Deze stellingen horen bij vier
verschillende typen motivatie (intrinsieke motivatie, geïdentificeerde motivatie, externe motivatie en amotivatie).
Voor elke stelling geven leerlingen op een
5-puntsschaal in deze vragenlijst aan in hoeverre een stelling bij hen past (1
= past nooit bij mij, 5 = past altijd bij mij).
De vragenlijst is geschikt voor alle leerjaren en
onderwijstypen.
Stellingen
|
Past nooit
bij mij
|
Past
bijna
nooit bij
mij
|
Past soms
bij mij
|
Past bijna
altijd bij mij
|
Past
altijd
bij mij
|
1 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat het
interessant is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
2 - Ik span me in tijdens het vak omdat het voor mijn
eigen bestwil is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
3 - Ik span me in tijdens het vak omdat het van me
verwacht wordt
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
4 - Er zullen goede redenen zijn om dit te doen, maar
persoonlijk zie ik ze niet
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
5 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat dit
leuk is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
6 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat
deze activiteit goed voor me is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
7 - Ik span me in tijdens het vak omdat het iets is dat
ik moet doen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
8 - Ik doe dit maar ik weet niet zeker of het de moeite
waard is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
9 - Ik span me in tijdens het vak omdat het werken
hieraan leuk is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
10 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik het zelf
besloten heb
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
11 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik geen keuze
heb
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
12 - Ik weet het niet; ik zie niet wat dit het vak mij
oplevert
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
13 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik me goed
voel als ik hieraan werk
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
14 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat
deze activiteit belangrijk voor me is
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
15 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik het gevoel
heb dat ik dit moet doen
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
16 - Ik doe dit wel, maar ik weet niet zeker of het
goed is om mee door te gaan
|
1
|
2
|
3
|
4
|
5
|
Deze stellingen in deze vragenlijst horen bij vier
verschillende typen motivatie:
Intrinsieke motivatie
|
Intrinsieke motivatie geeft aan in hoeverre leerlingen
werken voor het plezier en de voldoening die school geeft. Intrinsiek
gemotiveerde leerlingen voeren de taak uit voor het plezier en de voldoening
die het uitvoeren van de taak hen geeft.
|
Geïdentificeerde motivatie
|
Geïdentificeerde motivatie geeft aan in hoeverre
leerlingen aan school werken omdat zij dat zelf belangrijk vinden. Bij
geïdentificeerde motivatie wordt een externe factor (bijvoorbeeld:
‘mijn ouders vinden het belangrijk dat ik hard werk
voor school’) door leerlingen geïnternaliseerd (‘ik vind het belangrijk om
hard te werken voor school’). Het ligt dus dicht tegen intrinsieke motivatie
aan, maar is van origine wel extern gereguleerd, waardoor het een
vorm van extrinsieke motivatie is.
|
Externe motivatie
|
Externe motivatie houdt in dat leerlingen aan school
werken omdat dit van hen verwacht wordt. Dit type motivatie geeft aan in
hoeverre leerlingen werk leveren omdat er een beloning tegenover staat of om
negatieve gevolgen te vermijden.
|
Amotivatie
|
Amotivatie geeft aan in hoeverre leerlingen geen besef
hebben waarom ze aan school werken of niet de mogelijkheid ervaren de
uitvoering van een taak te beïnvloeden. Het begrip “amotivatie” wordt
gebruikt om aan te geven dat leerlingen de relatie tussen het
eigen gedrag en de uitkomsten van een taak niet zien.
Er is dan geen besef van het doel, de verwachting van een beloning of de
gevoelde mogelijkheid de uitvoering van de taak te beïnvloeden.
|
De vier typen motivatie sluiten elkaar niet uit maar
kunnen naast elkaar bestaan.
Voor alle helderheid hebben we de verschillende
stellingen per motivatie-type bij elkaar gezet.
In de onderstaande tabel staan de vragen die gekoppeld
zijn aan de intrinsieke motivatie:
Schaal
|
Nr. Stelling
|
Intrinsieke motivatie
|
1 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat het
interessant is.
|
5 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat dit
leuk is.
|
|
9 - Ik span me in tijdens het vak omdat het werken
hieraan leuk is.
|
|
13 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik me goed voel
als ik hieraan werk.
|
In de onderstaande tabel staan de vragen die gekoppeld
zijn aan de geïdentificeerde motivatie:
Schaal
|
Nr. Stelling
|
Geïdentificeerde motivatie
|
2 - Ik span me in tijdens het vak omdat het voor mijn
eigen bestwil is.
|
6 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat
deze activiteit goed voor me is.
|
|
10 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik het zelf
besloten heb.
|
|
14 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik denk dat
deze activiteit belangrijk voor me is.
|
In de onderstaande tabel staan de vragen die gekoppeld
zijn aan de externe motivatie:
Schaal
|
Nr. Stelling
|
Externe motivatie
|
3 - Ik span me in tijdens het vak omdat het van me
verwacht wordt.
|
7 - Ik span me in tijdens het vak omdat het iets is dat
ik moet doen.
|
|
11 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik geen keuze
heb.
|
|
15 - Ik span me in tijdens het vak omdat ik het gevoel
heb dat ik dit moet doen.
|
In de onderstaande tabel staan de vragen die gekoppeld
zijn aan de amotivatie:
Schaal
|
Nr. Stelling
|
Amotivatie
|
4 - Er zullen goede redenen zijn om dit te doen, maar
persoonlijk zie ik ze niet.
|
8 - Ik doe dit maar ik weet niet zeker of het de moeite
waard is.
|
|
12 - Ik weet het niet; ik zie niet wat dit het vak mij
oplevert.
|
|
16 - Ik doe dit wel, maar ik weet niet zeker of het
goed is om mee door te gaan.
|