Beelddenker:
[visueel
ruimtelijk]
|
Woorddenker:
[auditief
volgorderlijk]
|
Sterke rechter hersenhelft
|
Sterke linker hersenhelft
|
Denkt primair in beelden
|
Denkt primair in woorden
|
Is visueel sterk
|
Is auditief sterk
|
Kan goed met ruimte omgaan
|
Kan goed met tijd omgaan
|
Leert vanuit overzicht
|
Leert stapje voor stapje
|
Begrijpt het meteen of (nog) niet
|
Leert met vallen en opstaan
|
Begrijpt complexe concepten makkelijk, heeft
moeite met eenvoudige taken
|
Presteert goed als moeilijkheidsgraad geleidelijk
wordt verhoogd
|
Is goed in synthese, samenvoegen, verbanden
leggen
|
Is een analytische denker
|
Werkt vanuit het grote beeld, kan details over
het hoofd zien
|
Werkt vanuit onderdelen naar het geheel. Schenkt
aandacht aan details
|
Kan goed kaart lezen
|
Volgt mondelinge instructies goed op
|
Is beter in wiskundig redeneren dan in cijferen
|
Kan goed rekenen
|
Leert hele woorden gemakkelijk
|
Kan klanken gemakkelijk leren
|
Moet woorden visualiseren alvorens ze te kunnen
spellen
|
Kan woorden spellend uitspreken
|
Geeft de voorkeur aan toetsenborden om te
schrijven
|
Kan snel en netjes schrijven
|
Ordent en organiseert op geheel eigen wijze
|
Is goed georganiseerd
|
Vindt intuïtief de juiste oplossing
|
Kan stappen in het werk makkelijk verduidelijken
|
Leert het beste door verbanden te zien
|
Kan goed uit het hoofd leren, stampen
|
Goed visueel lange termijn geheugen
|
Goed auditief korte termijn geheugen
|
Leert concepten voor de eeuwigheid, haakt af bij
stampwerk en herhaling
|
Heeft soms herhaling nodig om het geleerde te
blijven onthouden
|
Ontwikkeld eigen methoden om problemen op te
lossen
|
Leert goed via instructie
|
Is erg gevoelig voor de houding van de leraar
|
Leert onafhankelijk van emotionele reacties
|
Bedenkt bijzondere oplossingen van problemen
|
Voelt zich goed bij één juist antwoord
|
Ontwikkelt zich asynchroon (onevenwichtig)
|
Ontwikkelt zich redelijk evenwichtig
|
Kan erg onregelmatige cijfers halen
|
Haalt in de regel hoge cijfers
|
Geniet van meetkunde en natuurkunde
|
Geniet van algebra en scheikunde
|
Leert de talen op locatie door onderdompeling
|
Leert de talen in de klas/les door onderwijs
|
Is creatief, ambachtelijk, technologisch
emotioneel of spiritueel begaafd
|
Is academisch getalenteerd
|
Is een laatbloeier
|
Is een vroegbloeier
|
Ways elementary school teachers can help
visual-spatial learners:
1. Reading: The lucky ones teach themselves
how to read before they go to school. They need meaning, and respond to
language experience and whole language approaches. They do not learn by phonics
alone, and they cannot divide a word like “bat” into three sounds and then
blend the sounds together. They can grasp prefixes, roots and stems early on.
They also can learn basic phonics rules.
2. Spelling: Write each spelling word on a
sheet of paper using different colours and big letters. The learner looks at the
word, closes eyes and visualizes the word, spells it orally backward and
forward, then writes it forward.
3. Put spelling words and other assignments
on hand-outs. Do not expect them to copy correctly from the chalkboard or take
letter-by-letter dictation correctly.
4. Have the learner sit in front of the
room to minimize distractions but at least four to six feet from the
chalkboard.
5. Give oral tests and untimed tests.
6. Find ways other than writing by hand for
the learner to demonstrate competency. Give two grades on papers - one for
content and one for mechanics.
7. Pause during verbal presentations so the
learner can visualize what was said.
8. Use rhythm and music to enhance
learning.
9. Allow the learner to tape lectures and
discussions.
10. Inform a parent if assignments are not
being turned in or classwork is not being done and see if brainstorming together
produces a solution.
11. Relish and reward diversity and
divergent thinking.