Deze feedback-vragenlijst (360 graden feedback) bestaat uit 80 vragen die ingaan
op acht kerncompetenties. Deze kerncompetenties zijn opgesteld door de
Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA).
Acht kerncompetenties
De acht kerncompetenties die bij schoolleiders / schooldirecteuren aan
bod komen zijn:
- Gericht zijn op het primaire proces
- Organisatie ontwikkeling
- Organisatiebeleid en –beheer
- Ondernemerschap
- Zelfsturing
- Intrapersoonlijke competenties
- Interpersoonlijke competenties
- Aansturen van professionals.
Kerncompetentie 1 - GERICHT ZIJN OP HET PRIMAIRE PROCES
- Bant achterhaalde concepten, praktijken en leermiddelen uit en introduceert en borgt nieuwe.
- Bewaakt het pedagogisch (school)klimaat.
- Organiseert een uitdagende en stimulerende leeromgeving.
- Straalt pedagogisch optimisme uit en beklemtoont hoge verwachtingen.
- Houdt rekening met de belangen, positie en verantwoordelijkheid van kinderen, ouders en leraren.
- Ziet erop toe dat ouders/verzorgers tijdig, duidelijk en volledig geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind.
- Bewaakt de balans tussen leerstof- en leerling-gerichtheid.
- Bewaakt de mate waarin het onderwijs tegemoet komt aan verschillen tussen leerlingen.
- Geeft de (on)mogelijkheden van de school aan.
- Verantwoordt behaalde resultaten.
- Bewaakt de kwaliteit van het systeem van interne leerlingenzorg.
- Stimuleert, begeleidt en beoordeelt de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch, vakinhoudelijk en organisatorisch handelen van leraren, o.a. d.m.v. klassenconsultatie.
Kerncompetentie 2 - ORGANISATIE ONTWIKKELING
- Stimuleert de ontwikkeling van personeel en organisatie.
- Stimuleert een professionele dialoog op basis van beelden, verwachtingen en ervaringen.
- Moedigt initiatief en experiment aan en faciliteert dit.
- Ziet visieontwikkeling als een dynamisch cyclisch proces.
- Ontwikkelt een gezamenlijk gedragen visie op onderwijs, opvoeding en organisatie en houdt deze levend.
- Geeft op basis van visie organisatieveranderingen vorm.
- Brengt een visie of streefbeeld inspirerend over en/of draagt deze mee uit.
- Ontwikkelt een draagvlak voor organisatiedoelen.
- Betrekt alle geledingen actief bij het proces van schoolontwikkeling en gemeenschapsvorming.
- Stelt doelen, prioriteiten, planning en werkprocedures (vast).
- Bewaakt de voortgang van processen en controleert of gemaakte afspraken worden nagekomen.
- Betrekt anderen effectief en actief bij besluitvormingsprocessen.
- Maakt keuzes en neemt besluiten.
Kerncompetentie 3 - ORGANISATIEBELEID EN –BEHEER
- Organiseert effectief
- Stelt een (meerjaren)planning op en bewaakt deze.
- Koppelt de inzet van middelen aan visie en doelen en verantwoordt deze.
- Realiseert een efficiënte inzet van tijd, mensen en middelen.
- Werkt met management Informatiesystemen en maakt die informatie toegankelijk voor alle betrokkenen.
- Ontwerpt een passende organisatie- en functiestructuur.
- Werft de juiste medewerkers
- Organiseert onderwijsondersteuning.
- Handelt professioneel op basis van relevante wet- en regelgeving (WPO, CAO, etc.).
- Organiseert hulpbronnen en middelen (vergoedingen, fondsen, vermogen, subsidies).
- Budgetteert en beheert taakstellend.
- Stelt schooleigen kwaliteitskaders en normen op en/of hanteert deze.
- Organiseert zelfevaluatie op basis van kwaliteitsinstrumenten.
- Organiseert een veilige en schone school(omgeving).
Kerncompetentie 4 - ONDERNEMERSCHAP
- Is ambitieus, ondernemend en betrokken bij het werk.
- Handelt pro-actief vanuit zijn/haar maatschappelijke positie en verantwoordelijkheid.
- Laat bestaande aannames los en staat open voor nieuwe ideeën.
- Onderscheidt kansen en bedreigingen voor de organisatie.
- Gaat op verantwoorde wijze om met risico’ s.
- Opereert in het krachtenveld van verschillende opvattingen en belangen.
- Bevordert de positieve beeldvorming van de organisatie.
- Bouwt netwerkrelaties op en onderhoudt deze.
- Gaat effectief om met de media.
