ICT basisvaardigheden bestaat uit een aantal onderdelen:
Basisbegrip ICT |
Het kunnen benoemen van functies van computers en
computernetwerken; |
Infrastructuur |
Het kunnen benoemen, aansluiten en bedienen van
hardware, het kunnen bedienen van verschillende apparaten en programma's en
het kunnen opslaan en toegankelijk maken van informatie; |
Standaardtoepassingen |
Het kunnen omgaan met standaard
kantoortoepassingen en andere softwareprogramma's voor onder meer
internetgebruik, beeldbewerking, samenwerking en betalingsverkeer; |
Veiligheid en privacy |
Op de hoogte zijn van en kunnen omgaan met
beveiligings- en privacyaspecten in het kader van persoonlijke en financiële
gegevens. |
Iemand beschikt over ICT-(basis)vaardigheden als
hij/zij basisbegrippen en functies van computers, computernetwerken,
gegevensoverdracht en softwaretoepassingen kan benoemen en daar in verschillende
interactievormen mee om kan gaan. Daarbij gaat het om het bedienen van de
computer en bijbehorende standaard kantoortoepassingen en softwareprogramma's
voor onder meer internetgebruik, beeldbewerking, samenwerking en betalingsverkeer.
Daarnaast heeft hij/zij een basisbewustzijn van beveiligings- en privacyaspecten
in het kader van persoonlijke en financiële gegevens.
ICT basisvaardigheden |
De leerling… |
Basisbegrippen ICT |
Kan basisbegrippen en functies van computers en
computernetwerken benoemen |
Kan onderdelen van een computer en hun functie benoemen |
|
Kan onderdelen en hun functie van een
computernetwerk benoemen |
|
|
|
Infrastructuur technologie |
Kan apparaten aansluiten, bedienen en onderdelen
benoemen |
Kan afhankelijkheden in de infrastructuur
uitleggen en de relatie tussen onderdelen benoemen |
|
Kan financiële consequenties van het gebruik van
technische infrastructuur inschatten |
|
Kan uitleggen waar eigen informatie is opgeslagen
is en hoe deze toegankelijk is |
|
Kan verschillende interactievormen gebruiken om apparaten
en programma's bedienen |
|
Kan verschillende navigatievormen benutten |
|
Kan openbaar toegankelijke relevante en bruikbare
informatie ontsluiten en delen |
|
Kan persoonlijke informatie lokaal en op afstand
bewaren, ordenen, ontsluiten en delen |
|
|
|
Standaardtoepassingen |
Kan standaard kantoortoepassingen effectief en
efficiënt gebruiken |
Kan effectief en efficiënt een tekstverwerker
gebruiken op basis van vooropgestelde criteria |
|
Kan effectief en efficiënt een spreadsheet en
database gebruiken op basis van vooropgestelde criteria om gegevens te
ordenen en berekenen |
|
Kan effectief en efficiënt presentatiesoftware
gebruiken op basis van vooropgestelde criteria voor weergave |
|
Kan effectief en efficiënt beeldbewerking
software voor video's en foto's gebruiken op basis van vooropgestelde
criteria |
|
Kan effectief en efficiënt communicatiesoftware
waaronder e-mail en video gebruiken op basis van vooropgestelde criteria voor
samenwerking |
|
Kan online betalingsverkeer regelen en kan op
basis van vuistregels een passende vorm van online betaling kiezen |
|
Kan internettoepassingen zoals browser en e-mail
effectief en efficiënt gebruiken |
|
|
|
Veiligheid en privacy |
Kan de relatie tussen accounts, privacy en
persoonlijke informatie aangeven |
Kan eigen beveiligings- en privacyaspecten van
internetgebruik voor zichzelf en voor anderen benoemen |
|
Kan op basis van vuistregels eigen veiligheid
rondom betalingsverkeer inschatten |
|
Kan beoordelen of informatie logisch, consistent
en realistisch is |
|
Kan representatie van gegevens op consistentie
beoordelen |
ICT basisvaardigheden zijn de kennis en vaardigheden
die nodig zijn om de werking van computers en netwerken te begrijpen, om te
kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en om de bediening, de
mogelijkheden en de beperkingen van technologie te begrijpen.
In het volgend overzicht hebben we een verdeling gemaakt in vier verschillende levels:
1 - Gelimiteerd |
De leerling heeft een begrensde en beperkte kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en
netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten
technologieën. |
2 - In
ontwikkeling |
De leerling is in ontwikkeling m.b.t. kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en
netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten
technologieën. |
3 – Bekwaam |
De leerling is bekwaam, capabel en kundig m.b.t. kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en
netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten
technologieën. |
4 – Gevorderd |
In dit geval betreft het een leerling met een hoog niveau van bekwaamheid.
