In het Nederlandse onderwijs wordt veel gepraat over de
doeltreffendheid en doelmatigheid van deze leerling(en)besprekingen. Leerling(en)bespreking
leveren voor zowel docenten als leerlingen te weinig op. We praten over
leerlingen, zonder tot concrete acties te komen. We verzanden in uitspraken als
de leerling moet beter z’n best doen of de leerling moet zijn huiswerk beter
maken. We willen de bestaande aanpak veranderen, maar hoe? Medewerkers volgen
een externe cursus en komen met meer vragen terug dan antwoorden. Zoals bij
onze leerlingencoördinatoren. Zij hebben recent een cursus m.b.t. leerling(en)besprekingen
gevolgd over het verschil tussen de huidige en gewenste situatie rondom deze
besprekingen.
Huidige situatie
(ist)
Veel leerling(en)besprekingen zijn op dit moment niet
doelmatig of doeltreffend.
· In de meeste leerling(en)besprekingen wil iedere vakdocent zijn zegje doen over de leerling. · De voorvallen van de laatste tijd worden uitgebreid besproken.
· Er wordt veel gesproken over leerlingen die niet gemotiveerd zijn.
· Van het maken van concrete actiepunten is vaak geen sprake.
· Het blijft vaak de volgende uitspraken; “Hij moet gewoon harder werken!”, “zij moet beter opletten”, “de leerling moet zijn huiswerk beter maken” of ‘de mentor praat nog eens met de leerling’. (Beter kunnen we de vraag stellen: waarom werkt hij niet hard, let zij niet op en maken ze geen huiswerk?)
· De gemaakte afspraken worden niet veelal geëvalueerd.
Gewenste situatie
(soll)
In de gewenste situatie zijn de leerling(en)besprekingen wel doelmatig en doeltreffend. · Wij stellen de ontwikkeling van de leerling centraal en geven naast de school de leerling hierin een duidelijke verantwoordelijkheid.
· Wij willen hierbij zowel de sterke kanten van onze leerlingen benutten.
· Wij willen dat onze actiepunten effect hebben op de leerlingen.
· Wij zien ouders als pedagogische partners.
· We betrekken ouders en leerlingen in de begeleiding.
· De gemaakte afspraken worden geëvalueerd.
Het streven van
een doeltreffende leerling(en)bespreking is
· het vaststellen wat de leerling(en) in deze klas nodig heeft/hebben en · afspraken over welke acties gedaan moeten worden om aan deze onderwijsbehoefte tegemoet te komen.
‘Praat tijdens leerling(en)besprekingen niet
alleen over cijfers, maar vooral over leerlingen!’
Stel vooraf de volgende vragen:
· Welk voorbereiding vraagt de leerling(en)bespreking van de vakdocenten, de klassenmentor en de leerling? · Welke leerlingen kiest klassenmentor om te bespreken tijdens de leerling(en)bespreking?
· Hoe bereidt de klassenmentor de leerling(en)bespreking samen met de leerling voor?
· Hoe bereidt de klassenmentor de leerling(en)bespreking samen met de leerlingencoördinator en teamleider voor?
· Hoe til je de voorbereiding en de uitvoering van de leerling(en)bespreking naar een hoger niveau?
Veranderen naar
beter
Zoals we reeds hebben vastgesteld is het streven van een
doeltreffende leerling(en)bespreking het bepalen wat de leerling(en) in deze
klas nodig heeft/hebben en afspraken over welke acties gedaan moeten worden om
aan deze onderwijsbehoefte tegemoet te komen.
Voortdurend verbeteren is de brandstof waarop onze onderwijsorganisatie
draait. De motor voor deze verandering is de zogenaamde verbetercirkel
(gebaseerd op de verbetercyclus van William Edwards Deming). Om te komen
tot een doeltreffende leerling(en)bespreking gebruiken we onderstaande verbetercirkel:
Signaleren
In de eerste deel van de verbetercirkel dient het probleem geïdentificeerd te worden. Wat is het probleem? Wat zijn de kenmerkelijke eigenschappen (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe) van het probleem? We stellen ons waarnemende vragen, zoals ‘wat is (kern-)oorzaak van het probleem en waar ligt de kracht van de leerling?’
Analyseren
In de tweede deel van de verbetercirkel dient het probleem geanalyseerd en gediagnosticeerd te worden. Wat dient er te worden bereikt? Wat kan er worden gedaan om het probleem te stoppen?
We stellen ons ook verklarende vragen, zoals ‘hoe komt het dat ……… ?’
Aanpakken
In de derde deel van de verbetercirkel wordt het probleem aangepakt.
We stellen ons begeleidende vragen, zoals ‘hoe gaan wij het aanpakken om ……… ?’ Wat zijn mogelijke verbetermaatregelen? Deze aanpak moet wel op korte termijn resultaat opleveren.
Evalueren
In de laatste deel van de verbetercirkel wordt het probleem geëvalueerd.
We stellen ons feedback vragen, zoals wat ‘heeft goed gewerkt, welke doelen zijn behaald en wat is er nog nodig?’
