Gerichte feedback geven op het proces is goed voor het
zelfvertrouwen van een leerlingen:
1. complimenteren met hoe de leerling aan zijn opdracht heeft
gewerkt,
2. waardering uitspreken voor de goede werkhouding en
3. vragen hoe de leerling het voor elkaar heeft gekregen dat de
opdracht goed is gelukt.
Het ene compliment is het andere niet. Niet alle complimenten
geven leerlingen meer zelfvertrouwen. Sterker nog, sommige complimenten werken
averechts.
Complimenten zijn gericht op het proces:
|
Complimenten zijn gericht op de persoon:
|
Hoe leerlingen tot een bepaalde uitkomst zijn gekomen, hoeveel
moeite ze ergens voor hebben gedaan of welke strategieën ze hebben gebruikt.
Voorbeelden zijn:
-Wat heb je hard gewerkt!
-Wat heb je goed nagedacht over deze oplossing!
Deze complimenten geven leerlingen het idee dat ze hun
vaardigheden kunnen ontwikkelen en verbeteren.
Dit wordt een ‘growth mindset’ genoemd.
Leerlingen met deze mindset zoeken naar uitdagende taken, omdat
ze hiervan kunnen leren.
Als de leerlingen een taak moeilijk vinden, blijven ze
doorzetten tot het is gelukt. En als ze falen, dan denken ze: de volgende
keer zal ik beter mijn best doen of zal ik het anders aanpakken.
|
Op de vaardigheden en talenten van leerlingen.
Voorbeelden zijn:
-Wat ben je slim!
-Wat kun je goed rekenen!
Deze complimenten geven leerlingen het idee dat hun vaardigheden
vaststaan. Je kunt het, of je kunt het niet, en daar kun je niks aan
veranderen.
Dit wordt een ‘fixed mindset’ genoemd.
Leerlingen met deze mindset durven geen uitdagende taken te
doen, omdat ze bang zijn om te falen en erachter te komen dat ze iets niet zo
goed kunnen.
Als de leerlingen een taak moeilijk vinden, geven ze snel op,
omdat ze denken dat ze het toch niet kunnen. En als ze falen, dan denken ze:
ik kan het niet…
|
Als je leerlingen wilt aanmoedigen om uitdagende taken te
proberen, om door te zetten als het tegenzit, en om te leren van fouten, dan
kunt je complimenten het best richten op het proces, niet op de persoon.
Het
ontwikkelen van een groeimindset
We kunnen leerlingen helpen bij het ontwikkelen van
een groeimindset. Bedenk wel dat de overgang van een vaste naar een
groeimindset niet eenvoudig is. Alles wat de leerling eerder het liefst
vermeed, zoals uitdagingen aangaan, fouten maken en inspanningen leveren, moet
hij nu ineens omarmen. Dat is best spannend en daarom kan een leerling hulp goed
bij gebruiken.
Om deze hulp vorm te geven maken we gebruik van de
volgende vijf stappen.
1. Focus op het proces
2. Focus op inspanning
3. Focus op groei
4. Focus op leren
5. Focus op het leren van fouten
1. Focus op het proces
|
Maak punten en resultaten minder belangrijk en richt je op het proces dat
het kind doormaakt. Prijs doorzettingsvermogen, de aanpak van de leerling en
zijn inzet. ‘Jammer dat je niet tevreden bent met die 6 voor dat vak op je
rapport. Want kijk eens: je hebt een “goed” voor inzet! Ik ben hartstikke
trots op je!’ Vraag de leerling regelmatig wat hij/zij geleerd heeft en laat
hem/haar vertellen hoe hij/zij dat voor elkaar heeft gekregen.
|
2. Focus op inspanning
|
Maak de leerling duidelijk dat het er niet om gaat de beste, de snelste
of de slimste te zijn, maar dat het gaat om de inspanning die je levert om
iets te bereiken. Richt je complimenten op hard werken en oefenen:
‘Als je net zo hard blijft oefenen als vandaag, dan zul je zien dat je dit
muziekstuk steeds beter gaat spelen!’ Zorg ervoor dat de leerling op school
lesstof krijgt die is afgestemd op zijn niveau, zodat hij dagelijks kan
ervaren dat het leveren van inspanningen noodzakelijk is om verder te komen.
Vertel waar jijzelf moeite voor hebt moeten doen en wat je daarmee hebt
bereikt.
|
3. Focus op groei
|
Laat de leerling zien dat je gelooft in de groeimogelijkheden van
talenten en intelligentie en laat de leerling zijn eigen groei ervaren:
‘Jammer dat je de toets niet hebt gehaald, maar kijk eens: vorige keer had je
er 8 goed en nu 15! Zie je hoe je vooruit bent gegaan door extra hard te
oefenen?’ Zorg dat de leerling zich niet vergelijkt met anderen, maar zich
richt op het verbeteren van zichzelf en het behalen van zijn eigen doelen. En
natuurlijk: ‘vier’ iedere vooruitgang die het kind boekt door hard te werken.
|
4. Focus op leren
|
Sta model voor ‘een leven lang leren’ en vertel de leerling hoe je jezelf
steeds bent blijven ontwikkelen.
Geef de leerling mogelijkheden om nieuwe dingen te leren, zonder dat
hij/zij het gevoel heeft direct de beste te moeten zijn. Geef de leerling
inzicht in de vaardigheden die hij/zij nog moet ontwikkelen (bijvoorbeeld
zich concentreren of hulp durven vragen) en help hem/haar bij het aanleren
hiervan.
|
5. Focus op het leren van fouten
|
Maak van fouten leermomenten. Laat de leerling zien dat ook jij geregeld
fouten maakt en vertel wat je ervan hebt geleerd. Geef de leerling de kans om
fouten te maken, dus ruim niet alle obstakels voor hem uit de weg. Help de
leerling van een fout een leermoment te maken. Zoek samen op welke fouten de
held (sporter, popster e.d.) van de leerling heeft gemaakt in zijn of haar
carrière en ontdek hoe hij of zij daar beter van geworden is.
|
Natuurlijk kun je een leerling ook inzicht geven in de
mindsettheorie van Carol Dweck. Vertel hem/haar op een begrijpelijke manier
over de vaste en de groeimindset en de gevolgen daarvan. Je kunt hierbij
gebruikmaken van de fictieve personages. Een fictieve personage heeft een vaste
mindset en ziet overal problemen. De andere fictieve personage zet deze
problemen om in kansen. Bespreek allerlei situaties met de leerling en laat hem
verwoorden hoe ‘fixed mindset’ personage erop zou reageren en vooral: wat ‘growth
mindset’ personage zou zeggen en doen. De leerling oefent zo het denken vanuit
een groeimindset.