dinsdag 28 mei 2019

Optimisme vs pessimisme

“Een pessimist ziet in elke kans de moeilijkheden. Een optimist in elke moeilijkheid een kans”.



Origineel: A pessimist sees the difficulty in every opportunity; an optimist sees the opportunity in every difficulty.

Winston Churchill

maandag 27 mei 2019

Onderwijskundige uitdagingen in kaart brengen


Nederlandse scholen krijgen in toenemende mate te maken met de onderstaande onderwijskundige uitdagingen:

Dalende motivatie
In toenemende mate hebben scholen te maken met een afname van de motivatie van leerlingen om te leren naarmate leerlingen ouder worden. Een van de oorzaken voor de dalende motivatie is dat er onvoldoende aansluiting is tussen de onderwijsbehoeften van leerlingen en het leeraanbod op school.

Vanuit onderzoek naar de self-determination theory blijkt dat demotivatie afneemt wanneer er een leeromgeving wordt gecreëerd die recht doet aan de drie psychologische basisbehoeften:
1 - autonomie / keuzevrijheid.
2 - relatie / het uiten van waardering voor de leerling.
3 - competentie / de structuur waarbij er heldere doelen en verwachtingen worden gesteld aan leerlingen waardoor zij beter in staat zijn een leeractiviteit uit te voeren.

Onvoldoende tijd voor begeleiding
Te weinig tijd en toerusting voor het mentoraat, begeleiding en coaching.

De mentor fungeert binnen de school als eerste aanspreekpunt voor de leerling en houdt zicht op de
ontwikkeling van de leerling. Voor een optimale begeleiding van leerlingen dienen mentoren en (leer)coaches meer begeleidingstijd toegewezen te krijgen binnen de jaartaak.

Onvoldoende maatwerk
We bieden onvoldoende maatwerk in de les/klas. Meer maatwerk in onderwijs moet derhalve zorgen voor meer kansen van onze leerling. Maatwerk zijn die activiteiten van docenten die aansluiten op de leerbehoefte van individuele leerling gericht op het positief beïnvloeden van het leren van de leerling.

Hoe kunnen we docenten beter te laten inspelen op de onderwijsbehoefte van hun leerlingen.
Eerst met zijn allen het begrip maatwerk definiëren. Iedereen kijkt op een andere manier naar dingen.
Door die gegevens over leerlingen systematisch te ontsluiten en te analyseren, kunnen docenten beter inspelen op de onderwijsbehoefte van hun leerlingen.
Het doel is dat alle docenten hun lessen voorbereiden op basis van de onderwijsbehoefte van de leerlingen.

Kijk voor meer informatie op de volgende link: https://robsegers.blogspot.com/2014/01/maatwerkgericht-werken.html

Het lesboek is leidend
Binnen het hedendaagse onderwijs is het lesboek of de lesmethode te leidend. Kiezen we voor een eigen aanpak binnen ons onderwijssysteem. Hebben de docenten controle over het leerproces of bepaalt het lesboek of lesmethode het proces?

Geen samenhang tussen vakken
In het voortgezet onderwijs is er nauwelijks verbinding, samenhang en samenwerking tussen de verschillende vakken. Samenwerken tussen vakken staat in de belangstelling, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het vergt immers meer overleg en meer afstemming tussen docenten. Zoek daarvoor de connectie tussen de verschillende vakken.

Focus op korte termijn resultaten
Leerlingen focussen zich te veel op korte termijn resultaten. Met andere woorden focussen leerlingen zich te veel op cijfers en toetsen.

Welke alternatieven zijn er:
1 - Focus derhalve meer op het proces.
Maak punten en resultaten minder belangrijk en richt je op het proces dat de leerling doormaakt. Prijs doorzettingsvermogen, de aanpak van de leerling en zijn inzet. ‘Jammer dat je niet tevreden bent met die 6 voor dat vak op je rapport. Want kijk eens: je hebt een “goed” voor inzet! Ik ben hartstikke trots op je!’ Vraag de leerling regelmatig wat hij/zij geleerd heeft en laat hem/haar vertellen hoe hij/zij dat voor elkaar heeft gekregen.