Een plan van aanpak voor een doeltreffende leerling(en)bespreking
Om vorm te geven aan de invulling van de verbetercirkel
maken we gebruik van een plan van aanpak.
In dit plan van aanpak voor een doeltreffende leerling(en)bespreking
gebruiken we een vijftal fases:
1 – De voorbereiding (algemeen & specifiek)
2 – Het gesprek met de leerling
3 – De leerling(en)bespreking
4 – Een gesprek met leerling (en ouders)
5 – Evaluatie en vervolgafspraken
‘Om een leerling(en)bespreking doeltreffend
te maken is een goede voorbereiding uitermate belangrijk’
Fase 1 – De voorbereiding
De algemene voorbereiding
|
De specifiek voorbereiding
|
De klassenmentor bereidt de leerling(en)bespreking
voor. De klassenmentor verzamelt informatie van de leerlingen vanuit:
· de (warme) overdracht,
· de observaties in de les en daarbuiten,
· de resultaten (de leerrendementen),
· de gesprekken met ouders en docenten en een
gesprekken met de leerling zelf.
|
De klassenmentor verwoordt de hulpvraag over de
betreffende leerling die hij/zij aan bod wil laten komen in de leerling(en)bespreking.
De onderliggende ‘signalerende’ vragen:
· Waarom is het een (kern)probleem? (betreft het
ongewenst gedrag en/of het uitvallen op leerprestaties)
· Voor wie is het een probleem?
· Welke informatie heeft de klassenmentor nodig
om verder te kunnen komen in het begeleidingsproces rondom de leerling?
· Welke stimulerende en belemmerende factoren
spelen een rol?
· Welke interventies zijn mogelijk?
|
De klassenmentor kan vooraf informatie ophalen door het
leerlingvolgsysteem Magister te raadplegen, door (inventarisatie)lijstjes op te
stellen en door gesprekken met vakdocenten en interne en externe
zorgmedewerkers.
Fase 2 – Het gesprek met de
leerling
De klassenmentor heeft voorafgaande aan de leerling(en)bespreking
een gesprek met de leerling.
Vertel waarom je de leerling wilt inbrengen in de leerling(en)bespreking.
· Waar loop jij als klassenmentor/vakdocent
tegenaan?
· Waarom is het voor school een probleem?
· Vraag of de leerling de problemen herkent.
· Wat levert zijn gedrag hem/haar op?
· Wat levert het op als het gedrag verandert?
Vul bijvoorbeeld samen een deel van het plan van aanpak
voor deze leerling in.
Informeer de ouders/verzorgers over dit gesprek. Laat de
leerling meedenken over hoe dit gecommuniceerd moet worden.
Fase 3 – De leerling(en)bespreking
De leerling(en)bespreking
vindt plaats. Alle docenten die lesgeven aan de leerling(en) zijn zoveel
mogelijk aanwezig bij de leerlingbespreking. Om effectief te kunnen bespreken
is de aanwezigheid van tenminste 70% van de
docenten noodzakelijk. Tijdens de leerling(en)bespreking beschrijft de klassenmentor
beknopt de situatie van de leerling en de daarbij behorende hulpvraag. Het
gesprek met de leerling wordt toegelicht.
Stel de aanwezige vakdocenten
analyserende, begeleidende en oplossingsgerichte vragen, zoals:
· Hoe komt het dat ……… ?
· Hoe gaan we het aanpakken dat ……… ?
· Wat werkt bij deze leerling?
· Wanneer gaat het goed?
· Wat heeft de leerling nodig om tot verbetering
te kunnen komen?
Maak dan concrete voorstellen
voor een beperkt aantal actiepunten die in de komende tijd uitgevoerd gaan
worden. Maak afspraken hoe dit geëvalueerd wordt en hoe alle betrokkenen
geïnformeerd worden. Mogelijk komen deze voorstellen voort uit het gesprek met
de leerling.
‘Er worden nauwelijks actiepunten afgesproken
!
Het is meer rondpompen van informatie die
een ieder al weet (of zou moeten weten).’
Fase 4 – Een gesprek met leerling
(en ouders)
Na de leerling(en)bespreking koppelt de mentor terug naar
de leerling en naar de ouders wat de uitkomsten zijn. De klassenmentor
bespreekt de voorstellen en stelt eventueel de actiepunten bij.
NB: de actiepunten dienen in de volgende vergadering te
kunnen zijn behaald, dus het is belangrijk om haalbare (kleine) doelen te
stellen.
Fase 5 – Evaluatie en
vervolgafspraken
Voorafgaand aan de volgende leerling(en)bespreking/rapportvergadering
wordt met de leerling het handelingsplan geëvalueerd.
· Wat heeft goed gewerkt?
· Welke doelen zijn behaald?
· Wat is het volgende doel?
· Wat is er nog nodig?
De klassenmentor brengt de leerling bij de
eerstvolgende leerling(en)bespreking in
om de collega’s te informeren en
vervolgafspraken te maken. De te ondernemen actiepunten verdere informatie wordt
vastgelegd in het leerlingvolgsysteem Magister.