- Geeft de samenwerkingsmogelijkheden tussen school, gezin en gemeenschap (mede) vorm.
- Organiseert inspraak en medezeggenschap.
Kerncompetentie 5 - ZELFSTURING
- Bewaakt de grondslag van de organisatie.
- Handelt moreel verantwoord.
- Verantwoordt het professioneel handelen.
- Herkent en analyseert dilemma’ s en neemt daarin stelling.
- Wil bijdragen aan de ontwikkeling van de beroepsgroep.
- Werkt voortdurend aan de eigen ontwikkeling.
- Evalueert effect(en) van eigen handelen.
Kerncompetentie 6 - INTRAPERSOONLIJK COMPETENT
- Maakt gebruik van diverse bronnen en informatiekanalen
- Onderscheidt bij (complexe) problemen hoofd- en bijzaken.
- Ziet verbanden, trends en patronen.
- Verbindt concepten, opvattingen en praktijkervaringen met elkaar.
- Werkt met prognoses en stuurt op kengetallen.
- Herkent (mogelijke) problemen in een vroeg stadium
- Analyseert een probleem vanuit meerdere invalshoeken en verkent verschillende oplossingsrichtingen.
- Schat juist in wanneer er (onmiddellijke) actie gevraagd wordt
- Maakt anderen (mede)verantwoordelijk voor de oplossing.
Kerncompetentie 7 - INTERPERSOONLIJK COMPETENT
- Bouwt een positieve open sfeer op en bevordert deze.
- Is bereikbaar en aanspreekbaar en neemt de tijd om te luisteren
- Inspireert, motiveert en relativeert.
- Geeft anderen verantwoordelijkheid en vertrouwen en deelt leiderschap.
- Is geïnteresseerd en toont oprechte belangstelling voor de ander.
- Neemt stelling en weet om te gaan met kritiek en weerstand.
- Communiceert en presenteert effectief.
- Confronteert, bemiddelt en geeft of vraagt feedback.
Kerncompetentie 8 - AANSTUREN VAN PROFESSIONALS
- Schept een klimaat waarin medewerkers zich gemotiveerd, gestimuleerd en gewaardeerd voelen.
- Spreekt (een groep) medewerkers aan op hun functioneren en hun verantwoordelijkheden.
- Werkt competentiegericht.
- Stelt duidelijke eisen en grenzen.
- Bevordert het resultaatgericht werken van (een groep) medewerkers.
- Bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid.
Op alle vragen kunnen de volgende antwoorden worden gegeven: Uitstekend - Goed - Ruim Voldoende – Voldoende - Onvoldoende - Ruim Onvoldoende – Slecht
Feedback vragenlijst - acht kerncompetenties
1 Bant achterhaalde concepten, praktijken en leermiddelen
uit en introduceert en borgt nieuwe.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
2 Stimuleert de ontwikkeling van personeel en
organisatie.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
3 Organiseert effectief
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
4 Is ambitieus, ondernemend en betrokken bij het werk.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
5 Bewaakt de grondslag van de organisatie.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
6 Maakt gebruik van diverse bronnen en informatiekanalen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
7 Bouwt een positieve open sfeer op en bevordert deze.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
8 Schept een klimaat waarin medewerkers zich gemotiveerd,
gestimuleerd en gewaardeerd voelen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
9 Bewaakt het pedagogisch (school)klimaat.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
10 Stimuleert een professionele dialoog op basis van
beelden, verwachtingen en ervaringen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
11 Stelt een (meerjaren)planning op en bewaakt deze.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
12 Handelt pro-actief vanuit zijn/haar maatschappelijke
positie en verantwoordelijkheid.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
13 Handelt moreel verantwoord.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
14 Onderscheidt bij (complexe) problemen hoofd- en
bijzaken.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
15 Is bereikbaar en aanspreekbaar en neemt de tijd om te
luisteren.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
16 Spreekt (een groep) medewerkers aan op hun
functioneren en hun verantwoordelijkheden.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
17 Organiseert een uitdagende en stimulerende
leeromgeving.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
18 Moedigt initiatief en experiment aan en faciliteert
dit.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
19 Koppelt de inzet van middelen aan visie en doelen en
verantwoordt deze.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
20 Laat bestaande aannames los en staat open voor nieuwe
ideeën.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
21 Verantwoordt het professioneel handelen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
22 Ziet verbanden, trends en patronen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
23 Inspireert, motiveert en relativeert.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
24 Werkt competentiegericht.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
25 Straalt pedagogisch optimisme uit en beklemtoont hoge
verwachtingen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
26 Ziet visieontwikkeling als een dynamisch cyclisch
proces.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
27 Realiseert een efficiënte inzet van tijd, mensen en
middelen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
28 Onderscheidt kansen en bedreigingen voor de
organisatie.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
29 Herkent en analyseert dilemma’s en neemt daarin
stelling.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
30 Verbindt concepten, opvattingen en praktijkervaringen
met elkaar.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
31 Geeft anderen verantwoordelijkheid en vertrouwen en
deelt leiderschap.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