2 - Focus op inspanning
Maak de leerling duidelijk dat het er niet om gaat de beste, de snelste of de slimste te zijn, maar dat het gaat om de inspanning die je levert om iets te bereiken. Richt je complimenten op hard werken en  oefenen: ‘Als je net zo hard blijft oefenen als vandaag, dan zul je zien dat je dit muziekstuk steeds beter gaat spelen!’ Zorg ervoor dat de leerling op school lesstof krijgt die is afgestemd op zijn niveau, zodat hij dagelijks kan ervaren dat het leveren van inspanningen noodzakelijk is om verder te komen. Vertel waar jijzelf moeite voor hebt moeten doen en wat je daarmee hebt bereikt.

3 - Focus op groei
Laat de leerling zien dat je gelooft in de groeimogelijkheden van talenten en intelligentie en laat de leerling zijn eigen groei ervaren: ‘Jammer dat je de toets niet hebt gehaald, maar kijk eens: vorige keer had je er 8 goed en nu 15! Zie je hoe je vooruit bent gegaan door extra hard te oefenen?’ Zorg dat de leerling zich niet vergelijkt met anderen, maar zich richt op het verbeteren van zichzelf en het behalen van zijn eigen doelen. En natuurlijk: ‘vier’ iedere vooruitgang die het kind boekt door hard te werken.

4 - Focus op leren
Sta model voor ‘een leven lang leren’ en vertel de leerling hoe je jezelf steeds bent blijven ontwikkelen.
Geef de leerling mogelijkheden om nieuwe dingen te leren, zonder dat hij/zij het gevoel heeft direct de beste te moeten zijn. Geef de leerling inzicht in de vaardigheden die hij/zij nog moet ontwikkelen (bijvoorbeeld zich concentreren of hulp durven vragen) en help hem/haar bij het aanleren hiervan.

5 - Focus op het leren van fouten
Maak van fouten leermomenten. Laat de leerling zien dat ook jij geregeld fouten maakt en vertel wat je ervan hebt geleerd. Geef de leerling de kans om fouten te maken, dus ruim niet alle obstakels voor hem uit de weg. Help de leerling van een fout een leermoment te maken. Zoek samen op welke fouten de held (sporter, popster e.d.) van de leerling heeft gemaakt in zijn of haar carrière en ontdek hoe hij of zij daar beter van geworden is.

Te weinig rust en regelmaat
Docenten en leerlingen ervaren te weinig rust en regelmaat. Zorg bijvoorbeeld voor rust en regelmaat in het lesrooster. Voorkom afleidingen. Doe de deur eens dicht, zet de smartphone uit en zorg voor opgeruimde werkplekken. Dit brengt genoeg rust om te kunnen focussen. Leerlingen willen niet alleen maar stilzitten en luisteren, ze willen graag dingen doen. Dat wil niet zeggen dat alles druk moet zijn, want activiteiten, rust en regelmaat kunnen best samengaan.

Onvoldoende vaardigheden om (leer)gedrag (bij) te sturen
Leerlingen beschikken over te weinig vaardigheden om hun (leer)gedrag (bij) te sturen.

Leg hierbij de nadruk op diverse volgende vaardigheden. Zoals de hogere-orde denkvaardigheden (analyseren, evalueren en creëren), de creatieve denkvaardigheden (ideeën kunnen genereren, hoeveelheid verschillende ideeën en originaliteit van ideeën), onderzoeksvaardigheden (vaardigheden om door stappen van onderzoekscyclus heen te gaan).

Leg ook eens de nadruk op metacognitie en zelfregulatie. Metacognitie is de kennis en vaardigheden die een leerling nodig heeft om zijn eigen leergedrag te controleren en aan te sturen. Het gaat om vaardigheden als het oriënteren op een taak, doelen stellen, plannen, jezelf monitoren, het resultaat evalueren, en reflecteren op het eigen handelen.

Bij metacognitieve vaardigheden en zelfregulatie is het van belang om de leerling te het belang van leren te laten inzien. Leerlingen moeten weten hoe je effectief kunt leren, hoe zij kunnen reflecteren op het eigen leren en hoe zij hun eigen leerproces kunnen sturen.

