ErvaringsGericht Onderwijs gaat ervan uit dat leerlingen
een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar
school gaan. Het onderwijsconcept ErvaringsGericht Onderwijs gaat uit van
betrokkenheid en het welbevinden van leerlingen.
ErvaringsGericht Onderwijs houdt zich niet zozeer bezig
met het eindproduct, maar veel meer met het proces dat zich afspeelt in de leerlingen
en in de groep/klas.
De drie hoekstenen
ErvaringsGericht Onderwijs heeft drie hoekstenen:
De drie hoekstenen van ErvaringsGericht Onderwijs zijn:
1
|
Vrije initiatief
|
Het vrije initiatief beantwoordt aan de behoefte van leerlingen
om de wereld om hen heen te verkennen.
Leerlingen werken gemotiveerder aan een opdracht als
zij daar zelf voor gekozen hebben en als het hun interesse heeft.
|
2
|
Milieuverrijking
|
Milieuverrijking duidt op een rijke leeromgeving met
uitdagende activiteiten en materialen, die overzichtelijk ingericht is.
Dit vraagt een goede voorbereiding. De docent is
hierbij begeleider en observator.
|
3
|
Ervaringsgerichte
dialoog
|
Hierbij is het van groot belang dat de docent een goede
band opbouwt met de leerlingen.
De ervaringsgerichte dialoog is gebaseerd op
aanvaarding, echtheid en empathie. Door een empathische houding van de docent
voelen leerlingen zich begrepen en kan de docent hen beter begeleiden.
|
Betrokkenheidsfactoren
Omdat dit concept uitgaat van de betrokkenheid van leerlingen,
wordt rekening gehouden met vijf factoren die de betrokkenheid stimuleren:
De betrokkenheidsfactoren zijn:
1 - Een goede sfeer en relatie,
2 - Het juiste niveau,
3 - Aansluiten bij de leefwereld,
4 - Afwisselende activiteiten en
5 - Ruimte voor keuzes.
1
|
Een goede sfeer
en relatie.
|
Leerlingen moeten zich veilig en geaccepteerd voelen.
De docent houdt rekening met het karakter en de thuissituatie van het leerling
en speelt daar goed op in.
|
2
|
Het juiste
niveau.
|
Leerlingen moeten uitgedaagd worden voor opdrachten. De
docent houdt bij de activiteiten rekening met het leervermogen en de
ontwikkeling van het leerling.
|
3
|
Aansluiten bij
de leefwereld.
|
Leerlingen vinden activiteiten die dicht bij de
werkelijkheid liggen, veel zinvoller dan opdrachten die hen niet raken. De docent
moet zich verdiepen in de leefwereld van de leerlingen en goed luisteren naar
de onderwerpen die zij aandragen.
|
4
|
Afwisselende
activiteiten.
|
Leerlingen willen niet alleen maar stilzitten en
luisteren, ze willen graag dingen doen. Dat wil niet zeggen dat alles druk
moet zijn, want activiteiten en rust kunnen best samengaan.
|
5
|
Ruimte voor
keuzes.
|
Leerlingen krijgen veel mogelijkheden om te kiezen. De docent
geeft veel ruimte voor de initiatieven van de leerlingen.
|
Werkvormen
Aan de hand van de vijf betrokkenheidsfactoren zijn vijf
werkvormen ontwikkeld. Ze sluiten helemaal aan bij de grondgedachtes achter ErvaringsGericht
Onderwijs.
De werkvormen zijn:
1 - kringen en forum,
2 - contractwerk,
3 - projectwerk,
4 - ateliers en
5 - vrije keuze.
1
|
Kringen en forum
|
De kring is
een ontmoetingsplek waar leerlingen gedachten en ervaringen uitwisselen. Er
zijn verschillende soorten kringen, een ervan is de evaluatiekring. Dan
worden de activiteiten geƫvalueerd en wordt gecheckt of de doelen behaald
zijn.
