Welke werkvormen
Instructievormen / aanbiedende
werkvormen / voordrachtsvormen
Instructievormen, ook wel aanbiedende werkvormen of voordrachtsvormen
genoemd, hebben als kenmerk dat ze docentgestuurd zijn. De
‘leerstofgerichtheid’ is daarbij meestal groter dan de ‘leerlinggerichtheid’.
Dit wil overigens niet zeggen dat instructievormen bij voorbaat minder
geschikt zijn. Het nut van een werkvorm wordt in eerste instantie bepaald
door de wijze waarop deze werkvorm (les)doelen helpt realiseren.
Instructievormen worden vaak gebruikt bij het geven van een inleiding, het
presenteren van basiskennis en het doorgeven/structureren van informatie.
|
Interactievormen / discussievormen
Bij interactievormen, ook wel discussievormen genoemd, worden situaties gecreëerd
waarbij leerlingen gesprekspartners zijn, dit kan onderling en/of in relatie
tot de docent. Het met elkaar praten of discussiëren, staat daarbij centraal.
Interactievormen kunnen leerlingen helpen in situaties te functioneren waarin
overleg, teamwork, gemeenschappelijke besluitvorming en dergelijke benadrukt worden.
Verder bieden ze de mogelijkheid om ervaringen, informatie en vragen uit te
wisselen.
|
Opdrachtvormen
Hierbij gaat het om werkvormen waarbij aan leerlingen bepaalde taken
worden opgedragen. In de meeste gevallen gaat het erom dat ze creatief en
zelfstandig werken, hoewel dit niet hoeft te betekenen dat dit individueel
gebeurt. Kenmerkend is dat bij kennisverwerving het proces net zo belangrijk
is als het product. Echte kennis blijkt vooral uit het kunnen omgaan met
informatie.
|
Samenwerkingsvormen / samenwerkend
leren / coöperatief leren
Bij samenwerkingsvormen, tegenwoordig vaak samenwerkend of coöperatief
leren genoemd, gaat het om gezamenlijke kennisontwikkeling. Met andere
woorden, het gaat om leren van, aan en met anderen; een vorm van leren in
dialoog dus. Groepjes leerlingen krijgen een duidelijk omschreven opdracht/leertaak
met een gezamenlijk doel. Ze ontwikkelen een werkwijze die tot een
(efficiënte) oplossing van een probleem of het beantwoorden van een vraag
leidt. De primaire taak van de docent Is het organiseren en begeleiden van
het proces.
|
Spelvormen
Bij spelvormen wordt ‘ervaringsleren’ benadrukt. Persoonlijke
betrokkenheid, verwerking en toepassing van kennis zijn centrale begrippen
bij deze leerervaringen. De gedachte erachter is dat kennis, inzicht,
vaardigheden en attitudes (competenties) vanuit het spel in het dagelijks
leven doorwerken.
|