Kijk voor meer informatie op de volgende link:


vrijdag 24 mei 2019

Activerende werkvormen

In de handreiking vind je een overzicht van werkvormen die je kunt inzetten om aan de slag te gaan met activerende werkvormen en Blended Learning.

donderdag 23 mei 2019

ErvaringsGericht Onderwijs (EGO)

De Belgische onderwijskundige Ferre Laevers wordt beschouwd als de grondlegger van het ErvaringsGericht Onderwijs.



ErvaringsGericht Onderwijs gaat ervan uit dat leerlingen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. Het onderwijsconcept ErvaringsGericht Onderwijs gaat uit van betrokkenheid en het welbevinden van leerlingen.

ErvaringsGericht Onderwijs houdt zich niet zozeer bezig met het eindproduct, maar veel meer met het proces dat zich afspeelt in de leerlingen en in de groep/klas.


De drie hoekstenen
ErvaringsGericht Onderwijs heeft drie hoekstenen:

De drie hoekstenen van ErvaringsGericht Onderwijs zijn:

1 - Vrije initiatief,
2 - Milieuverrijking en
3 - Ervaringsgerichte dialoog.

1
Vrije initiatief
Het vrije initiatief beantwoordt aan de behoefte van leerlingen om de wereld om hen heen te verkennen.

Leerlingen werken gemotiveerder aan een opdracht als zij daar zelf voor gekozen hebben en als het hun interesse heeft.

2
Milieuverrijking
Milieuverrijking duidt op een rijke leeromgeving met uitdagende activiteiten en materialen, die overzichtelijk ingericht is.

Dit vraagt een goede voorbereiding. De docent is hierbij begeleider en observator.

3
Ervaringsgerichte dialoog
Hierbij is het van groot belang dat de docent een goede band opbouwt met de leerlingen.

De ervaringsgerichte dialoog is gebaseerd op aanvaarding, echtheid en empathie. Door een empathische houding van de docent voelen leerlingen zich begrepen en kan de docent hen beter begeleiden.



Betrokkenheidsfactoren
Omdat dit concept uitgaat van de betrokkenheid van leerlingen, wordt rekening gehouden met vijf factoren die de betrokkenheid stimuleren:

De betrokkenheidsfactoren zijn:
1 - Een goede sfeer en relatie,
2 - Het juiste niveau,
3 - Aansluiten bij de leefwereld,
4 - Afwisselende activiteiten en
5 - Ruimte voor keuzes.

1
Een goede sfeer en relatie.
Leerlingen moeten zich veilig en geaccepteerd voelen. De docent houdt rekening met het karakter en de thuissituatie van het leerling en speelt daar goed op in.

2
Het juiste niveau.
Leerlingen moeten uitgedaagd worden voor opdrachten. De docent houdt bij de activiteiten rekening met het leervermogen en de ontwikkeling van het leerling.

3
Aansluiten bij de leefwereld.
Leerlingen vinden activiteiten die dicht bij de werkelijkheid liggen, veel zinvoller dan opdrachten die hen niet raken. De docent moet zich verdiepen in de leefwereld van de leerlingen en goed luisteren naar de onderwerpen die zij aandragen.

4
Afwisselende activiteiten.
Leerlingen willen niet alleen maar stilzitten en luisteren, ze willen graag dingen doen. Dat wil niet zeggen dat alles druk moet zijn, want activiteiten en rust kunnen best samengaan.

5
Ruimte voor keuzes.
Leerlingen krijgen veel mogelijkheden om te kiezen. De docent geeft veel ruimte voor de initiatieven van de leerlingen.



Werkvormen
Aan de hand van de vijf betrokkenheidsfactoren zijn vijf werkvormen ontwikkeld. Ze sluiten helemaal aan bij de grondgedachtes achter ErvaringsGericht Onderwijs.

De werkvormen zijn:
1 - kringen en forum,
2 - contractwerk,
3 - projectwerk,
4 - ateliers en
5 - vrije keuze.

