is that elaborative interrogation enhances learning by supporting
the integration of new information with existing prior knowledge.
Interestingly research suggests that the answers generated to the why questions
are not important as long as they are reasonable.
Laat de
leerling uitleggen waarom een bepaald feit waar is.
|
|
8. Interleaved
practice
Switchen tussen verschillende onderwerpen
|
The vast majority of
students will be required to learn content from many different subtopics or
problems of many different kinds. In trying to learn lots of different
material a common approach involves blocking. Blocking comprises studying all
content from one subtopic or all problems of one type before the moving on to
the next set of material. In contrast, interleaved practice, involves
students alternating their practice of different kinds of items or problems. One
reason why interleaved practice may be beneficial is that it allows students
to more readily compare different kinds of problems. Another possible
explanation is based on the retrieval from long-term memory that is afforded
by interleaved practice. Whilst effective, it was felt that a lot more work
was required to better understand the effects and which situations it would
best suit.
Varieer bij
het oefenen van verschillende soorten problemen en materialen. Voorkom
eenvormigheid
|
|
The Highly Effective
Ones
|
9. Practice Testing
Jezelf overhoren
Leidt tot betere studieresultaten en krijgt daarom een
hoog rapportcijfer.
• Jezelf toetsen
Veel
leerlingen gebruiken de methode om het geleerde nogmaals te leren
(herbestuderen = stampen). Uit onderzoek blijkt dat het veel effectiever is om
het geleerde te toetsen (bijvoorbeeld: ik probeer op te halen wat ik net heb
geleerd of doordat een docent een korte toets maakt voor de leerlingen
(formatieve toetsen)).
Het gaat
hierbij dus niet om een officiële eind-toets maar testen die je zelf inbouwt
tijdens het leren. Mogelijkheden om dit te doen zijn
• je stel vragen over de stof aan een
studiemaatje en andersom
• je bedekt de stof en vertelt in eigen
woorden wat je hebt gelezen/geleerd
• je mixt de voorbeelden uit de
verschillende hoofdstukken en je vraagt jezelf de theorie die het voorbeeld
illustreert erbij te vertellen
• je past de kennis toe in een andere
context
|
Practice testing
involves completing a test as a practice activity and could involve
practicing recall of target information via the use of actual or virtual
flashcards, completing practice problems or questions included at the end of
textbook chapters, or completing practice tests included in the electronic
supplemental materials that increasingly accompany textbooks.
Practice testing may
make it easy to retrieve subsequent information and may also enhance how well
students mentally process and organize information. Practice testing has been
shown to have a positive effect across a range of contexts and it is a
technique that is not particularly time intensive and requires little
training.
Jezelf overhoren. Leidt tot betere studieresultaten en
krijgt daarom een hoog rapportcijfer.
Hoe werkt het?
Een scholier hoeft niet te wachten op het echte
proefwerk of examen, maar kan ook zichzelf thuis oefentests afnemen. Dat kan
bijvoorbeeld door gebruik te maken van geheugenkaartjes (van karton of in
digitale vorm) of met behulp van de voorbeeldvragen aan het eind van een
hoofdstuk in het studieboek. De meeste leerlingen zijn bepaald niet dol op
tests, maar uit honderden experimenten is gebleken dat oefentests de
leerprestaties verbeteren en dat de leerstof beter blijft hangen. Bij een van
die experimenten moesten leerlingen woordparen uit het hoofd leren. De helft
van die woordparen werd vervolgens overhoord. Een week later konden de leerlingen
zich van de woordparen die waren overhoord nog 35 procent herinneren en van
de niet-overhoorde slechts vier procent. Bij een ander experiment kregen leerlingen
paren van een Engels woord en een woord in het Swahili voorgelegd, waarna ze
ofwel werden overhoord, ofwel de woordparen opnieuw mochten bekijken. Van de
woordparen die waren overhoord onthielden ze 80 procent, van de woordparen
die ze opnieuw hadden bekeken slechts 36 procent. Een mogelijke verklaring
voor dit effect is dat oefentests een mentale zoektocht in het
langetermijngeheugen op gang brengen, waardoor verwante informatie wordt
geactiveerd, wat er weer toe leidt dat er meerdere geheugenroutes ontstaan, zodat
de informatie gemakkelijker toegankelijk wordt.
Wanneer werkt het?
Iedereen, van kleuterschoolleerlingen tot vierdejaars
medicijnenstudenten of volwassenen van middelbare leeftijd, heeft baat bij
deze leermethode. Ze kan gebruikt worden voor allerlei soorten feitenkennis,
zoals het leren van woorden in een vreemde taal, het maken van
spellinglijsten en het in het geheugen prenten van de componenten van een
bloem. Zelfs mensen met alzheimer kunnen met deze methode dingen beter
onthouden. Korte, regelmatig herhaalde tests zijn het effectiefst, vooral
wanneer de student feedback krijgt met betrekking tot de juiste antwoorden.
