Feedback
We verdelen feedback door docenten als door leerlingen in drie subcategorieën:
1 - Feed up (vooraf duidelijk wat je moet doen)
2 - Feedback (waar sta je nu)
3 - Feed forward (welke stappen moet je nog ondernemen om verder te komen)
| Feed up | Feedback | Feed forward |
| Is het de leerling duidelijk wat hij/zij moet doen? Waar werkt de leerling naartoe? | Waar is de leerling nu? | Welke stappen moet de leerling nog ondernemen om verder te komen? Hoe komt de leerling naar de gewenste situatie? |
Docent | Leerdoel en succescriteria duidelijk maken, delen en begrijpen. | Realiseren van effectieve discussies, taken en activiteiten voor leren.
| Feedback geven gericht op verder leren. |
Medeleerling | Activeren van leerlingen als belangrijkste informatiebronnen voor elkaar.
| ||
Leerling | Activeren van leerlingen door het stimuleren m.b.t. het eigen leren.
|
Verder zijn er zeven essentiële punten voor het geven van feedback:
1 - Feedback moet verwijzen naar een doel.
2 - Feedback moet tastbaar en transparant zijn.
3 - Feedback moet actiegericht zijn.
4 - Feedback moet gebruiksvriendelijk zijn.
5 - Feedback moet vlot en tijdig worden gegeven.
6 - Feedback moet voortdurend formatief zijn, dus inzicht geven in het leerproces van de leerling.
7 - Feedback moet consistent zijn; de normen zijn duidelijk en gelijk voor iedereen.
Formatief toetsen
Formatieve toetsen worden tijdens het onderwijsleerproces ingezet om te meten hoe ver leerlingen gevorderd zijn in het behalen van bepaalde doelen. Deze toetsen geven tevens inzicht in de vervolgstappen die ondernomen kunnen worden om alsnog de gestelde doelen te behalen of nieuwe doelen te formuleren.
In tegenstelling tot summatief toetsen, heeft formatief toetsen dus als primair doel leerlingen inzicht te geven in hun eigen leerproces en hun onderwijs op maat te geven.
Toetsen met een formatieve functie zorgen ervoor dat de docent helder heeft waar de leerling naartoe werkt (feed up), een goed beeld krijgt waar de leerling staat (feedback) en de docent weet hoe hij de leerling naar de gewenste situatie kan leiden (feed forward).
Doordat de docent aan het einde van zijn les vragen stelt over de behandelde stof en over de te behandelen lesstof, krijgt de docent inzicht waar zijn leerlingen staan in hun leerproces:
- Hebben ze de behandelde stof voldoende begrepen?
- Kan hij de volgende les inderdaad aan nieuwe lesstof beginnen?
- Of blijkt dat leerlingen ook die stof beheersen?
- Hebben slechts enkele leerlingen extra instructie nodig?
Op basis van de uitkomst is het voor de docent mogelijk om in te spelen op wat zijn leerlingen nodig hebben en om eventueel zijn lesinstructies en leeractiviteiten de volgende les bij te stellen.
Het formatief toetsen leggen we uit in drie verschillende stappen. Waarbij we gebruik maken van de begrippen feed up, feedback en feed forward:
1 - Doel – waar werkt de leerling naar toe? - (feed up)
2 - Toets – waar staat de leerling nu? - (feedback)
3 - Gevolg – wat heeft de leerling nog te doen? - (feed forward)
Stap
1 |
Doel Waar werkt
de leerling naar toe? (feed up) |
Bij
formatief toetsen stel je eerst vast wat het doel is
van de les. |
Stap 2 |
Toets Waar staat
de leerling nu? (feedback) |
In deze
stap maak je zichtbaar wat al geleerd is met een toets. Een toets
kun je hier ruim opvatten, als een quiz, maar ook allerlei andere vraagvormen
om de kennis of vaardigheden van leerlingen te toetsen. |
Stap 3 |
Gevolg Wat heeft
de leerling nog te doen? (feed forward) |
In stap 3
bepaal je het gevolg: wat is er nog te leren? En om welke
aanpassing van de les vraagt dit? Deze
stappen blijf je herhalen als docent, maar ook als leerling. Door de
les op deze manier te koppelen aan het doel en aan wat nog te leren is, wordt
duidelijk waar de leerlingen naartoe werken. |