Leerlingen verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Leren is op te vatten als een proces dat uiteindelijk leidt tot gedragsverandering. In het leerproces zijn verschillende fasen te onderscheiden, zoals het verzamelen van informatie, het toetsen van nieuwe inzichten of het nadenken over dingen die je overkomen.
De psycholoog Kolb deed onderzoek naar verschillende manieren van leren van mensen en hij onderscheidde vier verschillende manieren van leren, die hij als fasen die van elkaar afhankelijk zijn kon vastleggen. Deze vier leerfasen kunnen worden beschreven in termen van de vaardigheden die bij die fasen horen.
- Concreet ervaren ('feeling') - onderdompelen en ervaren.
- Waarnemen en overdenken ('watching') - reflecteren en verhelderen.
- Abstracte begripsvorming ('thinking') - inzicht krijgen en verklaren, leren van de ervaring.
- Actief experimenteren ('doing') - toepassen en oefenen in een andere context, uitproberen wat je geleerd hebt.
Deze vier fasen volgen logisch op elkaar: als je iets meemaakt (ervaring) is het belangrijk daarna je ervaringen te overdenken (reflectie) en te veralgemeniseren (begripsvorming). Je kan dan een aanpak bedenken waarmee je een overeenkomstige gebeurtenis tegemoet kan treden (experimenteren).