maandag 9 december 2013

Werkvormen


Welke werkvormen


Instructievormen / aanbiedende werkvormen / voordrachtsvormen

Instructievormen, ook wel aanbiedende werkvormen of voordrachtsvormen genoemd, hebben als kenmerk dat ze docentgestuurd zijn. De ‘leerstofgerichtheid’ is daarbij meestal groter dan de ‘leerlinggerichtheid’. Dit wil overigens niet zeggen dat instructievormen bij voorbaat minder geschikt zijn. Het nut van een werkvorm wordt in eerste instantie bepaald door de wijze waarop deze werkvorm (les)doelen helpt realiseren. Instructievormen worden vaak gebruikt bij het geven van een inleiding, het presenteren van basiskennis en het doorgeven/structureren van informatie.


Interactievormen / discussievormen

Bij interactievormen, ook wel discussievormen genoemd, worden situaties gecreëerd waarbij leerlingen gesprekspartners zijn, dit kan onderling en/of in relatie tot de docent. Het met elkaar praten of discussiëren, staat daarbij centraal. Interactievormen kunnen leerlingen helpen in situaties te functioneren waarin overleg, teamwork, gemeenschappelijke besluitvorming en dergelijke benadrukt worden. Verder bieden ze de mogelijkheid om ervaringen, informatie en vragen uit te wisselen.


Opdrachtvormen

Hierbij gaat het om werkvormen waarbij aan leerlingen bepaalde taken worden opgedragen. In de meeste gevallen gaat het erom dat ze creatief en zelfstandig werken, hoewel dit niet hoeft te betekenen dat dit individueel gebeurt. Kenmerkend is dat bij kennisverwerving het proces net zo belangrijk is als het product. Echte kennis blijkt vooral uit het kunnen omgaan met informatie.


Samenwerkingsvormen / samenwerkend leren / coöperatief leren

Bij samenwerkingsvormen, tegenwoordig vaak samenwerkend of coöperatief leren genoemd, gaat het om gezamenlijke kennisontwikkeling. Met andere woorden, het gaat om leren van, aan en met anderen; een vorm van leren in dialoog dus. Groepjes leerlingen krijgen een duidelijk omschreven opdracht/leertaak met een gezamenlijk doel. Ze ontwikkelen een werkwijze die tot een (efficiënte) oplossing van een probleem of het beantwoorden van een vraag leidt. De primaire taak van de docent Is het organiseren en begeleiden van het proces.


Spelvormen

Bij spelvormen wordt ‘ervaringsleren’ benadrukt. Persoonlijke betrokkenheid, verwerking en toepassing van kennis zijn centrale begrippen bij deze leerervaringen. De gedachte erachter is dat kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes (competenties) vanuit het spel in het dagelijks leven doorwerken.