zaterdag 10 mei 2014

Acht fasen van ontwikkeling - Erik Erikson

De Duits-Amerikaanse psycholoog Erikson is een van de grondleggers van het psychosociaal onderzoek naar identiteit. 

Kenmerkend voor de theorie van Erikson is het bereiken van een eigen identiteit. Dit is reikt als een samenhangende persoon is ontstaan, van waaruit iemand zichzelf en de omringende wereld bekijkt. Daarvoor is wel nodig dat je jezelf accepteert zoals je werkelijk bent. Daarnaast is eveneens nodig dat je je leert identificeren met de cultuur waarin je leeft. De kern van zijn theorie is dat mensen zich ontwikkelen door het doorleven van identiteitscrisissen.

Erikson verdeelt de identiteitsontwikkeling in acht fasen van een mens als de belangrijke taak voor het volwassen worden. De belangrijkste vooronderstellingen van zijn theorie komen uit de psychoanalytische leer. Hierbij gaat het om het ‘eigen ik’ ontwikkelen, en ook om de ontwikkeling van de sociale identiteit. De context speelt een belangrijke rol. Dus het lichaam, de geest en de omgeving hebben invloed op de identiteitsontwikkeling van een jong mens.

Erikson start met acht fasen in de ontwikkeling. Hij gaat ervan uit dat iedereen dezelfde fasen doorloopt. Dus iedereen ontwikkelt zich langs dezelfde weg, maar in elke fase zit een vorm van conflict dat persoonlijk opgelost moet worden. De mate van oplossing van het conflict maakt dat levens anders verlopen. De omgeving speelt een rol bij het oplossen van conflicten. Het gaat om het geven van veiligheid en vertrouwen in het eigen kunnen. Het leren van sociale vaardigheden en daarmee het ontwikkelen van de sociale identiteit maakt dat de volgende activiteit inclusief conflict in de volgende leeftijdsfase ondernomen kan worden. Het verbindingen leggen en commitments willen aangaan is belangrijk voor de identiteitsvorming. Alle fasen inclusief crisissen of conflicten worden doorlopen.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
1
Zuigeling
oraal-sensorisch stadium
fundamenteel vertrouwen versus fundamenteel wantrouwen
0-1 jaar
Hoop


Belangrijkste relatie: Moeder
Psychosociaal leergebied: krijgen, geven, terugkrijgen



In de eerste fase ontstaat het vertrouwen dat de verzorger er altijd is, zodat het kind vertrouwen in de omgeving en de wereld om hem heen verkrijgt. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het belangrijk is dat verzorgers het kind een veilige basis bieden en het kind van daaruit aanmoedigen op onderzoek uit te gaan. Voor het verschaffen van een veilige basis is een invoelend begrip en sensitiviteit voor het gehechtheidsgedrag van het kind nodig en de bereidheid en de wil hieraan tegemoet te komen. Vervolgens de erkenning dat boosheid van kinderen vooral voortkomt uit frustraties van hun behoefte naar liefde, affectie en zorg. Sensitieve verzorgers ontwikkelen een veilige en stabiele band met hun kinderen, omdat ze adequaat op de wensen en behoeften van hun kinderen reageren. Lees ook dit artikel over hechting.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
2
Peuter, anaal-musculair 
autonomie versus twijfel en schaamte
1-3 jaar
Wil


Belangrijkste relatie: Ouders
Psychosociaal leergebied: vasthouden, laten gaan



De omgeving moedigt onafhankelijkheid en exploratief gedrag aan van het kind. De ouders kunnen verstikkend en overbeschermend zijn of ze laten het kind juist aan hun lot over. In beide gevallen wordt de exploratiedrang van het kind geremd en loopt zijn ontwikkeling schade op.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
3
Kleuter,
locomotorisch stadium
initiatief versus schuld
3-6 jaar
Doelgerichtheid


