donderdag 23 april 2020

Zelfregie

Wat is zelfregie?
In het huidige moment is een positieve manier van leven erg belangrijk. Een positieve benaderingswijze waarin het betekenisvol leven van mensen centraal staat. Het accent ligt op de veerkracht, de eigen regie en het aanpassingsvermogen van de mens en niet op de restricties of een mogelijke ziekte.



De positieve insteek is gericht op de kwaliteiten van de persoon. Met deze bredere benadering draag je bij aan het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan en door zo veel mogelijk eigen regie te voeren.


Betekenis voor de leerling
Het is belangrijk een (leer)omgeving te creëren waarin leerlingen eigen doelen leren stellen en waarin je leerling leert te reflecteren, na te denken en te praten over leren zodat ze een actieve leerhouding en metacognitieve vaardigheden ontwikkelen. Eigenaarschap en zelfregie ontwikkelen kunnen leerlingen niet zomaar. Het kost tijd, oefening, dialoog, instructie, feedback en heel veel reflectie. Zelfregie ontwikkelen vraagt dus veel tijd

Geef de leerling daarom voldoende ruimte om de regie te nemen in het stellen van haalbare doelen. Geef je leerling de regie bij het bepalen van de doelen voor de komende periode. Bepaal met elkaar of er nog doelen uit de voorliggende periode moeten worden uitgevoerd en welke nieuwe leerdoelen gesteld kunnen worden. Help de leerlingen te structureren en te prioriteren in doelen in kennis, vaardigheden en vakoverstijgende vaardigheden.

De leerling moet ruimte krijgen om eigen doelen te stellen, binnen de kaders die de leerkracht stelt. Hierdoor is de leerling meer gefocust op het behalen van het doel dan wanneer de leerkracht doelen stelt. Ook Marzano stelt dat door het formuleren van eigen doelen het eigenaarschap toeneemt en resultaten stijgen.


Elementen van zelfregie
Hieronder staan vier kernelementen van zelfregieversterkend werken. Elk van de instrumenten en methoden bevat een of meer van de onderstaande elementen waardoor ze helpen  om meer zelfregieversterkend te werken.

Eigenaarschap:
Zelfregie betekent zelf beslissen over hoe je leven eruit ziet en over de eventuele professionele ondersteuning daarbinnen.

Eigen kracht:
Zelfregie benadrukt de kracht en mogelijkheden van mensen en het belang van (zelf)vertrouwen.

Motivatie:
Zelfregie gaat uit van het belang van drijfveren en motivatie voor het vormgeven van je leven.

Contacten:
Zelfregie betekent niet alles zelf doen, maar continue interactie met je eigen sociale netwerk, in wederkerige relaties.



Het dragen van zelfregie en het instaan voor het eigen handelen
Zelfregie en verantwoordelijkheid wordt vaak besproken in het onderwijs. Tegenwoordig gaat op scholen de aandacht uit naar het vermogen en de bereidheid om zelf kennis en vaardigheden te verkrijgen. Leerlingen moeten meer verantwoordelijk gemaakt worden voor hun eigen leerproces. Maar wat is verantwoordelijkheid, hoe stimuleer je het en wat vraagt het van de docent?

Vaak is het de leerkracht die bepaalt wat kinderen moeten leren. Maar als kinderen zelf actief betrokken worden bij hun eigen ontwikkeling worden ze eigenaar van hun eigen leerproces: zo ontstaat eigen verantwoordelijkheid. Het dragen van eigen verantwoordelijkheid is het instaan voor het eigen handelen. Leerlingen die verantwoordelijk zijn van hun eigen leerproces zijn meer betrokken en gemotiveerd en halen ze bovendien hogere leerresultaten.

Een mogelijk recept voor de manier waarop als docent iets aanpakt en een stap voor onze leerlingen om ze zelf hun problemen te laten oplossen en eigen verantwoordelijkheid te tonen.

Stappenplan:
Resultaat:
1 - Begin met de zaken die een leerling goed doet. Benoem ze en toon oprechte erkenning en waardering.

Door de leerling te betrekken bij het bespreken van het probleem en verantwoording te geven voor de oplossing van het probleem stimuleert de docent de zelfredzaamheid en de verantwoordelijkheid die hij/zij zo graag wil zien bij de leerlingen.
2 - Benoem dan de dingen die problematisch zijn, niet goed gaan. Geef hierbij voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
3 - Bespreek de standaard van gedrag die past binnen onze onderwijscultuur en vereist is voor onze schoolomgeving en de onderwijsdoelen.
4 - Maak de leerling verantwoordelijk voor het eindresultaat; beschrijf de kaders en wees positief en motiverend.