ARTIKEL: Liever jezelf verbeteren dan de ander verslaan
Doeloriëntatie houdt in dat mensen verschillende motieven kunnen hebben om een bepaald doel te bereiken (Dweck, 1986).
Bij het stellen van leerdoelen kan men deze richten op zichzelf (‘mastery’ oriëntatie, gericht op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden) of op anderen (‘performance’ oriëntatie, gericht op beter presteren dan anderen), waarbinnen men zich kan richten op het behalen/verkrijgen van succes (approach) dan wel op voorkomen van falen (Elliot & McGregor, 2001).
Daarnaast kan men ook als oriëntatie hebben een doel te bereiken door zo min mogelijk inspanning te hoeven leveren (Harackiewicz, Durik, Barron, Linnenbrink-Garcia, & Tauer, 2008).
De structuur van doeloriëntaties
Waarde
|
Normatief
(gericht op de ander)
|
Intrapersoonlijk
(gericht op zelf)
|
Positief/succes
|
Prestatiestreefdoel (performance-approach)
Doel:
Beter presteren dan anderen
Gedragingen:
-Zelf effectiviteit laag
|
Leerstreefdoel
(mastery-approach)
Doel:
Beheersen van de stof
Gedragingen:
-Zelf effectiviteit hoog
-Veel strategieën bij het
oplossen van een
probleem
|
Negatief/falen
|
Prestatievermijddoel
(performance-avoidance)
Doel:
Slechter presteren dan
anderen vermijden
Gedragingen:
-Minder moeite doen bij falen
-Zelf effectiviteit laag
-Falen komt door
gebrek aan vaardigheid
|
Leervermijddoel
(mastery-avoidance)
Doel:
Niet beheersen van de stof vermijden
Gedragingen:
-Faalangst
-Uitstelgedrag
-Zelf effectiviteit hoog
-Lage zelfstandigheid
-Hogere emotionaliteit
|