maandag 4 maart 2013
Driehoek van Miller
Het is een hulpmiddel om de niveaus van bekwaamheid te schetsen en is breed inzetbaar.
In de context van het onderwijs maakt Miller (1990) gebruik van een piramide om de niveaus te schetsen waarop de bekwaamheid van studenten kan worden beschreven. Onderliggende niveaus vormen steeds het fundament voor de bovenliggende laag.
Knows (niveau 1, laagste niveau)
Het onderste niveau wordt gevormd door de kennis waarover een beroepsbeoefenaar moet beschikken om zijn taken uit te kunnen voeren zoals van hem wordt verwacht.
Knows how (niveau 2)
Op het volgende niveau gaat het erom of de beroepsbeoefenaar weet hoe hij die kennis moet gebruiken bij het uitvoeren van zijn probleemoplossende taken.
Shows how (niveau 3)
Op dit derde niveau laat de beroepsbeoefenaar zien dat hij kan handelen in een gesimuleerde omgeving, onder meer op basis van zijn kennis. Het gaat hier dus om kennen en handelen (cognitie en gedrag).
Does (niveau 4, hoogste niveau)
Het bovenste niveau in de driehoek betreft het zelfstandig handelen in de complexe praktijk van alledag. Daarbij wordt een beroep gedaan op een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, houdingen en persoonlijke eigenschappen.