woensdag 27 maart 2019

Wanneer een leerling geen optimale werkhouding laat zien

Leerlingen hebben soms moeite met de werkhouding. Er kan sprake zijn van geringe aandacht, van verveling of van dagdromen in specifieke situaties. We zien soms een laag doorzettingsvermogen bij taken die niet de directe interesse hebben van de leerling. Soms zien we ook dat leerlingen die gemakkelijk afgeleid of ongeïnteresseerd zijn, een geringe motivatie hebben.


Om de werkhouding van deze leerlingen te verbeteren, is het belangrijk om goed te observeren wanneer deze problemen zich voor doen en tijdens welke soort activiteiten we dit gedrag zien.  Ook moet hierbij de moeilijkheidsgraad van de taak en de uitdagendheid van de taak in ogenschouw worden genomen.

Wanneer een leerling geen optimale werkhouding laat zien, kan er sprake zijn van:

Concentratieproblemen
Als de leerling moeite hebt zich te concentreren spreken we van concentratieproblemen.

Problemen bij het zelfstandig werken
Bij het zelfstandige werken kunnen op meerdere momenten problemen ontstaan. Bijvoorbeeld bij het opstarten, bij het doorwerken, een traag werktempo of problemen bij het stoppen.

Moeite met uitgestelde aandacht
Leerlingen die moeite hebben met uitgestelde aandacht zullen met regelmaat de docent opzoeken om vragen te stellen. De leerlingen kunnen niet het geduld opbrengen om rustig op hun plaats te blijven zitten en hun vinger op te steken.

Planningsproblemen en organisatieproblemen
Leerlingen hebben moeite met plannen en organiseren. Deze leerlingen missen het vermogen om op een systematische, efficiënte manier met huidige en
toekomstgerichte taakeisen om te gaan.

Motivatieproblemen
Leerlingen hebben motivatieproblemen als zij niet of in geringe mate geïnteresseerd zijn in de onderwerpen die op school gepresenteerd worden, en de mate waarin ze het gevoel hebben dat ze in staat zijn die informatie aan te leren.

De Bilde, Vansteenkiste en Lens (2011) definiëren motivatie als energie schenken aan, richting geven aan, volharding tonen en het vooropstellen van doelen.

Moeite met reflecteren
Reflecteren betekent dat een leerling nadenken over zijn/haar eigen ervaringen en gedrag.
Het onderliggende idee om leerlingen te laten reflecteren is dat leerlingen leren van hun eigen gedrag. Dat ze in de toekomst ander gedrag vertonen dan in het verleden. Het is dus een manier waarmee we gedragsverandering proberen te bewerkstelligen.

Geen hulp vragen
Veel leerlingen maken zich er ‘schuldig’ aan: geen hulp vragen als ze iets lastig vinden. Ze zijn verlegen of ze verspillen veel tijd, omdat ze koste wat kost zelf de oplossing willen vinden. Deze leerlingen worden bijna onzichtbaar in de klas.