Oefentests werken zelfs wanneer ze in een andere vorm
zijn gegoten dan het echte proefwerk of examen. De gunstige effecten kunnen
maanden of jaren aanhouden. Dat is fantastisch nieuws, aangezien het heel
belangrijk is dat verworven kennis gedurende lange tijd beschikbaar blijft.
Is het praktisch?
Ja. Deze methode vergt niet al te veel tijd en vrijwel
geen training.
Hoe moet ik de methode toepassen?
Dat kan bijvoorbeeld met geheugenkaartjes, waarbij op
de voorkant een vraag staat en op de achterkant het antwoord, of volgens het
Cornell-systeem. Dat houdt in dat u tijdens de les aantekeningen maakt en in
een verticale kolom in de marge van uw notitieblok vragen en trefwoorden
noteert. U kunt uzelf dan later overhoren door de aantekeningen te bedekken
en te proberen de vragen te beantwoorden of de trefwoorden toe te lichten.
Waardering
Zeer goed bruikbaar. Deze methode werkt bij een breed
scala van vakken, bij verschillende lesmethoden, bij mensen van uiteenlopende
leeftijden en zowel voor kennis die maar kort onthouden hoeft te worden als
voor kennis die permanent in het geheugen moet worden opgeslagen.
|
10. Distributed
Practice
Gespreid leren
Verdeel het studeren over een langere periode.
|
Whilst cramming
before a test is commonplace among students it is generally acknowledged that
distributing learning over time (either within a single study session or
across sessions) typically benefits long-term retention more than massing
learning opportunities in close succession. Distributed-practice effects may
occur because the processing of material during a second learning opportunity
suffers when it is close in time to the original learning episode. Basically,
students do not have to work very hard to reread notes or retrieve something
from memory when they have just completed this same activity, and
furthermore, they may be misled by the ease of this second task and think
they know the material better than they really do. Others suggest that the
second learning opportunity may be more effective once the initial learning
has been consolidated. It is a technique that works across students of
different ages, with a wide variety of materials, on the majority of
measures, and over long delays.
• Spreiden van leermomenten + Wat werkt
beter a-a-a-b-b-b-c-c-c-d-d-d (=massing) of a-b-c-d-a-b-c-d-a-b-c-d (=spacing)
(de laatste manier van spacing (bijvoorbeeld verspreidt over meerdere dagen) is
veel efficiënter).
Stel je hebt
3 dingen A, B en C te doen of te leren. In plaats AAA BBB CCC kun je beter de
volgorde veranderen in ABC ABC ABC. De tijdsbesteding blijft hetzelfde maar het
leereffect wordt vergroot.
Hoe meer je
spreidt in de tijd, (dagen, weken, maanden), hoe langer je het onthoudt. Met
stamp-werk kun je de volgende dag een voldoende halen, maar een jaar later ben
je alles weer vergeten.
|
Conclusies
Waarom hanteren scholieren geen effectievere
studiemethoden? Blijkbaar brengen de docenten hen niet de beste methoden bij,
omdat ze daar zelf tijdens hun opleiding niets over geleerd hebben. Toen wij
zes leerboeken over onderwijspsychologie analyseerden, ontdekten we dat slechts
één methode – ‘trefwoorden als geheugensteuntje’ – in alle zes boeken werd
vermeld. Geen van de leerboeken gaf duidelijke aanwijzingen voor wat betreft
het toepassen, de effectiviteit of de beperkingen van de diverse studiemethoden.
Een tweede probleem is wellicht dat in het
onderwijssysteem de nadruk ligt op de inhoud van de stof en op het aanleren van
vaardigheden om kritisch te denken. Er wordt maar weinig tijd uitgetrokken om
de leerlingen bij te brengen hoe ze moeten leren. Het gevolg kan zijn dat
leerlingen die op de basisschool en aan het begin van de middelbare school –
wanneer ze intensief worden begeleid – aanvankelijk uitstekend presteren, maar
later in de bovenbouw en op de universiteit in moeilijkheden komen – omdat daar
van hen wordt verwacht dat ze zelf hun studie indelen.
Deze studiemethoden zijn geen wondermiddel. Ze werken
alleen als de scholier gemotiveerd is en in staat ze te gebruiken. Toch denken
wij dat bij een verstandige toepassing van deze methoden scholieren beter
zullen presteren tijdens de les, bij examens en gedurende hun hele leven. (Uit
Psyche&Brein, nr. 5, 2013).