woensdag 20 maart 2019

Autonomie versus heteronomie

Internationale wetenschappers hebben het onderwerp van morele oordelen bestudeerd (gebaseerd op de werken van de Duitse filosoof Immanuel Kant). Zij onderzoeken hiervoor de begrippen autonomie en heteronomie. Deze twee begrippen verwijzen naar hoe een persoon morele normen leert en toepast.

Heteronomie
Autonomie

Heteronomie staat in tegenstelling tot autonomie. Het tegenovergestelde van morele zelfstandigheid werd door de Duitse filosoof Immanuel Kant heteronomie genoemd: een gebrek aan wilsvrijheid dat individuele ontplooiing in de weg staat

Het idee dat de wetten en gedragsregels voor mensen van buiten af komen en dat mensen zich daar naar moeten richten.

Waarden zijn hier onveranderlijke dingen. Waarden en normen worden ervaren als vanzelfsprekend en vaststaand.

Mensen horen op vastgestelde manieren samen te leven, relaties te onderhouden, hun dag in te delen, en dergelijke.

Mensen hebben zélf geen zeggenschap over die waarden en de invulling ervan; zij horen hun leven gehoorzaam naar die waarden in te richten.


Autonomie staat in tegenstelling tot heteronomie.

Autonomie is de morele zelfstandigheid en onafhankelijkheid van het individu.

Mensen stellen zichzelf de wet en richten zich naar de waarden die ze zelf als het meest fundamenteel zien.

Waarden zijn geen feitelijke gegevenheden die mensen maar te accepteren hebben.

Waarden zijn geen onveranderlijke en vaststaande dingen.

Waarden zijn door mensen gemaakte concepties en dat wat (on)wenselijk is niet voor eens en voor altijd vastgelegd.

Vanuit de zelfbeschikkingstheorie van Deci & Ryan is er veel onderzoek gedaan naar autonomie(gevoel) als universele basisbehoefte van de mens.

Daaruit kwam naar voren dat menselijke motivatie samenhangen met de mate waarin iemand het gevoel heeft autonoom te zijn. Een gebrek aan een mate van zelfbeschikking belemmert de intrinsieke motivatie van een persoon, bijvoorbeeld op school.