1
Kringen en forum
De kring is een ontmoetingsplek waar leerlingen gedachten en ervaringen uitwisselen. Er zijn verschillende soorten kringen, een ervan is de evaluatiekring. Dan worden de activiteiten geëvalueerd en wordt gecheckt of de doelen behaald zijn.

Er is sprake van een forum als er meerdere klassen tegelijk bij elkaar komen om te overleggen of te plannen.

2
Contractwerk
In het contractwerk wordt vastgelegd wat voor activiteiten de individuele leerling gaat doen. Het contractwerk wordt uitgevoerd in een afgesproken tijd, bijvoorbeeld binnen een week. Elke keer krijgen de leerlingen de tijd om aan deze taken te werken, tijdens de zogenaamde contractwerktijd. Binnen deze grenzen kan de leerling zelf beslissen hoelang hij over een opdracht doet en welke taak hij het eerst uitvoert.

3
Projectwerk
Het projectwerk gaat over een bepaald thema of een probleem, wat de leerlingen aanspreekt. Het projectwerk gebeurt altijd in een cyclus van onderzoeken en rapporteren.

4
Ateliers
Bij ateliers ligt de nadruk op het actief bezig zijn. Voor ateliers wordt apart tijd vrijgemaakt, bijvoorbeeld een morgen of een middag. Leerlingen kunnen dan kiezen uit activiteiten met bijzondere materialen. Vaak worden de activiteiten ook op een andere plek uitgevoerd en hebben de leerlingen er speciale begeleiding bij nodig.

5
Vrije keuze
Bij vrije keuze kunnen de leerlingen kiezen uit een ruim aanbod van opdrachten die op hun niveau en interesses zijn afgestemd. Hierbij krijgen de leerlingen veel vrijheid.



ErvaringsGericht Onderwijs gaat ervan uit dat leerlingen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. ErvaringsGericht Onderwijs gaat uit van betrokkenheid en het welbevinden van leerlingen.


Welbevinden
Welbevinden zegt iets over hoe het met je gaat.
Welbevinden is een belangrijk sleutelbegrip bij het ErvaringsGericht Onderwijs. Het welbevinden van leerlingen groeit als de docent tegemoet komt aan de basisbehoeften: als de leerling zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen. Maar welbevinden heeft ook te maken met het leerling zelf, of de leerling een positief zelfbeeld heeft en hoe hij/zij zijn/haar gevoelens beleeft. Signalen van welbevinden zijn: spontaniteit, genieten, ontspannen zijn en zich open opstellen.
Een hoog welbevinden zorgt voor een goede emotionele ontwikkeling. Het is dus belangrijk dat leerlingen zich goed voelen.


Betrokkenheid
Betrokkenheid zegt iets over hoe je het doet.
Betrokkenheid is ook een belangrijk sleutelbegrip binnen het ErvaringsGericht Onderwijs. Een betrokken leerling is namelijk geconcentreerd en gemotiveerd bezig. Het vergt veel energie en zorgt voor voldoening. Leerlingen worden betrokken als een activiteit aansluit bij hun drang om te verkennen en hun niveau. Als een leerling betrokken is, is dat ook te merken aan zijn houding, expressie en reactiesnelheid. Bij een hoge betrokkenheid zit de leerling op de grens van zijn mogelijkheden.


Welbevinden

Betrokkenheid

Welbevinden zegt iets over hoe het met je gaat.

Betrokkenheid zegt iets over hoe je het doet.

Het welbevinden van leerlingen groeit als de docent tegemoet komt aan de basisbehoeften: als de leerling zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen.

Maar welbevinden heeft ook te maken met het leerling zelf, of de leerling een positief zelfbeeld heeft en hoe hij/zij zijn/haar gevoelens beleeft.
Een betrokken leerling is geconcentreerd en gemotiveerd bezig.

ls een leerling betrokken is, is dat ook te merken aan zijn houding, expressie en reactiesnelheid.


