woensdag 11 april 2018

De gelaagdheid van cultuur - Edgar Schein


Volgens de cultuuronderzoeker Edgar Schein kent een cultuur drie lagen, hier aangeduid als die van het doen, van het denken en van het zijn.   

Doen
Artefacten en Symbolen:
zichtbare elementen in de organisatie
Denken/willen
Waarden en normen:
waarden, normen en gedragsregels
Zijn
Veronderstellingen:
diep in de kern van de organisatie
  



Doen
Artefacten en Symbolen:


De eerste cultuur-laag van het doen heeft betrekking op zichtbare en daardoor betrekkelijk makkelijk te observeren en te beïnvloeden cultuuruitingen.

Zichtbare elementen in de organisatie:

Cultuuruitingen zoals gedrag, kleding, taalgebruik, omgangsvormen, design, symboliek enzovoort.
Denken/willen
Waarden en normen:

In de tweede cultuur-laag ligt de meestal verborgen blijvende laag van wat mensen denken en willen.

Waarden, normen en gedragsregels:

Dit is de laag van de ‘informele codes’, de ‘ongeschreven regels’ en de ‘verborgen intenties’.
Zijn
Veronderstellingen:

De diepste cultuur-laag heeft betrekking op wat mensen zijn.

Diep in de kern van de organisatie:

In deze laag gaat het om de diepste essentie, de fundamentele drijfveren en veronderstellingen.

In de literatuur wordt deze laag omschreven als ‘kern’, ‘ziel’, ‘spiritueel kapitaal’ of  ‘cultureel DNA’.


maandag 9 april 2018

Executieve functies

De executieve functies horen bij het denkvermogen. Executieve functies zijn hogere cognitieve processen die nodig zijn om activiteiten te plannen en te sturen. Executieve functies kunnen worden gezien als de 'dirigent' van de cognitieve vaardigheden.

Feitelijk is het dus een verzamelnaam voor denkprocessen (functies) in het brein die belangrijk zijn voor het denken (cognitie) en het uitvoeren (executie) van sociaal, efficiënt en doelgericht gedrag. Executieve functies hebben een controlerende en aansturende functie.  

Zonder executieve functies is goed georganiseerd gedrag niet mogelijk. De executieve functies regelen bijvoorbeeld het starten met een taak en het richten en vasthouden van de aandacht.

Executieve functies vertellen dus niet hoe intelligent, charmant of verbaal vaardig iemand is.


De executieve functies worden ook wel de uitvoerende aandacht genoemd. Er zijn grofweg vier soorten:

Peg Dawson en Richard Guare (2009) onderscheiden elf soorten:

Margriet Sitskoorn onderscheidt in 'De beste versie van jezelf' twaalf executieve vaardigheden:


Impulsbeheersing.

Concentratie.

Flexibiliteit.

Prioriteiten stellen.


Respons-inhibitie: nadenken voordat je iets doet.

Werkgeheugen.

Emotieregulatie.

Volgehouden aandacht.

Taakinitiatie.

Planning/prioritering.

Organisatie.

Timemanagement: tijd inschatten, verdelen en deadlines halen.

Doelgericht gedrag.

Flexibiliteit: flexibel omgaan met veranderingen en tegenslag.

Metacognitie: een stapje terug doen om jezelf en de situatie te overzien en te evalueren

Aandacht richten, vasthouden, verdelen

Emoties reguleren (incl. omgaan met stress)

Flexibel kunnen zijn als dingen veranderen

Ongewenst gedrag kunnen onderdrukken

Taken en zaken starten

Dingen organiseren

Dingen kunnen plannen

Jezelf kunnen monitoren

Je werkgeheugen gebruiken

Een reëel zelfbeeld vormen
Het vermogen tot theory of mind

Prosociaal gedrag (het belang van anderen voor ogen houden)


Hieronder een overzicht van een aantal veel voorkomende executieve functies volgens Dawson en Guare opgesplitst in doen/gedrag en denken/cognitie.


Doen/gedrag

Denken/cognitie
Respons-inhibitie.

Werkgeheugen.

Emotieregulatie.

Planning/prioritering.

Volgehouden aandacht.

Organisatie.

Taakinitiatie.

Timemanagement.

Doelgericht gedrag.

Metacognitie:

Flexibiliteit.