woensdag 11 juli 2018

Vormen van motivatie

Motivatie van de leerlingen is de mate waarin leerlingen geïnteresseerd zijn in de onderwerpen die op school gepresenteerd worden, en de mate waarin ze het gevoel hebben dat ze in staat zijn die informatie aan te leren. De Bilde, Vansteenkiste en Lens (2011) definiëren motivatie als energie schenken aan, richting geven aan, volharding tonen en het vooropstellen van doelen. 




Als we de literatuur erop naslaan dan kunnen we leren dat er meerdere vormen van motivatie zijn. En dit bepaalt de mate waarin iemand betrokken is bij een les / activiteit.

In de onderst
aande tekst wordt uitleg gegeven over de vier vormen van motivatie



Typen van motivatie



Toelichting


Intrinsieke motivatie


Intrinsieke motivatie geeft aan in hoeverre leerlingen werken voor het plezier en de voldoening die school geeft. Intrinsiek gemotiveerde leerlingen voeren de taak uit voor het plezier en de voldoening die het uitvoeren van de taak hen geeft.

Stellingen:
1 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat het interessant is.

2 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat dit leuk is.

3 - Ik span me in tijdens het vak omdat het werken hieraan leuk is.


4 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik me goed voel als ik hieraan werk.



Geïdentificeerde motivatie


Geïdentificeerde motivatie geeft aan in hoeverre leerlingen aan school werken omdat zij dat zelf belangrijk vinden. Bij geïdentificeerde motivatie wordt een externe factor (bijvoorbeeld: ‘mijn ouders vinden het belangrijk dat ik hard werk voor school’) door leerlingen geïnternaliseerd (‘ik vind het belangrijk om hard te werken voor school’). Het ligt dus dicht tegen intrinsieke motivatie aan, maar is van origine wel extern gereguleerd, waardoor het een vorm van extrinsieke motivatie is.

Stellingen:
1 - Ik span me in tijdens het vak omdat het voor mijn eigen bestwil is.

2 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat deze activiteit goed voor me is.

3 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik het zelf besloten heb.


4 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat deze activiteit belangrijk voor me is.



Externe motivatie


Externe motivatie houdt in dat leerlingen aan school werken omdat dit van hen verwacht wordt. Dit type motivatie geeft aan in hoeverre leerlingen werk leveren omdat er een beloning tegenover staat of om negatieve gevolgen te vermijden.

Stellingen:
1 - Ik span me in tijdens het vak omdat het van me verwacht wordt.

2 - Ik span me in tijdens het vak omdat het iets is dat ik moet doen.

3 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik geen keuze heb.


4 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik het gevoel heb dat ik dit moet doen.



Amotivatie


Amotivatie geeft aan in hoeverre leerlingen geen besef hebben waarom ze aan school werken of niet de mogelijkheid ervaren de uitvoering van een taak te beïnvloeden. Het begrip “amotivatie” wordt gebruikt om aan te geven dat leerlingen de relatie tussen het eigen gedrag en de uitkomsten van een taak niet zien. Er is dan geen besef van het doel, de verwachting van een beloning of de gevoelde mogelijkheid de uitvoering van de taak te beïnvloeden.

Stellingen:
1 - Er zullen goede redenen zijn om dit te doen, maar persoonlijk zie ik ze niet.

2 - Ik doe dit maar ik weet niet zeker of het de moeite waard is.

3 - Ik weet het niet; ik zie niet wat dit het vak mij oplevert.


4 - Ik doe dit wel, maar ik weet niet zeker of het goed is om mee door te gaan.