Klik voor meer informatie op de volgende link:
https://docplayer.nl/8549905-Wat-het-betekent-voor-de-aanpak-het-proces-en-de-output-van-onderwijs-prof-dr-ferre-laevers-expertisecentrum-ervaringsgericht-onderwijs-kuleuven.html

woensdag 8 mei 2019

Getting Things Done

De Amerikaan David Allen is consultant en het meest bekend als de schrijver van Getting Things Done (GTD), een methode voor time management. Getting Things Done is een actiegebaseerde managementmethode. GTD is gebaseerd op het principe dat een persoon door zijn taken vast te leggen zich over die taken geen zorgen hoeft te maken. Het moeten herinneren van alle taken maakt plaats voor het daadwerkelijk uitvoeren van de taken.


De essentie van GTD
In tegenstelling tot andere methoden in tijdsbeheer focust David Allen minder op het bepalen van prioriteiten. In plaats daarvan roept hij op tot het maken van takenlijsten die specifiek zijn voor een bepaalde context. Hij stelt ook dat iedere taak die binnen twee minuten uitgevoerd kan worden, direct uitgevoerd moet worden.

De psychologie van GTD is gebaseerd op het eenvoudig opslaan, bijhouden en terugvinden van alle relevante informatie die nodig is voor de taken die je uit moet voeren. David Allen suggereert dat veel van de mentale blokkades waar we tegenaan lopen bij het uitvoeren van bepaalde taken worden veroorzaakt door onvoldoende 'front-end'-planning (met andere woorden, voor ieder project moeten we duidelijk maken wat er bereikt moet worden en welke specifieke acties hiervoor uitgevoerd moeten worden). Het is, volgens David Allen, het meest praktische om hierover vooraf na te denken. Hierdoor stellen we een reeks met acties op die we dan later kunnen uitvoeren zonder weer uitvoerig te hoeven plannen.

David Allen stelt ook dat onze herinnering (memory system) tamelijk inefficiënt werkt en ons zelden helpt te herinneren wat te doen op de tijd en de plaats dat we het kúnnen doen. Daarom werken de "next actions" (volgende acties) per context in het GTD-systeem als een externe hulp die ons ervan verzekert dat we de juiste herinneringen op het juiste moment kunnen opvragen. Er zijn veel aanverwante persoonlijke managementtips en -trucs uitgeschreven in GTD die kunnen helpen bij het invoeren van de werkwijze die door David Allen is beschreven.

Ingredients for a healthy relationship

Relationships will be more easier if you have these ingredients and you implement them always. Here is a little checklist about respect. How many items can your relationship tick off?



Respect
Accountability

Admits mistakes (or when wrong)
Accepts responsibility for behaviours, attitudes and values.

Safety

Refusing to intimidate or manipulate.
Respect physical space
Expressing self non-violently.

Trust

Accepting each other’s word
Giving the benefit of the doubt.

Honesty

Communicates openly and truthfully.

Cooperation

Asking not expecting.
Accepting change.
Making decisions together.
Willing to compromise.
Win win resolutions to conflicts.

Support

Support each other’s choices.
Being understanding.
Offering encouragement.
Listening non-judgmentally.
Valuing opinions.





14 tekenen die wijzen op een relatie die wel gezond is.

 

De 14 tekenen zijn:

 

1 - Affectie en interesse

2 - Communicatie

3 - Empathie

4 - Vertrouwen

5 - Flexibiliteit

6 - Geduld

7 - Individualiteit en grenzen

8 - Open- en eerlijkheid

9 - Respect

10 - Ruimte voor groei / ontwikkeling

11 - Ruzies op een gezonde manier oplossen

12 - Samen plezier hebben

13 - Waardering

14 - Wederkerigheid

 

Afvinklijstje – is het genoemde thema aanwezig of afwezig binnen je relatie:

 

Thema

 

aanwezig

afwezig

Affectie en interesse

 

 

 

Communicatie

 

 

 

Empathie

 

 

 

Vertrouwen

 

 

 

Flexibiliteit

 

 

 

Geduld

 

 

 

Individualiteit en grenzen

 

 

 

Open- en eerlijkheid

 

 

 

Respect

 

 

 

Ruimte voor groei / ontwikkeling

 

 

 

Ruzies op een gezonde manier oplossen

 

 

 

Samen plezier hebben


 

