Wat is zelfregie?
In het huidige moment is een positieve manier van leven
erg belangrijk. Een positieve benaderingswijze waarin het betekenisvol leven
van mensen centraal staat. Het accent ligt op de veerkracht, de eigen regie en
het aanpassingsvermogen van de mens en niet op de restricties of een mogelijke
ziekte.
De positieve insteek is gericht op de kwaliteiten van de
persoon. Met deze bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen
om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan en
door zo veel mogelijk eigen regie te voeren.
Betekenis voor de leerling
Het is belangrijk een (leer)omgeving te creëren waarin
leerlingen eigen doelen leren stellen en waarin je leerling leert te
reflecteren, na te denken en te praten over leren zodat ze een actieve
leerhouding en metacognitieve vaardigheden ontwikkelen. Eigenaarschap en
zelfregie ontwikkelen kunnen leerlingen niet zomaar. Het kost tijd, oefening,
dialoog, instructie, feedback en heel veel reflectie. Zelfregie ontwikkelen
vraagt dus veel tijd
Geef de leerling daarom voldoende ruimte om de regie te
nemen in het stellen van haalbare doelen. Geef je leerling de regie bij het
bepalen van de doelen voor de komende periode. Bepaal met elkaar of er nog
doelen uit de voorliggende periode moeten worden uitgevoerd en welke nieuwe
leerdoelen gesteld kunnen worden. Help de leerlingen te structureren en te
prioriteren in doelen in kennis, vaardigheden en vakoverstijgende vaardigheden.
De leerling moet ruimte krijgen om eigen doelen te
stellen, binnen de kaders die de leerkracht stelt. Hierdoor is de leerling meer
gefocust op het behalen van het doel dan wanneer de leerkracht doelen stelt.
Ook Marzano stelt dat door het formuleren van eigen doelen het eigenaarschap
toeneemt en resultaten stijgen.
Elementen van zelfregie
Hieronder staan vier kernelementen van zelfregieversterkend
werken. Elk van de instrumenten en methoden bevat een of meer van de
onderstaande elementen waardoor ze helpen om meer zelfregieversterkend te werken.
Eigenaarschap:
|
Zelfregie betekent zelf beslissen over hoe je leven
eruit ziet en over de eventuele professionele ondersteuning daarbinnen.
|
Eigen kracht:
|
Zelfregie benadrukt de kracht en mogelijkheden van
mensen en het belang van (zelf)vertrouwen.
|
Motivatie:
|
Zelfregie gaat uit van het belang van drijfveren en
motivatie voor het vormgeven van je leven.
|
Contacten:
|
Zelfregie betekent niet alles zelf doen, maar continue
interactie met je eigen sociale netwerk, in wederkerige relaties.
|
Het dragen van zelfregie en het instaan voor het
eigen handelen
Zelfregie en verantwoordelijkheid wordt vaak besproken in
het onderwijs. Tegenwoordig gaat op scholen de aandacht uit naar het vermogen
en de bereidheid om zelf kennis en vaardigheden te verkrijgen. Leerlingen
moeten meer verantwoordelijk gemaakt worden voor hun eigen leerproces. Maar wat
is verantwoordelijkheid, hoe stimuleer je het en wat vraagt het van de docent?
Vaak is het de leerkracht die bepaalt wat kinderen moeten
leren. Maar als kinderen zelf actief betrokken worden bij hun eigen
ontwikkeling worden ze eigenaar van hun eigen leerproces: zo ontstaat eigen
verantwoordelijkheid. Het dragen van eigen verantwoordelijkheid is het instaan
voor het eigen handelen. Leerlingen die verantwoordelijk zijn van hun eigen
leerproces zijn meer betrokken en gemotiveerd en halen ze bovendien hogere
leerresultaten.
Een mogelijk recept voor de manier waarop als docent iets
aanpakt en een stap voor onze leerlingen om ze zelf hun problemen te laten
oplossen en eigen verantwoordelijkheid te tonen.
Stappenplan:
|
Resultaat:
|
1 - Begin met de zaken die een leerling goed doet. Benoem ze en toon
oprechte erkenning en waardering.
|
Door de leerling te betrekken bij het bespreken van het probleem en
verantwoording te geven voor de oplossing van het probleem stimuleert de
docent de zelfredzaamheid en de verantwoordelijkheid die hij/zij zo graag wil
zien bij de leerlingen.
|
2 - Benoem dan de dingen die problematisch zijn, niet goed gaan. Geef
hierbij voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
|
|
3 - Bespreek de standaard van gedrag die past binnen onze
onderwijscultuur en vereist is voor onze schoolomgeving en de
onderwijsdoelen.
|
|
4 - Maak de leerling verantwoordelijk voor het eindresultaat; beschrijf
de kaders en wees positief en motiverend.
|