maandag 27 mei 2019

Onderwijskundige uitdagingen in kaart brengen


Nederlandse scholen krijgen in toenemende mate te maken met de onderstaande onderwijskundige uitdagingen:

Dalende motivatie
In toenemende mate hebben scholen te maken met een afname van de motivatie van leerlingen om te leren naarmate leerlingen ouder worden. Een van de oorzaken voor de dalende motivatie is dat er onvoldoende aansluiting is tussen de onderwijsbehoeften van leerlingen en het leeraanbod op school.

Vanuit onderzoek naar de self-determination theory blijkt dat demotivatie afneemt wanneer er een leeromgeving wordt gecreëerd die recht doet aan de drie psychologische basisbehoeften:
1 - autonomie / keuzevrijheid.
2 - relatie / het uiten van waardering voor de leerling.
3 - competentie / de structuur waarbij er heldere doelen en verwachtingen worden gesteld aan leerlingen waardoor zij beter in staat zijn een leeractiviteit uit te voeren.

Onvoldoende tijd voor begeleiding
Te weinig tijd en toerusting voor het mentoraat, begeleiding en coaching.

De mentor fungeert binnen de school als eerste aanspreekpunt voor de leerling en houdt zicht op de
ontwikkeling van de leerling. Voor een optimale begeleiding van leerlingen dienen mentoren en (leer)coaches meer begeleidingstijd toegewezen te krijgen binnen de jaartaak.

Onvoldoende maatwerk
We bieden onvoldoende maatwerk in de les/klas. Meer maatwerk in onderwijs moet derhalve zorgen voor meer kansen van onze leerling. Maatwerk zijn die activiteiten van docenten die aansluiten op de leerbehoefte van individuele leerling gericht op het positief beïnvloeden van het leren van de leerling.

Hoe kunnen we docenten beter te laten inspelen op de onderwijsbehoefte van hun leerlingen.
Eerst met zijn allen het begrip maatwerk definiëren. Iedereen kijkt op een andere manier naar dingen.
Door die gegevens over leerlingen systematisch te ontsluiten en te analyseren, kunnen docenten beter inspelen op de onderwijsbehoefte van hun leerlingen.
Het doel is dat alle docenten hun lessen voorbereiden op basis van de onderwijsbehoefte van de leerlingen.

Kijk voor meer informatie op de volgende link: https://robsegers.blogspot.com/2014/01/maatwerkgericht-werken.html

Het lesboek is leidend
Binnen het hedendaagse onderwijs is het lesboek of de lesmethode te leidend. Kiezen we voor een eigen aanpak binnen ons onderwijssysteem. Hebben de docenten controle over het leerproces of bepaalt het lesboek of lesmethode het proces?

Geen samenhang tussen vakken
In het voortgezet onderwijs is er nauwelijks verbinding, samenhang en samenwerking tussen de verschillende vakken. Samenwerken tussen vakken staat in de belangstelling, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Het vergt immers meer overleg en meer afstemming tussen docenten. Zoek daarvoor de connectie tussen de verschillende vakken.

Focus op korte termijn resultaten
Leerlingen focussen zich te veel op korte termijn resultaten. Met andere woorden focussen leerlingen zich te veel op cijfers en toetsen.

Welke alternatieven zijn er:
1 - Focus derhalve meer op het proces.
Maak punten en resultaten minder belangrijk en richt je op het proces dat de leerling doormaakt. Prijs doorzettingsvermogen, de aanpak van de leerling en zijn inzet. ‘Jammer dat je niet tevreden bent met die 6 voor dat vak op je rapport. Want kijk eens: je hebt een “goed” voor inzet! Ik ben hartstikke trots op je!’ Vraag de leerling regelmatig wat hij/zij geleerd heeft en laat hem/haar vertellen hoe hij/zij dat voor elkaar heeft gekregen.