 

Waardering

 

 

 

Wederkerigheid

 

 

 

 

Een beknopt overzicht van de 14 thema’s:

Affectie en interesse

 

Liefde is uiteraard een vereiste in een liefdesrelatie, maar uit je deze liefde ook? En hoe uit je de liefde? Hoe zit het met jullie liefdestalen? Er zijn verschillende liefdestalen; ben je op de hoogte van de taal die jouw lief spreekt in de liefde? Misschien geef jij liever complimentjes terwijl je partner blij wordt van knuffels en niet zoveel waarde hecht aan al die lieve woorden. Er is hierin geen goed of fout, zolang jullie in je behoeften worden voorzien.

 

Communicatie

 

Open en eerlijk communiceren – ook over moeilijke onderwerpen – is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Veel mensen hebben geleerd om moeilijke gesprekken te vermijden om gedoe te voorkomen en het perfecte plaatje niet te verpesten. Toch is het tegendeel waar: wanneer je open en eerlijk kan communiceren, versterkt je relatie. Jullie kennen elkaars gevoelens en behoeftes immers. Zo kan je onderzoeken hoe je die op elkaar kan laten aansluiten en samen verder kunt groeien.

Het is dus oké om discussies te hebben en het niet altijd met elkaar eens te zijn, zolang je er maar samen aan werkt.

 

Empathie

 

Jezelf kunnen inleven in een ander brengt je ver in heel veel situaties. Of het nu gaat om opvoeden, vriendschappen maken of het onderhouden van een gezonde relatie. Kan jij je helemaal inleven in je partner, ook al ben je het er niet mee eens? Ben jij écht blij voor de ander als hij/zij iets heeft behaald?

 

Vertrouwen

 

Vertrouwen is de belangrijkste bouwsteen van een relatie. Zonder vertrouwen is er geen fatsoenlijke ‘fundering’ in de relatie waarmee je emotionele intimiteit kunt opbouwen. De kans om gekwetst te worden, wordt steeds groter als er geen vertrouwen in elkaar is. Je vraagt je dan constant af of je je partner wel kan vertrouwen en of hij/zij wel écht meent wat ‘ie zegt. Bij een goede relatie is er altijd sprake van vertrouwen, no matter what.

 

Flexibiliteit

 

Een gezonde relatie vraagt om flexibiliteit en compromissen. Het is belangrijk dat beide partners flexibel zijn bij het maken van de dagelijkse keuzes samen. Als altijd één partner inlevert, krijg je uiteindelijk een ongelijke balans.

In een gezonde relatie zijn beide partners bereid om een compromis te sluiten om samen tot een gelukkig besluit te komen waar beide zich comfortabel mee voelen.

 

Geduld

 

Geen zorgen, je hoeft niet altijd uiterst geduldig te zijn om een goede relatie te hebben. Soms ben je nou eenmaal meer gestresst of heb je een nacht slecht geslapen. Toch zijn het de stellen met een gezonde relatie die meer flexibiliteit en steun bieden aan hun partner als de andere even een ‘off’ dag heeft.

Zijn jullie zo goed als altijd ongeduldig naar elkaar? Dan creëer je vanzelf een bepaalde dynamiek en ga je veel meer letten op de ‘negatieve’ dingen van je partner. Precies niet wat je wilt in een gezonde relatie.

 

Individualiteit en grenzen

 

Als je verliefd bent, is het makkelijk om helemaal op te gaan in elkaar. Het is heerlijk om dag-in-dag-uit van elkaar te genieten. Niks mis mee als dat even zo is, maar als dat op de lange termijn zo doorgaat, ontstaat de kans dat je in zekere zin afhankelijk van elkaar wordt en als het ware in elkaar versmelt. Doe je al die dingen omdat jij het leuk vindt of omdat je partner dat zo graag wilt?

Vergeet niet de dingen te doen die jij belangrijk vindt (hobby’s, vrienden etc.). Wanneer je goed in je vel zit en voldoende tijd besteedt aan jezelf (hallo zelfliefde en persoonlijke ontwikkeling!) zul je vanzelf een betere partner zijn in je relatie. Je houdt van elkaar, maar hebt elkaar dan niet nodig.