Er is sprake van een forum als er meerdere klassen tegelijk bij elkaar komen om te
overleggen of te plannen.
|
2
|
Contractwerk
|
In het contractwerk
wordt vastgelegd wat voor activiteiten de individuele leerling gaat doen. Het
contractwerk wordt uitgevoerd in een afgesproken tijd, bijvoorbeeld binnen
een week. Elke keer krijgen de leerlingen de tijd om aan deze taken te
werken, tijdens de zogenaamde contractwerktijd. Binnen deze grenzen kan de
leerling zelf beslissen hoelang hij over een opdracht doet en welke taak hij
het eerst uitvoert.
|
3
|
Projectwerk
|
Het projectwerk
gaat over een bepaald thema of een probleem, wat de leerlingen aanspreekt.
Het projectwerk gebeurt altijd in een cyclus van onderzoeken en rapporteren.
|
4
|
Ateliers
|
Bij ateliers
ligt de nadruk op het actief bezig zijn. Voor ateliers wordt apart tijd
vrijgemaakt, bijvoorbeeld een morgen of een middag. Leerlingen kunnen dan
kiezen uit activiteiten met bijzondere materialen. Vaak worden de
activiteiten ook op een andere plek uitgevoerd en hebben de leerlingen er
speciale begeleiding bij nodig.
|
5
|
Vrije keuze
|
Bij vrije keuze
kunnen de leerlingen kiezen uit een ruim aanbod van opdrachten die op hun
niveau en interesses zijn afgestemd. Hierbij krijgen de leerlingen veel
vrijheid.
|
Welbevinden
Welbevinden zegt
iets over hoe het met je gaat.
Welbevinden is een belangrijk sleutelbegrip bij het ErvaringsGericht
Onderwijs. Het welbevinden van leerlingen groeit als de docent tegemoet komt
aan de basisbehoeften: als de leerling zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd
voelen. Maar welbevinden heeft ook te maken met het leerling zelf, of de
leerling een positief zelfbeeld heeft en hoe hij/zij zijn/haar gevoelens
beleeft. Signalen van welbevinden zijn: spontaniteit, genieten, ontspannen zijn
en zich open opstellen.
Een hoog welbevinden zorgt voor een goede emotionele
ontwikkeling. Het is dus belangrijk dat leerlingen zich goed voelen.
Betrokkenheid
Betrokkenheid zegt
iets over hoe je het doet.
Betrokkenheid is ook een belangrijk sleutelbegrip binnen
het ErvaringsGericht Onderwijs. Een betrokken leerling is namelijk geconcentreerd
en gemotiveerd bezig. Het vergt veel energie en zorgt voor voldoening. Leerlingen
worden betrokken als een activiteit aansluit bij hun drang om te verkennen en
hun niveau. Als een leerling betrokken is, is dat ook te merken aan zijn
houding, expressie en reactiesnelheid. Bij een hoge betrokkenheid zit de
leerling op de grens van zijn
mogelijkheden.
Welbevinden
|
Betrokkenheid
|
Welbevinden zegt iets over hoe het met je gaat.
|
Betrokkenheid zegt iets over hoe je het doet.
|
Het welbevinden van leerlingen groeit als de docent tegemoet komt aan de basisbehoeften: als de leerling zich veilig, geaccepteerd en gewaardeerd voelen.
Maar welbevinden heeft ook te maken met het leerling zelf, of de leerling een positief zelfbeeld heeft en hoe hij/zij zijn/haar gevoelens beleeft.
|
Een betrokken leerling is geconcentreerd en gemotiveerd bezig.
ls een leerling betrokken is, is dat ook te merken aan zijn houding, expressie en reactiesnelheid.
|
Klik voor meer informatie op de volgende link:
https://docplayer.nl/8549905-Wat-het-betekent-voor-de-aanpak-het-proces-en-de-output-van-onderwijs-prof-dr-ferre-laevers-expertisecentrum-ervaringsgericht-onderwijs-kuleuven.html