De leerling is zeer capabel en kundig m.b.t. kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en
netwerken te begrijpen, om te kunnen omgaan met verschillende soorten
technologieën. |
Gelimiteerd |
Basisbegrippen ICT |
Kan onderdelen van computers en computernetwerken
niet allemaal benoemen. |
Infrastructuur technologie |
Kan persoonlijke informatie uitsluitend lokaal
bewaren en het lukt niet om deze
informatie te ordenen, - ontsluiten en - delen. Kan openbaar toegankelijke
relevante en bruikbare informatie niet ontsluiten en delen. |
|
Standaard toepassingen (deel 1) |
Kan MS Word (evt. ander
tekstverwerkingsprogramma), MS Excell (evt. ander spreadsheetprogramma) en MS
Powerpoint (evt. ander presentatieprogramma) niet effectief en efficiënt gebruiken
op basis van vooropgestelde criteria. |
|
Standaard toepassingen (deel 2) |
Kan beeldbewerkingsoftware, communicatiesoftware,
online betalingssoftware en internettoepassingen niet effectief en efficiënt gebruiken op basis van vooropgestelde criteria. |
|
Veiligheid en privacy |
Is zich niet bewust van beveiligings- en privacy
aspecten van internet gebruik voor zichzelf en voor anderen. |
In ontwikkeling |
Basisbegrippen ICT |
Kan onderdelen van computers en computernetwerken benoemen
maar weet niet wat de functies zijn. |
Infrastructuur technologie |
Kan persoonlijke informatie lokaal en op afstand
bewaren, maar het lukt niet om deze te ordenen, - ontsluiten en - delen. Kan
openbaar toegankelijke relevante en bruikbare
informatie wel ontsluiten maar niet delen. |
|
Standaard toepassingen (deel 1) |
Kan basishandelingen uitvoeren in MS Word (evt.
ander tekstverwerkingsprogramma), MS Excell (evt. ander spreadsheetprogramma)
en MS Powerpoint (evt. ander presentatieprogramma) op basis van
vooropgestelde criteria. |
|
Standaard toepassingen (deel 2) |
Kan basishandelingen uitvoeren met beeldbewerkingsoftware, communicatiesoftware, online betalingssoftware en
internettoepassingen op basis van vooropgestelde criteria. |
|
Veiligheid en privacy |
Is zich bewust van eigen beveiligings- en privacy
aspecten van internet gebruik voor zichzelf en voor anderen maar neemt
daartoe geen beveiligingsmaatregelen. |
Bekwaam |
Basisbegrippen ICT |
Kan onderdelen van computers en computernetwerken benoemen en deels uitleggen wat de functies zijn. |
Infrastructuur technologie |
Kan persoonlijke informatie lokaal en op afstand
bewaren en ordenen maar het lukt niet om deze te ontsluiten en - delen. Kan openbaar toegankelijke relevante en bruikbare
informatie ontsluiten en delen. |
|
Standaard toepassingen (deel 1) |
Kan effectief MS Word (evt. ander
tekstverwerkingsprogramma), MS Excell (evt. ander spreadsheetprogramma) en MS
Powerpoint (evt. ander presentatieprogramma) gebruiken op basis van
vooropgestelde criteria. |
|
Standaard toepassingen (deel 2) |
Kan effectief beeldbewerkingsoftware,
communicatiesoftware, online betalingssoftware en internettoepassingen gebruiken op basis van vooropgestelde criteria. |
|
Veiligheid en privacy |
Kan eigen beveiligings- en privacy aspecten van
internet gebruik voor zichzelf en voor anderen benoemen en neemt daartoe soms passende beveiligingsmaatregelen. |
Gevorderd |
Basisbegrippen ICT |
Kan onderdelen van computers en computernetwerken benoemen
en uitleggen wat de functies zijn. |
Infrastructuur technologie |
Kan persoonlijke informatie lokaal en op afstand
bewaren, ordenen, ontsluiten en delen. Kan openbaar toegankelijke relevante
en bruikbare informatie ontsluiten en delen. |
|
Standaard toepassingen (deel 1) |
Kan effectief en efficiënt MS Word (evt. ander
tekstverwerkingsprogramma), MS Excell (evt. ander spreadsheetprogramma) en MS
Powerpoint (evt. ander presentatieprogramma) gebruiken op basis van
vooropgestelde criteria. |
|
Standaard toepassingen (deel 2) |
Kan effectief en efficiënt beeldbewerkingsoftware, communicatiesoftware, online betalingssoftware en
internettoepassingen gebruiken op basis van
vooropgestelde criteria. |
|
Veiligheid en privacy |
Kan eigen beveiligings- en privacy aspecten van
internet gebruik voor zichzelf en voor anderen benoemen en treft daartoe
passende maatregelen. |
Geen opmerkingen:
Nieuwe opmerkingen zijn niet toegestaan.