In een gezonde relatie zijn overeenkomsten welkom, maar worden de verschillen ook gerespecteerd.

 

Open- en eerlijkheid

 

De één voelt zich meer op z’n gemak met alles in geuren en kleuren aan elkaar vertellen dan de ander, die meer is gesteld op z’n privacy. Praat de één graag over dromen, hoop en elk detail van een werkdag? Dan is het uiteraard fijn als hierin een match is. Maar nóg belangrijker is dat er altijd ruimte is om hier eerlijk over te kunnen zijn.

Partners die hun emoties verbergen, brengen de basis van hun relatie in gevaar: vertrouwen. Dus: wees vooral eerlijk over jouw behoeftes en onderzoek hoe je samen een gezonde relatie onderhoudt!

 

Respect

 

Het klinkt misschien voor de hand liggend, maar toch is het een onmisbaar onderdeel van een gezonde relatie. Het respecteren van de familie van je lief, maar ook het geloof en de vrienden. Respectvol ben je ook in hoe je tegen elkaar praat, de keuzes van de ander serieus neemt en de ander niet kleinerend toespreekt.

Ben je het respect in de ander eenmaal bent verloren, dan is het een lange weg om dat weer op te bouwen.

 

Ruimte voor groei / ontwikkeling

 

Je hebt het ongetwijfeld weleens gehoord: je kan niet van een ander houden, zonder dat je van jezelf houdt. Dat betekent niet dat je helemaal ‘af’ moet zijn voor je een relatie aangaat. Sterker nog: in relaties kan je heel veel van elkaar leren over jezelf. Toch is jezelf en daarmee ook jullie relatie ontwikkelen een must als je een gezonde en duurzame relatie wilt aangaan/onderhouden.

Dat jij meer tijd alleen of met een nieuwe hobby wilt spenderen, betekent niet het einde van je relatie. Het betekent dat je elkaar de ruimte gunt voor groei.

 

Ruzies op een gezonde manier oplossen

 

Hoe goed je relatie ook is, discussies, onenigheden of ruzies horen er soms bij. Wat het verschil is tussen een ongezonde en een gezonde relatie, is hoe deze worden opgelost. Wordt er niet meer over gesproken maar is het met een potje goedmaakseks zo weer voorbij? Dan is de kans groot dat de irritaties worden opgekropt.

Praten en samen tot een oplossing komen, dat is wat er gebeurt in een gezonde relatie.

 

Samen plezier hebben

Samen plezier en een positieve gezamenlijke emotie hebben binnen een relatie is een voorwaarde voor een evenwichtige liefdesrelatie.

 

Waardering

 

Veel onderzoeken wijzen het uit: het tonen van waardering in een relatie zorgt dat we ons gelukkiger en veiliger voelen in de relatie. Hoe meer dankbaarheid we van onze lovers voelen, hoe meer we ons gewaardeerd voelen voor wie we zijn binnen een relatie. Dat doet de relatie veel goed! Misschien dus iets vaker een dankwoord schenken aan je lief wanneer die iets voor je doet?

 

Wederkerigheid

 

In een gezonde relatie doe je dingen voor je partner omdat je dat oprecht wilt en niet omdat je er iets voor terug verwacht. “Ik heb zijn kleding gewassen, dus verwacht ik dat hij mij binnenkort wegbrengt naar dat teamuitje.” Nee, bij een goede relatie doe je dingen voor elkaar omdat je de ander wilt helpen: het gaat om geven en nemen. Met liefde. Hoeveel dat is, ligt aan jullie. Zolang je het bespreekt en je er beiden comfortabel bij voelt.

 


Visie op relaties

Niet ik-gericht …

je bent hier niet op de wereld voor jezelf.

 

Bijdrage aan …

in een (partner)relatie ben je niet verantwoordelijk voor het geluk van je partner.  Je kunt wél een bijdrage leveren aan het geluk van je partner.

 

Wederkerigheid …

als je gericht bent op het geluk van je partner en jouw partner is dat andersom, dan kun je écht samenleven.