Reflecteren
Leerlingen reflecteren
wanneer zij over hun eigen handelen nadenken. Leerlingen kunnen dus reflecteren
op wat zij leren, hoe zij dat doen en hoe zij dat zelf beleven.
Reflectie kan zowel
aan het begin, tijdens als aan het einde van het leerproces plaatsvinden. Tijdens
het leren kan een leerling nadenken over wat hij of zij leert, of hoe hij of
zij iets in zijn aanpak moet veranderen en of hij of zij zo zijn of haar doel
wel kan bereiken. En een leerling reflecteert ook als hij of zij na afloop
nadenkt over hij of zij gewerkt heeft, of hij of zij zijn of haar doel heeft
bereikt en of de taak klaar is. In het laatste geval spreken we over evaluatie.
Reflectie is bewustwording.
Leerlingen krijgen door de mentale activiteit die wij reflecteren noemen
inzicht in de manier waarop ze leren en in de resultaten ervan. Leerlingen
begrijpen niet enkel hoe zij leren, maar ook hoe zij het leerproces kunnen
verbeteren. Zij krijgen hierdoor meer grip op hun leerproces en leren dat ook bij
te sturen.
Reflectievragen
Leerlingen kunnen
zichzelf de volgende vragen stellen over hun leerproces:
inhoud
|
aanpak
|
beleving
|
|
Oriëntatie
|
Wat wil ik leren?
(Welk leerdoel heb
ik?)
|
Hoe ga ik dat doen?
(leer strategie)
Wat heb ik er voor
nodig?
(middelen,
materialen)
Met wie ga ik het
doen?
(personen)
Wanneer, in welke
volgorde?
(planning
activiteiten)
|
Denk ik dat het gaat
lukken?
(verwachtingen)
Hoe vind ik dat?
|
Monitoring
|
Wat ben ik aan het
leren?
Hoe gaat het tot nu
toe?
Sluit dit aan bij
wat ik me heb voorgenomen?
Waarom wel / niet?
Stel ik mijn
leerdoel bij?
|
Hoe pak ik het aan?
Is dit de manier
waarop ik me dat heb voorgenomen?
Waarom wel / niet?
Hoe en waarom?
|
Hoe beleef ik het
leerproces tot nu en toe?
Komen mijn verwachtingen
uit?
Stel ik mijn
verwachtingen bij?
Waarom wel / niet?
|
Evaluatie
|
Wat heb ik geleerd?
(Wat is mijn
leerresultaat?)
|
Heeft de strategie
gewerkt?
Waarom wel / niet?
Is de planning
gehaald?
Waarom wel / niet?
|
Hoe heb ik het
leerproces beleefd?
Zijn mijn
verwachtingen uitgekomen?
Waarom wel / niet?
Waar schrijf ik het
resultaat aan toe?
Hoe ervaar ik het
resultaat?
|