Eerst eens goed de situatie beschrijven en onderzoeken.
En dan pas reflecteren. Dat is de kern van de STARR-methode, die je vooral gebruikt om te
reflecteren op jezelf.
De STARR-methodiek helpt bij het inzichtelijk krijgen van
competenties van mensen. Het is een methode die, door een gegeven situatie te
analyseren, inzicht geeft in de competenties waarover iemand beschikt en de
wijze waarop deze gehanteerd worden. Het helpt dus bij het beoordelen van
mensen.
Om een uitspraak te kunnen doen over de competenties van
mensen, is het van belang om in daadwerkelijke voorbeelden na te gaan welke
competenties mensen laten zien. Voordat een oordeel over competenties van
mensen gegeven wordt, kan het dus nuttig zijn om op zoek te gaan nar concrete
voorbeelden van deze competenties in het dagelijks handelen. De STARR-methodiek
helpt om dergelijke voorbeelden te analyseren en te beoordelen.
Situatie
|
Situatie: wat was de situatie/de context waarbinnen het
voorbeeld zich afspeelde.
|
-
Wat was de situatie?
-
Wat gebeurde er?
- Wat was de aanleiding?
-
Wie waren er bij betrokken?
-
Waar speelde het zich af?
- Wanneer?
|
Taak
|
Taak: wat was in deze situatie de taak waarvoor de
betrokkene zich gesteld zag dan wel de rolopvatting die de betrokkene zelf
had?
|
-
Wat was je taak?
-
Wat was je rol?
-
Wat wilde je bereiken?
-
Wat werd van je verwacht?
-
Wat verwachtte je van jezelf in deze situatie?
-
Wat vond je dat moest gebeuren?
|
Actie
|
Actie: wat is er concreet gezegd en gedaan?
|
-
Wat hoorde/zei/deed/voelde je?
-
Hoe pakte je het aan?
-
Hoe werd op jou gereageerd?
-
Wat zei/dacht/voelde men volgens jou?
-
Wat hoorde/zei/deed/voelde je toen? Enz.
|
Resultaat
|
Resultaat: hoe heeft de ander gereageerd en wat was het
eindresultaat?
|
-
Wat kwam er uit?
-
Hoe liep het af?
-
Hoe reageerden de anderen op het resultaat?
|
Reflectie
|
Reflectie: zou u een zelfde probleem volgende keer weer
zo aanpakken?
Wat zou u een volgende keer anders doen?
|
-
Hoe vond je dat je het deed?
-
Was je tevreden met de resultaten?
-
Wat is de essentie van wat je geleerd hebt?
-
Wat zou je de volgende keer eventueel anders doen?
-
Wat heb je daar dan voor nodig?
-
Kun je met wat je hiervan hebt geleerd ook iets in andere situaties?
|