Belangrijkste relatie: Gezin, relaties
Psychosociaal leergebied: er achter aan gaan, spelen



Het kind leert zelf activiteiten ondernemen en taakjes verrichten, zoals het aan- en uitkleden. In deze fase zal hij allerlei activiteiten ondernemen en ondernemingszin aan de dag leggen. Het kind heeft plezier met wat hij doet en tot stand brengt. Het kind kan ook onvoldoende ruimte krijgen zijn ondernemingszin uit te leven, of hij krijgt te weinig veiligheid en structuur aangeboden. In deze gevallen zal het kind zich schuldig gaan voelen in plaats van te genieten van wat het bereikt.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
4
Schoolkind, latentie
vlijt versus minderwaardigheid
6-12 jaar
Competentie


Belangrijkste relatie: buurt en school
Psychosociaal leergebied: iets afmaken, samen ergens aan werken



Het kind leert in deze fase lezen, schrijven, rekenen, handenarbeid, muziek instrument bespelen, sporten, enz. Het kind ontwikkelt zich volop. Vertrouwen in het eigen kunnen is belangrijk (zelfvertrouwen). Dat ontstaat als het kind aangemoedigd en positief bekrachtigd wordt. Het kind zal dan een positief zelfbeeld ontwikkelen, het gevoel dat hij er mag zijn en de moeite waard is. Bij onvoldoende positieve bekrachtiging of voortdurende negatieve bejegening, dreigt het gevaar dat er een gevoel van tekortschieten ontstaat en een gevoel van minderwaardigheid. Het kind voelt zich minderwaardig en ontwikkeld een laag zelfbeeld.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
5
Adolescentie
identiteit versus rolverwarring
12-20 jaar
Trouw


Belangrijkste relatie: Leeftijdsgenoten, rolmodellen
Psychosociaal leergebied: jezelf zijn, jezelf delen



De seksuele rijping wordt ingezet, de kindertijd loopt ten einde. Het lichaam groeit snel en de geslachtelijke rijping vindt plaats. Het leven lijkt soms op de kop te staan, het is zoeken naar een juist evenwicht. De puber / adolescent ontwikkelt een eigen identiteit. Er kan ook rolverwarring plaatsvinden, bij voorbeeld op basis van twijfels aangaande de eigen seksuele identiteit.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
6
Vroege volwassenheid
Aansluiting bij anderen versus isolement
begin twintig tot midden dertig
Liefde


Belangrijkste relatie: partners, vrienden
Psychosociaal leergebied: verliezen en jezelf in een ander vinden



In deze fase staat de mens voor de ontwikkelingstaak een wederkerige en intieme relatie op te bouwen.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
7
Middelbare volwassenheid
Openstaan voor verandering versus stagnatie (voortplanting tegenover alleen blijven)
midden dertig tot midden vijftig - midden zestig
Zorg


Belangrijkste relatie: kinderen, collega’s, deskundigheid
Psychosociaal leergebied: scheppen, zorgen



Het doorgeven aan de volgende generatie van wat men belangrijk en waardevol vindt aan waarden, normen, geloof, ontwikkeling, staat centraal. Men ontwikkelt zich vaak ook in creativiteit en op geestelijk gebied. In het voortbrengen van kinderen ziet Erikson het vermogen om afstand te doen van eigen belangen en de aandacht te concentreren op het belang van kinderen.


FASE
LEVENSTAAK
LEEFTIJD
WAARDE
8
Late volwassenheid, ouderdom
zelfvertrouwen versus wanhoop
vanaf midden vijftig tot de dood
Wijsheid


Belangrijkste relatie: Mensheid of het nageslacht
Psychosociaal leergebied: zijn, door geweest zijn, oog in oog met dood



Terugkijkend op zijn leven zou de ouder wordende mens zich af kunnen vragen of zijn/haar leven wel of geen zin heeft gehad.  Kernbegrippen in deze fase zijn ontwikkeling, verantwoording en aanvaarding.