zaterdag 21 september 2019

Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek

De kernvraag van het boek Wijze lessen: twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek is: ‘Wat zijn effectieve lessen en hoe maak je die?



Tim Surma en de andere auteurs geven uitleg bij twaalf instructieprincipes. Ze verklaren vanuit wetenschappelijk onderzoek waarom die principes werken en ze geven voorbeelden van toepassing van deze principes in de klas.

1. Activeer relevante voorkennis
Wat je al weet, bepaalt wat en hoe snel je leert. Herhaal op een actieve wijze de voorkennis die de leerling nodig heeft om de nieuwe leerstof te begrijpen. Zo geef je meteen een kapstok om nieuwe leerstof te verbinden aan de eerder geleerde leerstof en richting te geven aan het verdere verloop van je les. Nieuwe informatie onthoud je immers beter wanneer ze kleeft aan voorkennis. Organiseer die nieuwe leerstof ook binnen een abstract, algemeen en omvattend kader.

2. Geef duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructie
Besteed voldoende tijd aan duidelijke, gestructureerde en uitdagende instructie. Als leerlingen niet begrijpen wat er geleerd moet worden, wordt leren lastig. Afgebakende lesfasen en doelen brengen structuur. Uitdagende doelen en een snel lestempo in een warm leerklimaat motiveren je leerlingen.

3. Gebruik voorbeelden
Op het moment dat leerlingen hun eerste stappen zetten in het verwerven van nieuwe kennis of vaardigheden, is het effectief om te werken met voorbeelden. Zo’n voorbeeld kan een uitgeschreven uitwerking van een oefening zijn, de leraar die de nieuwe vaardigheid demonstreert, of concrete voorbeelden bij een abstract begrip. Belangrijk daarbij is om de genomen stappen te verklaren, samen met de achterliggende principes. Stimuleer leerlingen ook om voorbeelden zelf te proberen verklaren en te vergelijken.

4. Combineer woord en beeld
Leerlingen slaan informatie die zowel via woorden als beelden wordt gepresenteerd, gemakkelijker op dan wanneer alleen maar woorden worden gebruikt. Dit principe is gebaseerd op het feit dat verbale en visuele informatie volgens twee afzonderlijke (maar gelijktijdig werkende) processen in het werkgeheugen verwerkt worden en vervolgens in het langetermijngeheugen geïntegreerd. Dat maakt het leren minder belastend en effectiever.

5. Laat leerstof actief verwerken
Productieve strategieën verplichten de leerling om leerstof actief te herkneden. De leerling creëert een nieuw bijproduct, zoals een verklaring, een samenvatting of een schema.
Daardoor onthoudt die meer dan door de leerstof op een meer passieve wijze te ‘consumeren’
door bijvoorbeeld alleen maar te herlezen. Actief verwerken kan individueel maar ook in
samenwerking. Belangrijk is om deze strategieën op het juiste moment te gebruiken en om ze ook aan te leren.

6. Zoek manieren om te achterhalen of de hele klas het begrepen heeft
Als je wilt dat je leerlingen leren, is het van groot belang dat leerlingen betrokken blijven.
Leerlingen haken soms af omdat de leerstof bijvoorbeeld te moeilijk is of zij de aangereikte
oefeningen te moeilijk of te gemakkelijk vinden. Om dit te voorkomen is het nodig om met grote regelmaat na te gaan of je leerlingen hebben begrepen en onthouden wat je beoogt
met je uitleg, opdracht en begeleiding. Dit kan door goede vragen te stellen, opdrachten met
voldoende moeilijkheid aan te bieden en activiteiten in te zetten om informatie te verzamelen van de hele klas.

7. Ondersteun bij moeilijke opdrachten
Leerlingen begeleiden is een belangrijk kenmerk van goed les geven. Wanneer leerlingen
opdrachten nog niet zelfstandig aan kunnen, is tijdelijke, individuele en aanpasbare steun van
de leraar noodzakelijk. Dat proces wordt ook wel scaffolding genoemd. Naarmate de leerling
bekwamer wordt, vermindert de ondersteuning van de leraar.

8. Spreid oefening met leerstof in de tijd
Wanneer je met nieuwe leerstof gaat oefenen, werkt het voor het onthouden van de leerstof
beter als je de oefeningen spreidt in de tijd over meerdere kortere oefensessies dan als je de
leermomenten in één lange oefensessie concentreert.

9. Zorg voor afwisseling in oefentypes
Tijdens het oefenen is afwisseling vaak aan te raden. Door te variëren in oefeningtypen en
leerstofonderdelen kunnen leerlingen leren om verschillende oplossingsstrategieën te
gebruiken. Daarnaast doet verandering van spijs ook eten!

10. Gebruik toetsing als leer- en oefenstrategie
We denken vaak na over hoe we leerstof in de hoofden van onze leerlingen kunnen krijgen.
Minstens even belangrijk is om de leerstof ook uit het geheugen te krijgen. Leerlingen laten
oefenen om actief informatie op te halen uit hun geheugen versterkt hun geheugen in vergelijking met passievere technieken, zoals herlezen. Leerlingen onthouden daardoor de leerstof
beter én langer.

11. Geef feedback die leerlingen aan het denken zet
Feedback is een van de krachtigste interventies om het leren van leerlingen te bevorderen. Het doel van feedback is om informatie te geven over waar leerlingen staan en ze houvast te geven bij het behalen van de leerdoelen. Het organiseren van effectieve feedback is echter complex. Als de feedback de leerlingen niet aan het denken zet en in actie brengt, is feedback ineffectief. Dan is eerst iets anders nodig.

12. Leer je leerlingen effectief leren
Als leraar kun je de voorgaande elf bouwstenen gebruiken om je lessen effectiever, efficiënter en aangenamer te maken, maar er zijn ook veel handvatten die leerlingen helpen om zélf hun leren op een efficiënte, effectieve en aangename wijze te organiseren. Leer je leerlingen hoe ze hun eigen leren kunnen plannen, monitoren, evalueren en bijsturen en welke leerstrategieën ze het beste kunnen gebruiken wanneer ze zelfstandig aan het studeren zijn.


Het boek ‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’, is gratis te downloaden via de volgende link: http://www.wijzelessen.nu

[ Bron: https://www.ou.nl/web/wijze-lessen/home ]