Talentontwikkeling komt vanuit het streven leerlingen te
laten uitstromen naar een plek in het vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt waar
zij in staat zijn om maximale prestaties te leveren. Scholen moeten daarvoor een
ambitieuze leercultuur realiseren.
Om de motivatie van leerlingen voor school verder te
bevorderen krijgen leerlingen op de school een programma aangeboden gericht op talentontwikkeling.
Het motiveren van leerlingen begint bij het construeren van een goed
pedagogisch-didactisch klimaat in de klas.
Het motiveren van leerlingen begint bij het opbouwen van
een goede relatie met docent en mentor. Leerlingen moeten zich veilig voelen,
weten dat ze niet bang hoeven te zijn om vragen te stellen en dat het niet erg
is om fouten te maken. De motivatie wordt versterkt door leerlingen hun eigen
leerproces in handen te geven, door differentiatie, door opdrachten te laten
aansluiten bij de leefwereld van de leerlingen en door leerlingen te laten
samenwerken. Kijk niet alleen naar het resultaat, maar juist naar het proces.
Het uitgangspunt van zelfdeterminatietheorie van Deci en
Ryan is dat leerlingen drie basisbehoeften hebben en dat de intrinsieke
motivatie kan worden verhoogd als de docent bij het vorm geven van de
leeromgeving aan die drie basisbehoeften tegemoet kan komen.
De drie basisbehoeften zijn:
Autonomie
|
De vrijheid om een
activiteit naar eigen inzicht uit te voeren.
|
Gevoel van competentie
|
Het vertrouwen in eigen
kunnen.
|
Sociale verbondenheid
|
De behoefte om ergens
bij te horen en zich gewaardeerd, gerespecteerd en verbonden te voelen, zowel
met klasgenoten als met de docent/mentor.
|
Overigens benadrukken we dat die autonomie alleen werkt
als een leerling die ook aankan. Het is belangrijk goed in de gaten te houden
hoeveel vrijheid een leerling aankan en zo nodig aanvullende sturing te bieden.