2 - Focus op inspanning
Maak de leerling duidelijk dat het er niet om gaat de beste, de snelste of de slimste te zijn, maar dat het gaat om de inspanning die je levert om iets te bereiken. Richt je complimenten op hard werken en  oefenen: ‘Als je net zo hard blijft oefenen als vandaag, dan zul je zien dat je dit muziekstuk steeds beter gaat spelen!’ Zorg ervoor dat de leerling op school lesstof krijgt die is afgestemd op zijn niveau, zodat hij dagelijks kan ervaren dat het leveren van inspanningen noodzakelijk is om verder te komen. Vertel waar jijzelf moeite voor hebt moeten doen en wat je daarmee hebt bereikt.

3 - Focus op groei
Laat de leerling zien dat je gelooft in de groeimogelijkheden van talenten en intelligentie en laat de leerling zijn eigen groei ervaren: ‘Jammer dat je de toets niet hebt gehaald, maar kijk eens: vorige keer had je er 8 goed en nu 15! Zie je hoe je vooruit bent gegaan door extra hard te oefenen?’ Zorg dat de leerling zich niet vergelijkt met anderen, maar zich richt op het verbeteren van zichzelf en het behalen van zijn eigen doelen. En natuurlijk: ‘vier’ iedere vooruitgang die het kind boekt door hard te werken.

4 - Focus op leren
Sta model voor ‘een leven lang leren’ en vertel de leerling hoe je jezelf steeds bent blijven ontwikkelen.
Geef de leerling mogelijkheden om nieuwe dingen te leren, zonder dat hij/zij het gevoel heeft direct de beste te moeten zijn. Geef de leerling inzicht in de vaardigheden die hij/zij nog moet ontwikkelen (bijvoorbeeld zich concentreren of hulp durven vragen) en help hem/haar bij het aanleren hiervan.

5 - Focus op het leren van fouten
Maak van fouten leermomenten. Laat de leerling zien dat ook jij geregeld fouten maakt en vertel wat je ervan hebt geleerd. Geef de leerling de kans om fouten te maken, dus ruim niet alle obstakels voor hem uit de weg. Help de leerling van een fout een leermoment te maken. Zoek samen op welke fouten de held (sporter, popster e.d.) van de leerling heeft gemaakt in zijn of haar carrière en ontdek hoe hij of zij daar beter van geworden is.

Te weinig rust en regelmaat
Docenten en leerlingen ervaren te weinig rust en regelmaat. Zorg bijvoorbeeld voor rust en regelmaat in het lesrooster. Voorkom afleidingen. Doe de deur eens dicht, zet de smartphone uit en zorg voor opgeruimde werkplekken. Dit brengt genoeg rust om te kunnen focussen. Leerlingen willen niet alleen maar stilzitten en luisteren, ze willen graag dingen doen. Dat wil niet zeggen dat alles druk moet zijn, want activiteiten, rust en regelmaat kunnen best samengaan.

Onvoldoende vaardigheden om (leer)gedrag (bij) te sturen
Leerlingen beschikken over te weinig vaardigheden om hun (leer)gedrag (bij) te sturen.

Leg hierbij de nadruk op diverse volgende vaardigheden. Zoals de hogere-orde denkvaardigheden (analyseren, evalueren en creëren), de creatieve denkvaardigheden (ideeën kunnen genereren, hoeveelheid verschillende ideeën en originaliteit van ideeën), onderzoeksvaardigheden (vaardigheden om door stappen van onderzoekscyclus heen te gaan).

Leg ook eens de nadruk op metacognitie en zelfregulatie. Metacognitie is de kennis en vaardigheden die een leerling nodig heeft om zijn eigen leergedrag te controleren en aan te sturen. Het gaat om vaardigheden als het oriënteren op een taak, doelen stellen, plannen, jezelf monitoren, het resultaat evalueren, en reflecteren op het eigen handelen.

Bij metacognitieve vaardigheden en zelfregulatie is het van belang om de leerling te het belang van leren te laten inzien. Leerlingen moeten weten hoe je effectief kunt leren, hoe zij kunnen reflecteren op het eigen leren en hoe zij hun eigen leerproces kunnen sturen.

Kijk voor meer informatie op de volgende link: