Op de website van de Britse Education Endowment
Foundation vind je de “Teaching and Learning Toolkit”, die op basis van het
beschikbare wetenschappelijke onderzoek een rangorde van de meest werkzame
maatregelen in het onderwijs aanbiedt.
De lijst van de toppers (relatief lage kost- relatief
hoge opbrengst) ziet er als volgt uit:
Maatregel
|
Kosten
|
Empirische
evidentie
|
Impact (in
maanden)
|
Feedback
|
*
|
***
|
+8
|
Metacognitie en zelfsturing
|
*
|
****
|
+7
|
Onderwijs in leesstrategieën
|
*
|
****
|
+6
|
Huiswerk in VO
|
*
|
**
|
+5
|
Mastery learning
|
*
|
***
|
+5
|
Coöperatief leren
|
*
|
****
|
+5
|
Peer tutoring
|
*
|
****
|
+5
|
Mondelinge interactie
|
*
|
****
|
+5
|
Feedback
|
De feedback die het best werkt, informeert leerlingen
over hoe ze hun prestatie kunnen verbeteren en vooropgestelde doelen beter
kunnen behalen, en motiveert hen tegelijkertijd om dat te doen. Dergelijke feedback
kan zowel van de leraar als van andere leerlingen komen, en kan zowel
mondeling, schriftelijk of digitaal worden aangeboden. De grootste kost die
hiermee gemoeid is het investeren in de professionele deskundigheid van
leerkrachten om goede feedback te leren geven en zichzelf op dat vlak te
leren monitoren (en dat is een rode draad die ook bij de andere
topmaatregelen blijkt terug te komen…)
|
Metacognitie en zelfsturing
|
“Metacognitie en zelfsturing” draait om
ondersteuning/instructie die leerlingen helpt om cognitieve, metacognitieve
en motivationele strategieën te leren hanteren waarmee ze hun leerprocessen
zelf kunnen plannen, monitoren en evalueren. Doel van de instructie moet zijn
dat de leerlingen bij het uitvoeren van leertaken zelf keuzes kunnen maken
uit een strategisch repertoire. Ook hier draait de kost om het opleiden en
ondersteunen van leraren om metacognitie en zelfsturing te bevorderen, en om
actie-onderzoek te kunnen opzetten om de effecten van hun interventies op te
volgen.
|
Onderwijs in leesstrategieën
|
“Onderwijs in leesstrategieën” was dus niet toevallig
een van de vijf didactische sleutels voor beter begrijpend-leesonderwijs in
de recente VLOR-studie. De effecten op leerwinst gaan echter verder dan het
pure begrijpend lezen: er is impact op de algehele leerwinst die leerlingen
boeken. Werkzame leesstrategieën die in dit overzicht worden genoemd, zijn:
“inferring meaning from context; summarising or identifying key points; using
graphic or semantic organisers; developing questioning strategies; and
monitoring their own comprehension and identifying difficulties themselves.”
|
Huiswerk
|
Bij huiswerk wordt benadrukt dat de impact, alhoewel
gemiddeld sterk, toch erg variabel is en er veel afhangt van het soort
huiswerk dat wordt gegeven. De effecten zijn meer bescheiden “if homework is
more routinely set (e.g. learning vocabulary or completing practice tasks in
mathematics every day).” Huiswerken die goed aansluiten bij inhoud die in de
les aan bod is gekomen en die doelgericht en betekenisvol zijn, hebben meer
effect, vooral als er feedback op het huiswerk wordt gegeven. In het
basisonderwijs heeft huiswerk minder effect dan in het secundair onderwijs.
|
Mastery learning
|
Mastery learning staat voor een gedifferentieerde
aanpak, waarbij leerlingen stapsgewijs de leerstof onder de knie krijgen en
pas mogen doorstoten naar het volgende pakketje leerstof als ze het vorige
hebben verworven. Dat leidt er bijvoorbeeld toe dat sommige leerlingen extra
oefening en begeleiding krijgen bij de basisstof, terwijl andere leerlingen
al uitbreidingstaken uitvoeren. “Mastery learning appears to be particularly
effective when pupils work in groups or teams and take responsibility for
supporting each other’s progress.” Ook
hier is er variatie in de effectgroottes, wat aantoont dat het goed
geïmplementeerd moet worden door leraren om het echt goed te doen werken
(daar zit dan ook de kost). Het is ook opvallend dat kortere interventies
(rond specifieke leerstofgehelen of doelen) beter werken dan langere periodes
van mastery learning.
|
Coöperatief leren
|
Coöperatief leren is niet gelijk aan leerlingen zomaar
in groepjes laten samenwerken. De effecten zijn systematisch positief als aan
een aantal voorwaarden is voldaan: de leerlingen werken aan uitdagende, goed
gestructureerde en betekenisvolle taken met een duidelijk doel voor ogen, ze
moeten elkaar helpen en met elkaar communiceren om tot een gezamenlijk
eindproduct te komen (bv. omdat alle leden over unieke informatie beschikken)
en ze worden begeleid door betrokken leerkrachten.
|
Peer tutoring
|
Peer tutoring kan verschillende vormen aannemen (bv.
een oudere leerling is tutor van een jongere leerling, of een meer vaardige
leerling is de tutor van een minder vaardige leerling). De effecten zijn het
meest positief als de tutor training krijgt (bv. in vraagstelling en
begeleiding), en als peer tutoring niet in de plaats komt van het reguliere
onderwijs, maar als aanvulling (bijvoorbeeld om bepaalde vaardigheden in te
oefenen).
|
Mondelinge interactie
|
Mondelinge interactie gaat over de kwaliteitsvolle
bespreking van lesinhouden en gelezen teksten. Ook dit was een van de vijf didactische sleutels van beter begrijpend-leesonderwijs, en de website rapporteert
vooral effecten van diepgaande, kwaliteitsvolle interactie tussen leraar en
leerlingen tijdens begrijpend-leeslessen. De impact van de mondelinge
interactie op woordenschatverwerving blijkt het grootst als de pogingen tot
uitbreiding van woordenschat goed zijn ingebed in betekenisvolle gesprekken
over de leerstof (of de gelezen tekst) en ze een actief gebruik van de
woordenschat stimuleren.
|
De website vermeldt nog een paar andere maatregelen met
stevige impact (+5), zoals vroegschoolse interventies en individuele
ondersteuning, maar die vallen qua kost een pak hoger uit. Bijzonder
bemoedigend is dat veel van de bovenstaande topmaatregelen zowel een positieve
impact hebben op “excellence” (hoge prestaties) als “equity” (gelijke
onderwijskansen).
Twee maatregelen met weinig effect
Twee maatregelen krijgen in de ranglijst een negatieve
score: enerzijds zittenblijven (-4), en dat is bovendien een maatregel die
bijzonder veel geld kost, en anderzijds “setting or streaming” (-1), waarbij
leerlingen van diverse niveaus systematisch uit elkaar worden getrokken en in
aparte stromen, studierichtingen of onderwijsvormen worden gezet.
Zie voor meer informatie / bronmateriaal:
1 - https://educationendowmentfoundation.org.uk
1 - https://educationendowmentfoundation.org.uk
2 - https://educationendowmentfoundation.org.uk/public/files/Toolkit/complete/EEF-Teaching-Learning-Toolkit-October-2018.pdf en
3 - https://duurzaamonderwijs.com/
3 - https://duurzaamonderwijs.com/