32 Stelt duidelijke eisen en grenzen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
33 Houdt rekening met de belangen, positie en
verantwoordelijkheid van kinderen, ouders en leraren.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
34 Ontwikkelt een gezamenlijk gedragen visie op
onderwijs, opvoeding en organisatie en houdt deze levend.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
35 Werkt met management Informatiesystemen en maakt die
informatie toegankelijk voor alle betrokkenen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
36 Gaat op verantwoorde wijze om met risico’s.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
37 Wil bijdragen aan de ontwikkeling van de beroepsgroep.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
38 Werkt met prognoses en stuurt op kengetallen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
39 Is geïnteresseerd en toont oprechte belangstelling
voor de ander.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
40 Bevordert het resultaatgericht werken van (een groep)
medewerkers.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
41 Ziet erop toe dat ouders/verzorgers tijdig, duidelijk
en volledig geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
42 Geeft op basis van visie organisatieveranderingen
vorm.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
43 Ontwerpt een passende organisatie- en
functiestructuur.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
44 Opereert in het krachtenveld van verschillende
opvattingen en belangen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
45 Werkt voortdurend aan de eigen ontwikkeling.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
46 Herkent (mogelijke) problemen in een vroeg stadium.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
47 Neemt stelling en weet om te gaan met kritiek en
weerstand.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
48 Bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
49 Bewaakt de balans tussen leerstof- en leerling-gerichtheid.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
50 Brengt een visie of streefbeeld inspirerend over en/of
draagt deze mee uit.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
51 Werft de juiste medewerkers.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
52 Bevordert de positieve beeldvorming van de
organisatie.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
53 Evalueert effect(en) van eigen handelen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
54 Analyseert een probleem vanuit meerdere invalshoeken
en verkent verschillende oplossingsrichtingen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
55 Communiceert en presenteert effectief.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
56 Bewaakt de mate waarin het onderwijs tegemoet komt aan
verschillen tussen leerlingen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
57 Ontwikkelt een draagvlak voor organisatiedoelen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
58 Organiseert onderwijsondersteuning. 59 Bouwt
netwerkrelaties op en onderhoudt deze.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
60 Schat juist in wanneer er (onmiddellijke) actie
gevraagd wordt.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
61 Confronteert, bemiddelt en geeft of vraagt feedback.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
62 Geeft de (on)mogelijkheden van de school aan.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
63 Betrekt alle geledingen actief bij het proces van
schoolontwikkeling en gemeenschapsvorming.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
64 Handelt professioneel op basis van relevante wet- en
regelgeving (WPO, CAO, etc.).
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
65 Gaat effectief om met de media.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
66 Maakt anderen (mede)verantwoordelijk voor de
oplossing.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
67 Verantwoordt behaalde resultaten.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
68 Stelt doelen, prioriteiten, planning en werkprocedures
(vast).
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
69 Organiseert hulpbronnen en middelen (vergoedingen,
fondsen, vermogen, subsidies).
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
70 Geeft de samenwerkingsmogelijkheden tussen school,
gezin en gemeenschap (mede) vorm.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
71 Bewaakt de kwaliteit van het systeem van interne
leerlingenzorg.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
72 Bewaakt de voortgang van processen en controleert of
gemaakte afspraken worden nagekomen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
73 Budgetteert en beheert taakstellend.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
74 Organiseert inspraak en medezeggenschap.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
75 Stimuleert, begeleidt en beoordeelt de kwaliteit van
het pedagogisch-didactisch, vakinhoudelijk en organisatorisch handelen van
leraren, o.a. d.m.v. klassenconsultatie.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
76 Betrekt anderen effectief en actief bij
besluitvormingsprocessen.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
77 Stelt schooleigen kwaliteitskaders en normen op en/of
hanteert deze.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
78 Maakt keuzes en neemt besluiten.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
79 Organiseert zelfevaluatie op basis van
kwaliteitsinstrumenten.
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|
80 Organiseert een veilige en schone school(omgeving).
Uitstekend
|
Goed
|
Ruim Voldoende
|
Voldoende
|
Onvoldoende
|
Ruim Onvoldoende
|
Slecht
|